Blog 9: In gesprek met internist acute geneeskunde en onderwijsfanaat Anique Baten

Deze week ga ik in gesprek met Anique Baten, oorspronkelijk opgeleid tot internist acute geneeskunde, maar ondertussen fulltime werkzaam als onderwijskundig adviseur medische opleidingen en als promovenda o.g.v. medisch onderwijs. Haar missie: een training en inwerktraject ontwikkelen om de transitie van schoolbank naar beroepspraktijk te ondersteunen en jonge dokters zo een veilig en effectief leerklimaat te bieden ter voorbereiding op de eerste dienst. 


Anique, wat leuk dat je mij benaderd hebt voor dit gesprek! Jij bent namelijk een dokter die het anders doet, je bent afgestudeerd medisch specialist maar je hebt je nu gericht op onderwijs. Wanneer wist jij dat je dokter wilde worden? 
Haha, dat weet ik nog precies. Het was september 1994, ik was 11 jaar en keek naar de eerste aflevering van een destijds nieuwe ziekenhuisserie genaamd ER… Heel classic verhaal dus! 
Na mijn VWO werd ik direct ingeloot voor Geneeskunde, na zes jaar studeerde ik af als basisarts. Ik ben na mijn coschappen aan de slag gegaan als ANIOS Interne geneeskunde en kreeg binnen een half jaar een opleidingsplek aangeboden. Ik kwam erachter dat ik goed was in het in kaart brengen van klinische problemen en in staat was om patiënten gedurende dat proces snel op hun gemak te stellen. Na een loopbaan als intensivist of hematoloog te hebben overwogen, kwam ik terecht bij de acute geneeskunde. De acute geneeskunde intrigeerde me en sloot perfect aan bij mijn kwaliteiten. Daarnaast vond ik het werken in teamverband heel fijn; de SEH (Spoedeisende Hulp) voelde als een veilige plek waar je het samen doet.

En wanneer wist je dat je eigenlijk geen dokter meer wilde zijn? Je hebt je hele opleiding tot internist doorlopen, dat is een lange weg!
Nadat ik een plek als fellow bij de hematologie had bemachtigd was er een kort moment van paniek: “Is dit het wel? Kan ik dit wel?” De immense verantwoordelijkheid voelde erg ongemakkelijk, alsof ik noodgedwongen een jas aan moest trekken die me toch echt nog een paar maten te groot was. Uiteindelijk bleek een ander specialisme me dus beter te passen. Ondanks mijn gebrek aan zelfvertrouwen heb ik mijn opleiding vlot doorlopen. Mijn onzekerheid werd door de opleiders gesust; volgens hen “kon ik het echt wel”!
Na vier jaar algemeen interne geneeskunde werd ik een van de eerste fellows acute geneeskunde in Nederland. Ik kreeg veel ruimte van mijn opleiders om de opleiding in mijn ziekenhuis verder vorm te geven en had veel contact met fellows uit andere centra. Ik voelde me binnen de acute geneeskunde als een vis in het water en toch…de onzekerheid bleef. Zeker toen de eindstreep in zicht kwam en ik me meer en meer realiseerde dat ik straks een rol als supervisor op me zou moeten gaan nemen. Door een samenloop van omstandigheden begon ik tegen het einde van mijn opleiding met een promotietraject op het gebied van medisch onderwijs en toen viel plots alles op z’n plaats. Ik vind bezig zijn met medisch onderwijs zo leuk en het geeft me zoveel energie dat ik uiteindelijk niet meer terug de kliniek in ben gegaan. Een keuze waar ik tot op de dag van vandaag nog geen seconde spijt van heb gehad!

‘De immense verantwoordelijkheid voelde ongemakkelijk, alsof ik een jas moest aantrekken die me nog een paar maten te groot was’

Waar houd je je nu mee bezig? 
Ik combineerde mijn promotie de eerste jaren met een baan als docent medische hulpverlening aan de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen), om in 2018 de overstap te maken naar de ambulancezorg waar ik een functie bekleedde als onderwijsadviseur en –ontwikkelaar. Daar heb ik met veel plezier gewerkt tot afgelopen juli. Per 1 juli ben ik begonnen in mijn nieuwe functie als onderwijskundig adviseur medische opleidingen binnen Isala (Zwolle en Meppel). Hier mag ik mij o.a. bezig houden met het onderwijs voor de coassistenten, de kwaliteit van de coschappen en de opleiding van de arts-assistenten. De transitie van coassistent naar a(n)ios kan ik zo ook duidelijk positioneren als een overgang die alle aandacht verdient. 

Wat goed dat je daar meer aandacht voor wilt vragen! Ik denk inderdaad dat daar gemiddeld weinig aandacht voor is terwijl het een mega stap is en je nog zóveel moet leren als jonge dokter. Waar gaat jouw promotieonderzoek over? 
Ik ben bezig met het ontwikkelen van een onderwijsinterventie om de stap van coassistent naar dokter kleiner te maken en jonge dokters beter voor te bereiden op hun eerste dienst. Aan het medische gedeelte, de medische kennis, wordt uiteraard heel veel aandacht besteed, maar dokter zijn bestaat uit zoveel meer. Welke patiënt ga je als eerste beoordelen? Wanneer bel je je supervisor om te overleggen in de dienst? Hoe ga je om met een zeer ervaren verpleegkundige die het duidelijk niet eens is met jouw beleid? Of met een coördinator op de spoedeisende hulp die vindt dat jij eerder moet overleggen met je achterwacht zodat de doorstroom van patiënten sneller gaat? Wat doe je als je tussendoor ook nog telefoontjes krijgt van verpleegkundigen over patiënten die je niet kent over verhoogde glucosewaarden of het mogen geven van een slaaptabletje? Hoe overleg je überhaupt een patiënt telefonisch met je supervisor, want tijdens dagdiensten kijken ze natuurlijk vaak over je schouder met je mee. Hou houd je overzicht tijdens een drukke dienst? Allemaal naar mijn mening onderbelichte zaken, maar wel heel belangrijk. 

Hoe ziet jouw training eruit? 
Het originele trainingsconcept (PREPARE) bestaat uit 3 trainingsdagen waarbinnen middels verschillende werkvormen de eerder beschreven situaties worden getraind. Ter ondersteuning gebruiken de deelnemers een naslagwerk dat in samenwerking met het team van Compendium Geneeskunde werd geschreven. Dit naslagwerk, dat uiteraard ook los van de cursus kan worden gebruikt, behandelt alles van ABCDE-systematiek tot hoe om te gaan met vragen over afdelingspatiënten. Zowel de inhoudsopgave van dit naslagwerk als het trainingsprogramma zijn gebaseerd op de resultaten van de verschillende deelstudies. Tijdens de lockdown was live onderwijs niet tot nauwelijks mogelijk, daarom zijn we op zoek gegaan naar online alternatieven om de eerste dienst te kunnen simuleren. Dit alternatief vonden we in een nieuw te ontwikkelen webapplicatie. Aan deze webapplicatie (PREPAREsim) wordt momenteel hard gewerkt en hopelijk hebben we er zo over een aantal maanden een heuse online, interprofessionele opleidingstool bij. Binnen PREPAREsim doen artsen en verpleegkundigen/medisch hulpverleners samen dienst op een virtuele SEH. De supervisor is beschikbaar voor overleg en coördineert het spel. Zo bepaalt de supervisor de patiëntenstroom en kan hij/zij bijv. ook vragen van afdelingsverpleegkundigen inschieten. Na afloop van een sessie volgt een uitgebreide debriefing. Hier zit het grootste leerrendement. Ik heb goede hoop dat deze tool tot ver na het coronatijdperk zal bijdragen aan een inspirerende en uitdagende leeromgeving.

Wauw! Dat klinkt super leuk en tegelijkertijd heel leerzaam. Welke geluksvogels hebben deze trainingen mogen volgen? 
Het was tot nu toe alleen nog maar in studieverband voor mijn promotieonderzoek. Ik onderzoek nu mogelijkheden om PREPARE te integreren binnen het opleidingsaanbod van de Isala Academie en hier meteen een laatste deelstudie aan te koppelen.

‘Dokter zijn bestaat uit zoveel meer dan alleen het hebben van medische kennis’

Als jij de cursussen die je zelf hebt ontwikkeld had gehad als jonge arts-assistent of jonge internist denk je dan dat je nog werkzaam was als dokter? 
Goh, dat is een moeilijke vraag. Bij mij ging de 1e overgang (die van coassistent naar dokter) eigenlijk heel soepel door een hele goede mentor. Maar tijdens mijn gehele arts-assistententijd heb ik wel het gevoel gehad dat ik niet goed genoeg was. Ik dacht dat de supervisoren me aardig vonden en betrouwbaar, maar niet goed. Ik dacht altijd dat er een moment zou komen waarbij ik door de mand zou vallen, dat past wel bij het imposter syndroom, iets wat je nu veel vaker hoort. Doordat ik altijd dacht eens door de mand te vallen en niet goed genoeg te zijn denk ik dat de 2e overgang gewoon te groot was. Of ik met mijn eigen leermethode minder aan mezelf getwijfeld had weet ik niet, maar dat zou zeker kunnen. Al denk ik dat er nu sowieso wel meer aandacht is voor de beoordeling van je eigen kunnen in de opleiding door middel van de EPA’s (Entrustable Professional Activities). 

Wat is jouw grote droom op werkgebied? 
Dat PREPARE als evidence based onderwijsinterventie wordt opgepakt door faculteiten en ziekenhuizen in heel Nederland, zodat jonge dokters optimaal begeleid worden in hun overstap naar de praktijk en in het bijzonder in hun voorbereiding op de eerste dienst.

Heb je nog een laatste tip voor coassistenten of jonge dokters? 
Volg je hart en vraag om hulp! 

Wat vond jij het lastigst als beginnende dokter? Kan er nog iets verbeterd worden aan de begeleiding die jij hebt gehad als jonge dokter? Praat mee via instagram!

Blog 7: In gesprek met een revalidatiearts in opleiding

Deze week ga ik in gesprek met dokter Sigrid Meijer, een sociaal iemand met het hart op de juiste plek. Een dokter die echt iets wil betekenen voor de patiënt en dat graag in teamverband doet. Ze is revalidatiearts in opleiding in Nijmegen en heeft haar plekje daar helemaal gevonden!


Sigrid, wat fijn dat je ons mee wilt nemen in jouw werk als revalidatiearts in opleiding. Hoe is het met je?
Het gaat heel erg goed! Ik zit zo op mijn plek bij de revalidatie en ben toegelaten tot de opleiding tot revalidatiearts per september komend jaar dus dat is helemaal super!

Ik heb eerlijk gezegd niet zo’n goed beeld van de revalidatiegeneeskunde, waar houd je je als revalidatiearts eigenlijk mee bezig?
Het is een ontzettend breed vakgebied en dat maakt het ook zo leuk. Je werkt buiten het ziekenhuis, maar de lijntjes zijn heel kort en je bent ook vaak in het ziekenhuis dus voor mij is dat de perfecte combinatie! De revalidatiegeneeskunde heeft eigenlijk vier grote vakgebieden. Allereerst houding & beweging, daaronder valt bijvoorbeeld de revalidatie na een amputatie door een infectie, ongeluk of suikerziekte, of patiënten met reumatische aandoeningen of meerdere botbreuken door een ongeluk. Ten tweede patiënten met chronische pijnklachten met een anatomisch substraat (dat wil zeggen dat er een anatomische oorzaak voor de pijnklachten is, er zijn ook centra die zich richten op chronische pijnklachten waar met name psychische problematiek de oorzaak is) vallen hieronder. Daarnaast is de neurorevalidatie een groot gedeelte van ons werk, dat zijn patiënten na een herseninfarct of -bloeding of patiënten met hersenletsel na een ongeluk of bijvoorbeeld zuurstofgebrek na een reanimatie. Maar ook mensen met een dwarslaesie en patiënten met progressieve neurologische aandoeningen zoals Multiple Sclerose (MS). Als laatste de kinderrevalidatie, daaronder valt eigenlijk alles bij kinderen t/m 18 jaar, het zijn vaak aangeboren aandoeningen. Het laatste jaar is hier een hele nieuwe groep bijgekomen: de patiënten die revalideren na een COVID19-infectie, hier zijn nieuwe programma’s voor opgezet maar omdat het pas zo kort bestaat zijn we daarin nog wat zoekende.

Hoe ben je terecht gekomen bij de revalidatiegeneeskunde? 
In mijn coschapspoor had ik heel snel een keuzecoschap, dat regel je zelf en daar kan je niet in de week voor het coschap mee beginnen. Ik moest dus een plekje zoeken waar ik graag een coschap wilde lopen voordat ik überhaupt coschappen in het ziekenhuis had gehad. Dus heb ik me door ervaringen van anderen te lezen verdiept in de opties voor een keuzecoschap. Daar kwam ik een stukje over revalidatiegeneeskunde tegen en dat leek me wel wat! Ik heb het revalidatiecentrum gemaild en mocht daar mijn keuzecoschap volgen. Ondertussen was ik begonnen met de coschappen in het ziekenhuis en ik merkte dat ik me daar niet zo thuis voelde. De revalidatiegeneeskunde vond ik direct leuk! En ook nadat ik alle coschappen had gehad vond ik de revalidatie nog steeds het allerleukst. Mijn laatste coschap heb ik dus ook bij de revalidatiegeneeskunde gedaan en toen wist ik het eigenlijk zeker. Om ervaring als arts op te doen heb ik een tijd bij de neurologie gewerkt, en daar wist ik weer direct waarom ik liever niet in het ziekenhuis zou willen werken. Toen er een vacature voor arts-assistent revalidatiegeneeskunde voorbij kwam heb ik direct gesolliciteerd en nu heb ik dus zelfs een opleidingsplek weten te bemachtigen!   

‘De revalidatie geneeskunde is ontzettend breed, dat maakt het ook zo leuk!’

Waarom wilde je niet in het ziekenhuis werken? Wat stond je tegen aan het ziekenhuis?
Ik voelde me er niet echt thuis, de sfeer is heel erg competitief en hiërarchisch. En daarnaast stoort het me enorm dat iedereen alleen naar zijn eigen stukje kijkt, als de patiënt niet precies de symptomen heeft volgens het boekje volgt er altijd een discussie over wie de hoofdbehandelaar moet worden. Ik wil het gewoon samen doen op de plek waar de patiënt de beste zorg krijgt!
Bij de revalidatie werken we echt in teamverband, we doen het samen in plaats van allemaal alleen ons eigen stukje, dat vind ik ontzettend leuk! Daarnaast is de sfeer binnen de revalidatie ook heel erg open, je kunt het overal over hebben, en zijn de werktijden, administratietijd, pauzes, vrije dagen en diensten gewoon echt heel erg goed geregeld. Anders dan binnen het ziekenhuis waar je vaak veel langere dagen maakt dan in je contract staat en er standaard te weinig compensatie is voor diensten. En niemand zegt er natuurlijk wat van, want je zit in een afhankelijkheidspositie als je nog een opleidingsplek wil.

Je geeft aan dat je de zorg van de patiënt zo graag samen doet. Wie werken er allemaal mee aan de revalidatie van jullie patiënten?
Het is een groot team bestaande uit een revalidatiearts, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, logopedisten, psychologen, maatschappelijk werk, ergotherapeuten en soms de diëtiste uit het ziekenhuis. Maar ook de psychomotore therapeut die zich met name richten op het bepalen en laten ervaren van iemands fysieke grenzen en balans tussen belasting en belastbaarheid samen met de ergotherapeut. Daarnaast de bewegingsagoog die heel specifiek naar bepaalde bewegingen en sporten kijkt, als iemand bijvoorbeeld heel graag zwemt kijkt diegene mee om te zorgen dat dat mogelijk gemaakt wordt.

Hoe ziet jouw gemiddelde werkweek eruit? 
Als revalidatiearts (in opleiding) heb je zowel dagen in de kliniek, dat wil zeggen dat je de intake van de nieuwe patiënten doet en de ontslaggesprekken van de patiënten die opgenomen hebben gelegen. Daarnaast heb je een aantal dagdelen poli, ingeplande administratietijd, doe je consulten in het ziekenhuis en neem je deel aan een aantal MDO’s (Multi Disciplinaire Overleggen). Het is dus heel erg afwisselend werk.
Als arts-assistent werk je 36 uur, dat zijn 4 dagen van 9 uur in ons geval. Tijdens de opleiding worden dat weer vijf dagen per week, maar nadien als revalidatiearts kun je gemakkelijk parttime werken.  

‘Ik wil het gewoon samen doen, op de plek waar de patiënt de beste zorg krijgt’

Je hebt het over ingeplande administratietijd, dat klinkt fantastisch! Lekker afgebakend! Hoeveel procent van jouw werkdag besteed jij aan administratie?
Mijn ingeplande administratietijd ook wel indirecte patiententijd genoemd is ongeveer 33% van mijn wekelijkse uren, dus ik heb ongeveer 3 uur administratietijd per dag ingepland staan in mijn agenda. Dit zijn vaak kleine blokjes van 15 minuten dus niet super efficiënt, maar hiermee kom je al wel een eind.

Heb je diensten?
Nu niet, maar dat komt uiteraard wel! Er liggen denk ik gemiddeld ongeveer 25 tot 30 patiënten opgenomen in het revalidatiecentrum. De patiënten liggen gemiddeld 50 dagen dus ongeveer 2 maanden opgenomen, zij zijn er natuurlijk dag en nacht. Als er in de nacht iets gebeurt bellen de verpleegkundigen de dienstdoende revalidatiearts. De diensten die je hebt zijn in principe dus bereikbaarheidsdiensten waarbij je thuis bent en gebeld wordt als je nodig bent.

Verschilt jouw salaris van het salaris van een arts-assistent die in het ziekenhuis werkt?
Nee in principe is dat hetzelfde, enige verschil is wellicht dat ik ook daadwerkelijk de uren in mijn contract werk en vrijwel geen (onbetaalde) overuren draai.

Als er mensen zijn die enthousiast geworden zijn over de revalidatiegeneeskunde. Waar zou je kunnen gaan werken? En waar kun je in opleiding?
Je hebt acht opleidingsregio’s en onder die regio’s vallen meerdere revalidatiecentra. Je hebt twee regio’s in Amsterdam (aangesloten aan VU en aan AMC), maar ook regio Leiden en regio Utrecht, regio Noord Oost Nederland, Zuid Oost Nederland, Oost Nederland en Zuid West Nederland. Ik ben in opleiding in regio Oost Nederland, daaronder valt het Radboud umc (Nijmegen), de Sint Maarten kliniek (Nijmegen), de Tolbrug (’s-Hertogenbosch), Klimmendaal (Arnhem) en het Rijnstate ziekenhuis (Arnhem). Alle informatie is te vinden op de website www.revalidatiegeneeskunde.nl.

Laatste vraag, is promoveren een must om in opleiding te komen? Zo niet, is er wel ruimte om onderzoek te doen mochten mensen dat leuk vinden?
Nee, het is geen must om gepromoveerd te zijn om in opleiding te komen. Het is wel een must om ervaring te hebben als arts-assistent in het ziekenhuis. Veel collega’s hebben bij de neurologie of de orthopedie gewerkt. Wat betreft onderzoek, er wordt veel onderzoek gedaan binnen de revalidatiegeneeskunde. In de ene regio meer dan de andere, in mijn regio is met name de Sint Maartenskliniek in Nijmegen heel erg ver op dat gebied. In onze opleiding is er tijd ingebouwd voor óf management óf onderwijs & opleiding óf onderzoek. Dus ja, er is zeker ruimte voor! 

Blog 6: In gesprek met Richard de Leth, expert op het gebied van een gezonde leefstijl

Ik ben op zoek naar de mogelijkheden op de arbeidsmarkt met een doktersdiploma. De standaardroute van arts-assistent tot medisch specialist in het ziekenhuis kennen we allemaal door de coschappen, maar wat is er buiten het ziekenhuis eigenlijk allemaal te kiezen? Elke week staat er een blog online, de ene week over van alles wat te maken heeft met het maken van die keuze, de andere week een inkijkje in het leven van een dokter die andere keuzes gemaakt heeft. Want hoe ziet je dag er dan uit? Waarom zijn keuzes gemaakt? En hoe is hij of zij gekomen op de plek waar die dokter nu staat?

Deze week ga ik in gesprek met Richard de Leth. Een dokter die na het afronden van de coschappen, voor zijn doktersexamen, heel snel afscheid heeft genomen van het dokterschap, omdat de ‘ziektezorg’ niet bij hem paste. Hij wil zich veel meer richten op preventie in plaats van ziekte, want hoe cliché ook: voorkomen is beter dan genezen. Hij heeft zich verdiept in wat gezondheid nou eigenlijk is en hoe je dit kunt bereiken en helpt nu duizenden mensen met zijn platform OERsterk naar een gezonde leefstijl, een fit lichaam en een sterke geest. Een fantastisch mooie missie waar naar mijn mening veel meer aandacht voor zou moeten zijn!


Richard, nogmaals bedankt dat je tijd wilt maken voor dit interview en ons een kijkje wilt geven in jouw leven en de keuzes die jij hebt gemaakt om op deze plek te komen. Jij hebt in 2007 jouw coschappen afgerond en bent heel snel daarna gestopt. Wat stond je het meest tegen aan het dokterschap en hoe heb je de keuze om iets anders te doen zo snel na het afstuderen gemaakt? 
Tijdens de coschappen merkte ik al dat ik veel breder keek dan in het ziekenhuis werd gedaan. Ik keek naar de hele patiënt, wilde adviezen geven over bewegen, gezonde voeding, maar ook de oosterse geneeskunde interesseerde me waarover ik adviezen wilde geven. Echter merkte ik ook direct dat dit niet echt gewaardeerd werd. Een supervisor heeft me wel eens de kamer uitgestuurd waarbij ik op de gang moest wachten en moest nadenken waarom ik bepaalde adviezen gaf. Dit out of the box denken werd dus totaal niet gewaardeerd. Daarnaast stond het behandelen van ziekte die mogelijk ook voorkomen hadden kunnen worden me tegen, overal is wel een pilletje voor. De reguliere geneeskunde is naar mijn mening te veel bezig met korte termijn oplossingen. Vroeger heette de studie medicijnen, dat is veranderd in geneeskunde, maar eigenlijk is de oude benaming passender voor de reguliere geneeskunde zoals deze nu is in mijn optiek. 

‘Voorkomen is beter dan genezen, maar tegenwoordig is overal wel een pilletje voor’

Vond je het een lastige keuze om te maken?
De keuze was niet lastig, want ik wist dat ik niet in het ziekenhuis paste. Ik had direct een duidelijke missie: gezondheid promoten en verbeteren. Het was wel lastig om uiteindelijk op de plek te komen waar ik nu sta, dat ging met vallen en opstaan. Ik startte mijn eigen bedrijf maar wist niets van ondernemen, het ging me financieel dus absoluut niet voor de wind, maar ik had een duidelijk doel voor ogen en heb gewoon doorgezet. 

Ik denk dat het voor velen herkenbaar is dat men in het ziekenhuis vooral bezig is met ziekten en veel minder met preventie en een goede leefstijl, terwijl een ongezonde leefstijl wel de basis is van vele ziekten. Wat zou er moeten veranderen aan het systeem zoals deze nu is? 
Ten eerste worden er te veel beslissingen gebaseerd op de korte termijn en niet op de lange termijn. Bij een patiënt met bijvoorbeeld beginnende suikerziekte of een hoge bloeddruk is het veel gemakkelijker om een pilletje voor te schrijven dan om uitgebreide uitleg te geven over een gezonde levensstijl en actief te coachen. Dat kost meer tijd en dus geld. Daarnaast denken we te veel in hokjes, de geneeskunde en het ziekenhuis zijn allemaal losse bedrijven die maar naar één stukje van de patiënt kijken, het zijn allemaal losse eilandjes, terwijl een patiënt niet uit losse eilandjes bestaat maar één persoon is. Foto geneeskunde noem ik dat, er wordt gekeken naar één moment en niet naar de film. Ik denk dat we daar de plank misslaan en minder goede zorg bieden dan dat mogelijk zou zijn. Maar ook de financiële inrichting van het systeem zorgt voor verkeerde impulsen. De dorpsdokter in China van jaren geleden kreeg betaald als patiënten niet ziek werden, want dan was je een goede genezer, nu wordt er betaald per ziekte en per ingreep. Dat is natuurlijk niet erg stimulerend in het voorkomen van ziekten. We zouden het systeem anders moeten inrichten en bruggen moeten bouwen tussen de reguliere en de complementaire geneeskunde. 

In mijn Geneeskunde opleiding was er heel erg weinig aandacht voor wat een gezonde leefstijl en gezonde voeding nou eigenlijk is terwijl dat dus zó belangrijk is, hoe was dat in jouw opleiding?
Nee, daar werd niet over gesproken en het leefden ook totaal niet. Ik heb het idee dat het nu veel meer leeft bij de jongere dokters. Er zijn veel meer artsen die zich hierin verdiepen, hierover uitspreken en er aandacht aan besteden. Prachtige initiatieven! Des te schrijnender is het om te zien dat er in het ziekenhuis weinig veranderd is naar mijn mening.  

‘De dorpsdokter in China kreeg betaald als iemand niet ziek werd, tegenwoordig wordt er per ziekte en per ingreep betaald’

Hoe ben jij aan al jouw kennis gekomen over een gezonde levensstijl en gezonde voeding?
Na Geneeskunde heb ik me verdiept in de orthomoleculair geneeskunde, de kinesiologie en de psycho-neuroimmunologie door verschillende opleidingen te volgen. De orthomoleculaire geneeskunde, ook wel nutritionele geneeskunde genoemd, is een vorm van geneeskunde die zich verdiept in voedingsmiddelen, vitamines en mineralen voor een gezond lichaam en om eventueel in te zetten bij ziekten. Kinesiologie, oftewel bewegingsleer houdt zich bezig met de mens als geheel en de motoriek, het zelfhelend vermogen van het lichaam staat hierbij op de voorgrond. En psycho-neuroimmunologie kijkt naar de wisselwerking tussen de psyche, het zenuwstelsel en het immuunsysteem, maar ook de hormonale cycli. Door opleidingen te volgen en veel boeken te lezen heb ik geleerd om naar de gehele mens te kijken en denk ik dat ik weet wat gezondheid is en hoe je dit kunt bereiken. Ik voel me nu eigenlijk een échte dokter.

Jij bent OERsterk begonnen omdat hetgeen wat je deed niet paste. Je hebt een duidelijke missie, maar hoe ziet jouw gemiddelde werkdag er eigenlijk uit?
Mijn werkdagen zijn heel erg afwisselend, ik houd me bezig met mijn twee bedrijven: OERsterk en Vitaily. OERsterk is het platform waar we mensen helpen bij een vitaler leven en een gezonde leefstijl, Vitaily biedt dagelijkse supplementen die de gemiddelde mens te kort komt. Beide bedrijven zijn dus gericht op gezondheid. Mijn dagen vul ik met trainingen geven over gezondheid, maar ook besteed ik veel tijd aan de wekelijkse nieuwsbrief waarbij we mensen informeren over de nieuwste onderzoeken en inzichten in een gezonde leefstijl. Daarnaast nemen we elke week een podcast op: de OERsterk podcast. Daar ga ik in gesprek met allerlei mensen over gezondheid. Mijn werkzaamheden zijn dus allemaal gericht op gezondheid en een goede leefstijl promoten door het gezondheidsvirus te verspreiden! Het is een heel besmettelijk virus, maar gelukkig ongevaarlijk, sterker nog, je kunt er zelfs gezonder van worden!

De drie peilers voor een gezonde leefstijl zijn volgens jou gezonde voeding, regelmatig bewegen en voldoende ontspanning. Over het algemeen denk ik dat dokters vaak niet erg goed voor zichzelf zorgen door de lange werkdagen, hoge werkdruk en het onregelmatige leven. Jouw werkdagen klinken ook erg druk! Hoe zorg jij dat je voldoende beweegt en ontspant?
Mijn werk voelt absoluut niet als werk, het is echt mijn missie en ik krijg er veel energie van! Daarnaast is het fijn dat ik eigen baas ben, ik bepaal mijn eigen agenda. Ik werk maximaal 40 uur per week. Daarbij probeer ik ontspanning en beweging te combineren door bijvoorbeeld twee keer per week te sporten met mijn zoon. Op ons kantoor is er ook veel aandacht voor beweging en gezonde voeding, we kunnen staand werken en er is een tafeltennistafel.  

Wat zijn jouw doelen?
Mijn doel is om 1000 mensen op te leiden, zodat ook zij het gezondheidsvirus weer kunnen verspreiden en we nóg meer mensen helpen bij een gezonde levensstijl. Daarnaast zou ik het fantastisch vinden om onze cursussen ook aan te kunnen bieden in het Engels om zo nog meer mensen te bereiken.

Stel er zijn mensen mega enthousiast geworden van jouw verhaal en zij zouden hetzelfde willen doen. Heb je tips?
Volg je hart, laat je inspireren door andere dokters en geef niet op!

Tot slot, had je bepaalde keuzes anders willen maken? Was je opnieuw begonnen aan de studie Geneeskunde?
Nee, ik had het niet anders aangepakt als ik het over had mogen doen. Ik heb nooit spijt gehad van de studie Geneeskunde, want het menselijk lichaam is ontzettend interessant en het heeft veel deuren geopend.


Wil je meer weten over het platform OERsterk of over de supplementen van Richard, klik dan op onderstaande buttons.
Ben je coassistent of basisarts en wil je meer weten over gezonde voeding? Volg dan een coachopleiding van Richard of neem een kijkje op de site en Instagram pagina van stichting Student en Leefstijl. Zij staan voor een Geneeskunde opleiding met meer onderwijs over voeding en leefstijl en bieden de SELF-cursus aan waar je alles leert over gezonde voeding!

Blog 4: In gesprek met een arts in eHealth

Ik ben op zoek naar de mogelijkheden op de arbeidsmarkt met een doktersdiploma. De standaardroute van arts-assistent tot medisch specialist in het ziekenhuis kennen we allemaal door de coschappen, maar wat is er buiten het ziekenhuis eigenlijk allemaal te kiezen? Elke week staat er een blog online, de ene week over van alles wat te maken heeft met het maken van die keuze, de andere week een inkijkje in het leven van een dokter die andere keuzes gemaakt heeft. Want hoe ziet je dag er dan uit? Waarom zijn keuzes gemaakt? En hoe is hij of zij gekomen op de plek waar die dokter nu staat?

Deze week ga ik in gesprek met dokter Renske Braken, een creatieveling die graag out of the box denkt, het beste wil voor de patiënt en ook de processen rondom de zorg interessant vindt en graag verbetert. Ze is in 2019 afgestudeerd en is inmiddels werkzaam als arts in eHealth. Een hele andere richting dus! Super stoer!


Wat ontzettend leuk dat je wilt vertellen over jouw zoektocht en jouw huidige baan! Vertel eens, wat doe jij nou precies?
Ik werk bij everywhereIM, een relatief jong eHealth bedrijf gevestigd in Amsterdam. Hier ben ik tijdens mijn tweede masterstudie als bijbaan begonnen, 1 à 2 dagen in de week. Het bedrijf bestaat eigenlijk uit vier pijlers. Allereerst heeft het eigen software producten ontwikkeld. Met één van die producten, genaamd No-Code Greg, kan eigenlijk iedereen gemakkelijk een medische richtlijnen app ontwerpen zonder enige kennis van programmeren nodig te hebben. Daarnaast geven we zelf ook medische apps uit gericht op onderwerpen waarvan wij denken dat behoefte aan is binnen de zorg. Hiernaast werken we ook veel samen met grote klanten zoals ziekenhuizen, onderzoeksgroepen, overheidsinstanties of farmaceuten waarvoor we apps ontwikkelen met No-Code Greg, of custom-made, waarbij we een app helemaal ‘from scratch’ opzetten. Buiten het ontwikkelen van apps hebben we een consulterende rol in CE markering van medische apps. Software die kwalificeert als medisch hulpmiddel, maar niet is voorzien van een CE-markering mag namelijk niet worden verhandeld. Met het aanbrengen van een CE keurmerk geef je aan dat je medische product voldoet aan de Europese eisen wat betreft kwaliteit en veiligheid.

Wauw, wat een bijzondere baan! Heel wat anders dan de meeste afgestudeerde artsen doen. Waarom heb jij gekozen voor de baan die je nu doet? Wat stond je tegen aan het dokterschap? 
Tijdens de coschappen twijfelde ik al over het dokterschap, ik voelde me niet zo thuis in de ziekenhuiswereld. Ik had moeite met de cultuur, het is toch best een haantjescultuur, veel autoriteit, erg protocollair en weinig autonomie. Daarnaast miste ik de creativiteit, ik houd van ‘out of the box’ denken, kijken naar de specifieke wensen van de patiënt en niet het strakke protocolwerk. Ik ben altijd erg breed geïnteresseerd geweest, ik vind verschillende dingen leuk en ik ben ook best idealistisch ingesteld: ik wil graag dingen beter maken. Ik richt me dus liever niet alleen op het menselijk lichaam, maar ook op alles eromheen: het opstellen van beleid bijvoorbeeld en het management rondom alle zorgprocessen. Dat super specialistische in het ziekenhuis past gewoon minder goed bij mij. 

‘Ik had moeite met de cultuur, het is toch best een haantjescultuur’

Vond je het een lastige keuze om te maken om niet in het ziekenhuis te gaan werken? 
Ja, ik vond het zeker een lastige keuze. Al vond ik de struggle tijdens de coschappen misschien wel het lastigst. Iedereen was zo enthousiast over de coschappen en ik voelde me toch niet zo goed op mijn plek en dacht ‘ja maar wat wil ik dan wel?’. Toen ben ik gaan praten met de studieadviseur en mijn mentor en die lieten mij zien dat er eigenlijk heel veel andere opties waren naast en na Geneeskunde. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om tijdens het afronden van mijn master Geneeskunde een tweede master te volgen aan de VU in Amsterdam en daar voelde ik me direct thuis!

 Wat voor master is dat dan? 
Wil je dat echt weten? Het is een hele lange naam haha. 
De master heet: Management, Policy Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences (MPA). En dan de communicatie richting. Mond vol he ;). 
Het is een tweejarige onderzoek master. Ik vond het zo leuk om allerlei nieuwe dingen te leren rondom de zorg en ook om heel veel verschillende soorten mensen te leren kennen. In juni dit jaar rond ik deze master af, ik ben nu bezig met het schrijven van mijn scriptie, maar daarnaast werk ik 4 dagen. 

Hoe ziet jouw werkdag eruit? 
Pfoe, dat verschilt veel, het is heel gevarieerd werk, dat maakt het meteen ook zo leuk! 
Meestal start de dag met een overleg met het team, ik stuur het medische team aan dus tijdens dat overleg bespreken we welke projecten er zijn, waar we staan en wat er nog moet gebeuren. Daarnaast heb ik veel meetings met klanten, dat kunnen dan professoren zijn uit het ziekenhuis of promovendi van bepaalde onderzoeksgroepen, maar soms ook mensen van de overheid of studenten bijvoorbeeld. Dan nemen we hun specifieke wensen door en maak ik, samen met onze software developers een plan om het idee om te zetten in een medische app. De developers richten zich op de technische ontwikkeling en wij (de artsen) richten ons voornamelijk op de inhoud en het design van de app, daar kan ik mijn creativiteit echt in kwijt! Daarna volgen er nog een aantal afspraken om de app te finetunen en uiteindelijk te testen. Verder ben ik bezig met documentatie rondom het CE-markeren, maar dat is met name juridisch papierwerk en vind ik het minst leuk. 

Een voorbeeld van één van de ontwikkelde apps

Hoeveel vrijheid heb jij in je werk? Hoeveel uur werk je en wie bepaalt er wanneer jij werkt en hoe je werkdag eruit ziet?
Ik heb heel erg veel vrijheid in mijn werk, dat vind ik ook meteen het allerleukst en allerfijnst. Het is erg flexibel en ik bepaal in principe zelf wanneer ik werk, ik ben echt baas van mijn eigen agenda. Nu werk ik 4 dagen, één dag per week is gereserveerd voor het schrijven van mijn scriptie. Echter worden die 4 dagen ook wel eens 4,5 dag, want het is vaak druk, maar dat is niet erg. 

Ik neem aan dat jij geen diensten hebt nu of toch wel? 
Nee dat klopt, ik ben de weekenden en avonden vaak vrij, heerlijk! 

Kun je gemakkelijk rondkomen van jouw salaris, of is het financieel momenteel zoals tijdens de studententijd (een dubbeltje op z’n kant)?
Dat verschilt erg per bedrijf denk ik. Ik werk en studeer nu nog dus daar hoort een ander salaris bij. Als ik straks volledig afgestudeerd ben heb ik denk ik een salaris zoals de meeste arts-assistenten. Echter werk ik minder uren en heb ik geen diensten, dus mijn uursalaris is relatief gezien misschien wat hoger ;). 

Wat zijn in jouw baan de doorgroeimogelijkheden of zijn die er niet echt?
Eeuhm, ik denk dat dat per bedrijf ook weer verschilt. In principe heb ik doorgroeimogelijkheden naar een meer leidinggevende functie over een groter team.  

Stel er zijn mensen mega enthousiast geworden van jouw verhaal en zij zouden hetzelfde willen doen. Heb je tips? 
Ik denk dat er weinig bedrijven zijn die echt medische apps ontwikkelen, maar er zijn veel bedrijven die zich bezighouden met eHealth. Daarin zijn veel banen voor artsen! Veel collega’s van mij hebben deze baan parttime naast hun werk als klinische dokter of bijvoorbeeld promovendus. 

Mis je het ziekenhuis wel eens? En voel je je nog dokter? 
Ja en ja. Ik mis het ziekenhuis zeker wel eens, maar voel me ook nog dokter, al is dat wel een stuk minder dan eerst. Ik mis met name de medische inhoud soms, ik vind het menselijk lichaam zo interessant en daar houd ik me nu toch minder mee bezig. En ohja, het praktische mis ik, soms zou ik weer even een infuus of bloedgas willen prikken! Het patiëntencontact daarentegen mis ik eigenlijk niet zo erg. 

Word je ooit weer een klinische dokter?
Sowieso niet in het ziekenhuis denk ik, maar wellicht iets buiten het ziekenhuis. Ik vond de forensische geneeskunde leuk, maar cosmetische arts of arts bij de GGD lijkt me ook leuk. Iets meer in lijn met mijn huidige studie, zoals een functie binnen het management van een ziekenhuis lijkt me ook interessant, dus wie weet! 

‘Ik zou iedereen dan ook willen aanraden om zijn/haar eigen pad te volgen en niet bang te zijn voor keuzes die misschien niet zo voor de hand liggen!’

Hoe zou je de zorg willen veranderen?
Ik zou veel meer willen bijdragen aan verandering en daarmee aan het creëren van waarde voor een patiënt, of met een chique woord: waardegedreven zorg. Daarnaast erger ik me aan de inefficiënte systemen in het ziekenhuis, helemaal nu ik weet wat er allemaal mogelijk is. Nu moet je zo vaak klikken voordat je ergens komt en is gegevens delen tussen ziekenhuizen nog zo moeilijk. Best gek zo’n inefficiënt systeem, terwijl de werkdruk erg hoog is. Dat zou ik wel willen veranderen!

Tot slot, had je bepaalde keuzes anders willen maken?
Nee, zeker niet. Ik ben nog steeds blij dat ik Geneeskunde ben gaan studeren, want het menselijk lichaam is gewoon enorm boeiend. Vooral van de coschappen heb ik zoveel geleerd. Niet alleen op medisch vlak, maar ook op persoonlijk vlak. Ik zou iedereen dan ook willen aanraden om zijn/haar eigen pad te volgen en niet bang te zijn voor keuzes die misschien niet zo voor de hand liggen!


Vragen of opmerkingen over de blog? Ik vind het leuk als je me een berichtje stuurt op instragram of via e-mail. Vrienden of collega’s die deze blog wellicht ook interessant vinden? Deel het met ze!