Jaarlijks ronden ongeveer 2300 studenten hun master Geneeskunde af, wat wil zeggen dat er 2300 jonge dokters per jaar bij komen. Een gedeelte weet direct welke richting ze op willen en welk specialisme het eindstation moet gaan worden, maar een heel groot gedeelte heeft geen idee. Veel jonge dokters stappen op de trein die toevallig voorbij komt en vaak is niet duidelijk hoe veel verschillende eind- en tussenstations er zijn. Er is zoveel te kiezen in de Geneeskunde! Maar stel dat je wel weet wat het eindstation moet worden, via welke tussenstations kom je daar dan?
Zoals de meesten van jullie weten ben ik deze blog begonnen omdat ik niet bij dat percentage jonge dokters hoorden die precies wisten wat ze wilden en hoe ze daar moesten komen. Ik neem graag weloverwogen beslissingen en daarvoor moet je eerst weten wat er allemaal te kiezen valt.
Om in de metaforen van treinen en stations te blijven: welke eindstations of bestemmingen zijn er allemaal? Via welke tussenstations kom ik daar? Waar kan ik opstappen? Kies ik voor de eerste klasse, verzekerd van een (zit)plaats of ga ik voor de tweede klasse en moet ik wellicht de hele weg staan om misschien zittend op mijn eindstation aan te komen? Vanaf waar vertrekt de sneltrein, wat is de stoptrein, en hoe lang doet ie er dan over?
Allemaal vragen die ook gelden bij het kiezen van jouw specialisme, jouw droombaan. Als het eindstation bekend is begint het uitstippelen van de weg er naar toe! Gelukkig heb ik, na de verschillende opties op een rij te hebben gezet, mijn keuze gemaakt. Bij de Interne Geneeskunde voel ik me helemaal op mijn plek, mijn grote doel is om internist te worden! Oké, keuze gemaakt, wat nu?
Stel dat je weet wat jouw droomspecialisme is en daarmee wat het eindstation is, via welke tussenstations kom je daar dan?
Allereerst is het goed om te kijken hoeveel opleidingsplekken er jaarlijks zijn en waar de opleidingscentra zich bevinden. Zo weet je waar je zult gaan solliciteren, maar ook op welke plaatsen je allemaal zou kunnen gaan werken. Ik schreef eerder een blog over het aantal opleidingsplekken per specialisme, deze vind je hier: https://www.doktersdiehetandersdoen.nl/blog-5-een-opleidingsplek-bemachtigen/
Dan is het natuurlijk goed om te bekijken hoe jij op jouw eindstation wil komen. Bij verschillende specialismen is promoveren tegenwoordig een hele grote pré en soms eigenlijk wel een must. Hoe dan ook vergroot promoveren de kans op een opleidingsplek bij veel specialismen, dus dit is zeker iets om over na te denken. Naar mijn mening zou je alleen moeten promoveren omdat je dat leuk vindt, maar de praktijk bewijst dat dat niet altijd zo is. Bepaal voor jezelf wat je wilt en ga ervoor! Benieuwd hoe het leven van een promovendus eruit ziet? En de mening van de lezers van dokters die het anders doen over de vraag of promoveren je een betere dokter maakt? Lees dan onderstaande blog met promovendus Eefje: https://www.doktersdiehetandersdoen.nl/blog-8-promoveren-of-niet/
Daarnaast is je Curriculum Vitae (CV) natuurlijk super belangrijk! Hoe maak je een CV en wat zet je er allemaal op? Op internet zijn verschillende voorbeelden te vinden van CV’s, maar neem ook niet zomaar een CV over. Bij de ene baan is het heel relevant om ‘Rijbewijs B’ op je CV te zetten, maar bij heel veel banen eigenlijk niet. Zorg dat er geen irrelevante zaken op jouw CV staan, maar spits het helemaal toe op wat relevant is voor jouw vakgebied. En vraag vooral ook aan collega’s of zij mee willen kijken naar jouw CV. Missen zij iets? Klopt de indeling? Hebben ze nog andere aanvulling? Daarnaast biedt de VvAA voor haar leden een gratis ‘CV check’ aan, dat kan natuurlijk nooit kwaad! Je kunt je CV uploaden en nadien volgt een belafspraak met tips. De website van de VvAA voor een CV check vind je hier: https://www.vvaa.nl/opleidingen/cv-check
Maak je eigen weloverwogen keuze en stippel jouw eigen pad uit!
Een sollicitatiebrief en je uiteindelijke sollicitatiegesprek zijn natuurlijk erg persoonlijk. Hierin mag jij jezelf laten zien en moet je de sollicitatiecommissie overtuigen dat jij die opleidingsplek verdient! Dat lukt je natuurlijk alleen maar als je weet wáarom je wilt wat je wilt. Maak je eigen weloverwogen keuze en stippel je eigen pad uit, dan kom je er wel! Ga ervoor!
Vragen of verzoekjes voor een nieuwe blog? Stuur een mail naar doktersdiehetandersdoen@gmail.com en volg vooral het Instagram account.
Zoals jullie weten schrijf ik blogs op verzoek! Deze week spreek ik daarom met twee toppers van dokters én moeders! Want hoe combineer je het ouderschap met een drukke baan als dokter? Ik ga in gesprek met Gabby, anesthesioloog in opleiding, maar momenteel fulltime promovendus en sinds maart 2021 moeder van een dochtertje, en Cecile, die recent de opleiding tot SEH-arts afrondde en in april 2021 moeder werd van zoontje Joes.
Gabby
Cecile
Gabby en Cecile, wat super dat jullie ons mee willen nemen in jullie leven als dokter en moeder. Hoe ziet jullie werkweek eruit? Gabby: Momenteel doe ik fulltime onderzoek, dat wil zeggen dat ik 38 uur per week bezig ben met mijn promotie. Ik was net gestart met mijn tweede jaar van de opleiding tot anesthesioloog toen ik besloot deze tijdelijk te pauzeren zodat ik kon promoveren. Vanaf januari zal ik mijn opleiding tot anesthesioloog parttime herstarten en in mijn vrije tijd mijn promotie afronden. Dat zal best pittig worden met een baby, maar het scheelt dat ze tegen die tijd alweer 9 maanden is. Cecile: Ik ben SEH-arts KNMG. Je treft me op een goed moment, want ik heb mijn opleiding nét afgerond. Ik heb vooralsnog dus alleen als moeder gewerkt tijdens mijn AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist) periode. Ik werkte als AIOS 80% wat neer kwam op 36 uur in de week. Dat zijn vier diensten per week. Een werkweek op de SEH bestaat uit zeven dagen in plaats van vijf, dus mijn vier diensten zijn niet per definitie tussen maandag en vrijdag. Het is een pittige baan met veel onregelmatigheid. Een vloeiende overgang met thuis dus aangezien het leven met een kind ook volkomen onregelmatig is haha. Maar ik geniet van de onregelmatigheid en afwisseling! Een 8.00-18.00 uur baan zou niets voor mij zijn.Naast de diensten houd ik me bezig met onderwijs, cursussen en onderzoek. De voorbereiding en uitvoering daarvan moet vaak in je eigen tijd.
Cecile, wat is voor jou de grootste verandering geweest sinds je moeder bent? Het ritme! Voordat ik een kindje had vond ik dat onregelmatige van mijn werk juist erg fijn. Natuurlijk is het niet leuk als iedereen in het weekend vrij is en ik niet mee kan naar een feestje omdat ik dienst heb, maar verder genoot ik van de afwisseling. Juist de avonddiensten vond ik heerlijk. Lekker druk beginnen en dan (hopelijk) een beetje rustiger afsluiten aan het einde van de avond, op de fiets naar huis, douchen en naar bed. De volgende ochtend kon ik dan uitslapen en de dag rustig starten. Even de stad in, koffie drinken of lunchen met een vriendin, maar een baby houdt geen rekening met hoe laat ik naar bed ga. Als ik om 1.00u in bed lig, is 6.00u een baby voeden wel heel vroeg… En ik ben wat gemakkelijker geworden, vroeger wilde ik echt alles tot in de puntjes voorbereid en af hebben. Dat is een stuk lastiger met een baby thuis! Natuurlijk moeten bepaalde dingen af, maar als ik ergens niet aan toe kom (omdat ik het in mijn eigen tijd had moeten doen), dan kan ik gemakkelijker zeggen; helaas, volgende keer beter. Ik weet niet of dat echt komt doordat ik moeder ben geworden, of gewoon doordat ik wat ouder ben geworden.
Gabby, hoe ziet je werkweek er vanaf januari uit als je weer aan de slag gaat als anesthesioloog in opleiding? Ik ben dan weer 4,5 dagen per week aan het werk op het OK-complex in het ziekenhuis. Vrijdagmiddag hebben we altijd onderwijs. Daarnaast starten en eindigen we elke dag met een overdracht waarin op basis van de casuïstiek van die dag elkaar wat wordt geleerd. Op andere momenten wordt er onderwijs gegeven door een collega AIOS. De werkdagen variëren in welke dienst je hebt, in het begin doen we bij ons nog geen nachtdiensten, maar de andere varianten hebben we wel. Ik weet dat ze de diensten bij alle opleidingslocaties net wat anders doen. Dus sommige hebben wel direct nachtdiensten. De diensten vind ik het leukst en meest uitdagend! Kortom, leerzame dagen waarbij alles direct in de praktijk wordt gebracht!
‘Je kunt je gewoon niet voorstellen hoe het is om ineens moeder te zijn’
– Cecile
Jullie zijn beide begin dit jaar moeder geworden. Hoe was dat? Gabby: Het is heel bijzonder om zo’n afhankelijk mensje te hebben die direct onvoorwaardelijk kiest voor jou. Je leeft natuurlijk al langere tijd naar het moment toe dat je moeder wordt, je leest alle boeken, blogs, en alles wat je aanschaft gaat door een hele kritische keuring heen. Dat is eigenlijk op zich al bijzonder, want op andere materialistische keuzes in je leven bereid je je ook niet zo goed voor. Ik heb hiervoor altijd vooral op mijn gevoel keuzes gemaakt en me enigszins ingelezen. Nu had ik bedacht; ik wil het beste maar voor een eerlijke, redelijke prijs. En ik heb me suf gelezen en gegoogled, haha. Van matras en fles tot luier-emmer en nagelvijl… echt alles heeft een blog met een advies om het op een bepaalde manier te doen. Je wordt er gek van! Er is altijd een andere mening te vinden die het kiezen lastiger maakt. En dan blijkt vervolgens dat je kind die ene flessenspeen niet pakt, maar een andere wel. Kortom het is heel mooi en bijzonder, maar er gaat ook echt een bizarre wereld voor je open. Cecile: Heel bijzonder! We hadden een heel gek jaar achter de rug waarin onze bruiloft werd geannuleerd vanwege COVID-19 en het traject om zwanger te worden werd stil gelegd. Gelukkig kon dat halverwege de zomer opgestart worden en was ik snel zwanger, maar de bruiloft werd voor de tweede keer uitgesteld door een harde lockdown en inmiddels was ik dus al 4 maanden zwanger. We wilden getrouwd zijn voordat de kleine zou komen, dus uiteindelijk zijn voor de wet getrouwd, maar de échte dag moet dus nog komen. De laatste loodjes op de SEH waren pittig. Het is toch wel even iets anders om met een dikke buik over een drukke spoed te banjeren! Je kunt je voorstellen dat ik wel toe was aan mijn verlof! Ik had verlof midden in de lockdown en kon dus niet echt ‘leuke’ dingen doen. Voordeel daarvan was wel dat ik veel thuis was en kon uitrusten (dat is volgens mij ook waar het verlof eigenlijk voor bedoeld is haha). Nadat Joes geboren was hebben we het ook met bezoek heel rustig aan gedaan. Geen drie kraambezoeken per dag gelukkig! Er mocht één iemand per dag op bezoek komen. Dat hebben wij als heel prettig ervaren, omdat het daardoor voor ons, maar vooral ook voor Joes veel rustiger was. Ik vond het heerlijk om lekker te wandelen en dat heb ik dan ook heel veel gedaan. Het was heel fijn om lekker lang vrij te kunnen zijn met je kindje. Er is zoveel waar je aan moet wennen! Mensen vragen weleens of het is zoals ik had verwacht, maar eerlijk gezegd; je kunt je gewoon niet voorstellen hoe het is, om ineens moeder te zijn! Er is gewoon zoveel waar je nog nooit over hebt nagedacht!
Hoe was het voor jullie om weer aan het werk te gaan na je verlof? Gabby: Omdat ik in mijn onderzoeksperiode zit kon ik prettig en rustig opstarten hoe dit voor mij het beste paste. Zo kon ik zelf beslissen dat ik na 10 weken een keer een halve dag ging werken in het ziekenhuis, of kon ik thuis achter de laptop even wat gaan schrijven. Ik vond het prettig om mezelf te oriënteren op wanneer en waar kolven, maar ook qua energieniveau en loskomen van je baby vond ik het fijn om alvast te oefenen. Persoonlijk was ik na 12 weken verplicht verlof helemaal klaar met 24/7 alles voor mijn baby doen. Ik was altijd al heel slecht in thuis zitten en het huishouden doen, haha. Nu met een baby erbij is het zeker heel anders hoor. En het was ook echt heel fijn om zoveel tijd met je kersverse kindje door te brengen, maar als ze zo klein zijn heb je nog zo weinig interactie en draait alles om voeden, slapen, huid-op-huid contact en luiers. Naast natuurlijk je eigen herstel van de bevalling. Dat had ik wel gezien na 3 maanden! De combinatie van werken en daarna thuiskomen om nog even die voeding te doen en te knuffelen is perfect! Ook even die hersenen laten draaien op een inhoudelijk hoger niveau met volwassen gesprekken in plaats van jezelf bezig houden met de vraag of deze kleur poep wel/niet normaal is om vervolgens maar weer eens google erbij te pakken. Maar pittig was het in het begin wel, met name de hele planning er omheen. Zodra ik aan het werk was, liep het gewoon. Maar tegen het einde van de werkdag begon die planning weer; tot hoe laat zal ik nog op het werk kolven, kan ik op tijd thuis zijn om nog te voeden etc. maar na enkele dagen stel je jezelf die vragen niet meer, dan zit je gewoon in de flow en gaat alles vanzelf. Cecile: Ik had na mijn verlof nog wat vakantie opgenomen, dus ben uiteindelijk 12 weken na de bevalling weer aan het werk gegaan. Ik had gedacht dat ik niet kon wachten om weer aan het werk te gaan, maar dat viel wel mee, haha! Ik vond het wel lekker zo thuis met een baby. Al merkte ik toen ik eenmaal weer aan het werk was, dat het ook wel heel fijn was om weer iets te hebben waarin ik meer kon zijn dan alleen moeder. Dokter Cecile i.p.v. mama Cecile ;). Het werken vind ik goed te combineren met een baby! Natuurlijk vind ik het niet leuk als ik thuis wegga voor een dienst en Joes achter moet laten bij de oppas of zijn mama, maar eenmaal op het werk is het helemaal prima. Aan het einde van de dag is het dan wel weer heel leuk om naar huis te gaan. Niets is fijner dan lekker knuffelen met een baby (nog beter; je eigen baby) nadat je een hele drukke en soms ook heftige dienst hebt gehad.
Wauw, wat een hardwerkende moeders zijn jullie. Hoe doe je dat allemaal? Gabby: Veel steun van familie, goed plannen/communiceren en efficiënt werken. Ik denk dat dat mijn mantra is en vooral die steun is erg belangrijk. Zonder hadden ik en mijn man meer compromissen moeten maken op onze hobby’s bijvoorbeeld. Nu kunnen we eigenlijk nog bijna alles doen wat we voorheen ook deden. Het is niet dat we beide geen compromissen willen maken, want we hebben beide 1 dag per week vrij van werk zodat we er volledig voor ons kindje kunnen zijn bijvoorbeeld. Maar de hobby’s die we hebben en het contact met vrienden is ook waar we energie uit halen. Wij vonden dat we daar niet teveel op in moeten leveren. Ik vind daarnaast mijn werk echt ontzettend leuk en ga er elke dag met veel plezier naartoe, dat zorgt er natuurlijk ook voor dat dit weinig stress veroorzaakt. Cecile: Ik werkte al parttime, maar ik heb ervoor gekozen om nog iets minder te gaan werken. De ene week vier diensten, de andere week drie diensten. Daarnaast geef ik dan nog les aan verpleegkundigen en co-assistenten, dat vind ik super leuk om te doen! Omdat mijn werk onregelmatig is en ik parttime werk scheelt dat qua opvang voor Joes. Hij gaat één dag in de week naar de opvang en wij hebben allebei een vaste vrije dag. Dan hebben we het geluk dat de opa’s en oma’s willen en kunnen oppassen. Zij zijn ook flexibel en kunnen eventueel een dag ruilen als dat beter uitkomt. In het weekend is mijn vrouw, Eefje, (meestal) thuis voor Joes. Soms ben ik toevallig vrij op een dag dat er opvang voor Joes is, of op de dag dat Eefje ook vrij is. Joes gaat dan gewoon naar de opvang, zodat ik even wat tijd voor mezelf heb, of juist nog dingen voor werk/de opleiding af kan maken. Maar als we samen vrij zijn genieten we even extra van de tijd met elkaar. Op die manier zorgen we er ook voor dat we niet volledig langs elkaar heen leven.
‘Ik doe alles waar ik als jong meisje van droomde’
– Gabby
Gaat jullie kindje ook naar de opvang Gabby? Onze dochter gaat 2 dagen per week naar de opvang en 1 dag per week gaat ze naar mijn ouders. Daarnaast hebben wij zelf dus 1 dag per week vrij om samen te zijn met onze dochter. Voor mij is het de perfecte combinatie om 4 dagen te werken en 3 dagen met mijn dochter te hebben. Mijn man zou in de toekomst wel terug willen naar 3 dagen werken in plaats van 4.
Wat doet jullie partner voor werk? Gabby: Mijn man maakt websoftware en heeft een kantoorbaan. Dit helpt ook echt in de dagelijkse planning gezien hij geen avonden of weekenden hoeft te werken. Het zou veel meer gepuzzel zijn als hij ook diensten zou moeten draaien. Nu komt het alleen een enkele keer voor dat hij naar een evenement moet. Maar dan kunnen we dus terugvallen op ons grote familie netwerk die met liefde komen oppassen. Cecile: Mijn vrouw is momenteel bezig met het afronden van haar promotieonderzoek. Daar is ze behoorlijk druk mee en wat ze zeggen is echt zo; de laatste loodjes wegen het zwaarst! Wat na de bevalling heel fijn was, is dat zij nagenoeg volledig thuis werkte door COVID-19. Zij kon daardoor toch af en toe even helpen als het allemaal druk was en heeft daardoor heel bewust veel meer meegekregen van die eerste weken dan het geval zou zijn geweest als ze wel vier dagen in de week naar het ziekenhuis had gemoeten.
Hoe doen jullie dat met (nacht)diensten? Gaby: Ik ga gewoon een nachtdienst doen wanneer dat zo is, haha. Gelukkig sliep onze dochter altijd heel goed waardoor we we snel terug konden naar 1 nachtvoeding. In de verdeling die we hadden gemaakt deed mijn man de nachtvoeding sowieso al, dus het enige wat voor hem veranderde was dat hij de ochtendvoeding erbij had. Dit is zeker pittig voor hem hoor! Maar als het niet al te vaak voorkomt, is dat wel te doen. Het is ongelofelijk hoeveel je ineens kan hebben voor je eigen kind. Zoals veel ouders zeggen: ‘ik snap niet hoe ik dat toen allemaal heb gedaan’. Dat gaat zeker op! En gek genoeg vergeet je ook snel hoe zwaar het was. Mijn dochter is nu bijna 8 maanden; slaapt door van 19-7u, heeft nog maar 5 flessen en eet al best wat vast voedsel. Ik kan me nu al niet meer voorstellen hoe het was toen ze 4 maanden was; waarbij ze meer sliep dan ze wakker was op een dag en ze nog 8 flessen kreeg (waarvan 3 in de tijd dat ze nu slaapt). Je groeit heel snel mee als ouder en het went ook snel. Cecile: Tot nu toe heb ik nog geen nachtdiensten gehad omdat ik nog borstvoeding geef. Dan hoef je tot 6 maanden na de bevalling geen nachtdiensten te doen. Ik ben dus wel heel benieuwd hoe dat straks gaat worden, die nachtdiensten!
Heb je wel eens negatieve reacties gehad op je zwangerschap? Voelde je je bezwaard? Gabby: Nee, ze zijn in ieder geval niet tegen mij geuit. Mensen dachten het misschien wel, haha. Ik vond het wel heel spannend om het tegen mijn begeleiders van mijn promotietraject te vertellen. Ik was bang dat ze inderdaad zouden zeggen dat het onverstandig was om zwanger te raken gezien de ambities die ik heb. Dus ik had mijn betoog al gemaakt in mijn hoofd. Maar ik heb mezelf eigenlijk nooit hoeven verdedigen. Dat was wel echt een geruststelling! Tegenover collega’s heb ik me nu ook niet bezwaard gevoeld omdat ik sowieso al geen diensten deed vanwege mijn onderzoek. Dus er heeft niemand roostertechnisch nadelen van ondervonden. Ik kan me echter heel goed voorstellen dat ik me wel bezwaard zou hebben gevoeld als ik mijn collega’s zou belasten met extra diensten. Vooral ook omdat ik mezelf gedurende de hele zwangerschap lichamelijk goed voelde, dus ik zou het wel hebben gekund denk ik. (Even buiten beschouwing gelaten wat nachtdiensten doen met jezelf en je kindje tijdens een zwangerschap.) Cecile: Ik heb geen negatieve reacties gehad. Het is voor het rooster natuurlijk niet fijn dat je zwanger bent en geen nachtdiensten doet, maar ik heb het zo vroeg mogelijk aangegeven, zodat er met de roosterplanning rekening gehouden kon worden.
Geef je borstvoeding? Hoe doe je dat op werkdagen? Gabby: Tip van Flip voor borstvoeding; niet bezuinigen op een kolfapparaat! Ik moest elke dag 30 minuten rijden naar mijn werk. Ik had een kolfapparaat op accu en kon daardoor in de auto kolven en op elke willekeurige plek in het ziekenhuis. Geen stopcontact nodig, alleen lopend water zodra ik klaar was. Dit maakt het combineren van werk met borstvoeding zoveel flexibeler. En verder zodra je gaat werken investeren in huid-op-huidcontact in de avonden om je productie goed te houden en natuurlijk om te wennen aan zo weinig bij elkaar zijn plotseling. Een baby voelt dat feilloos aan. Cecile: Ja, ik geef borstvoeding en dat verliep vanaf het begin gelukkig heel erg goed. Ik vind het super waardevol om mijn zoontje op die manier groot te kunnen brengen. Tijdens het werk had ik geluk dat ik door de afronding van mijn opleiding zogenoemde supervisie diensten deed. Daarmee kon ik alvast ‘oefenen’ hoe het is om straks echt de eindverantwoordelijkheid te hebben als SEH-arts. Groot voordeel hiervan was dat ik daarvoor boventallig ingepland werd. Dit maakte dat ik heel gemakkelijk even 20 minuten weg kon om te kolven. Als dat niet zo was geweest was het denk ik veel moeilijker geweest om de borstvoeding vol te houden. Ik merkte dat al op dagen dat ik niet overgepland stond. Dan heb je gewoon echt niet altijd tijd om even rustig te gaan zitten. Ik vergat dan soms ook weleens dat ik moest kolven… niet oké natuurlijk. Maar gelukkig is dat niet zo vaak gebeurd.
Hebben jullie nog tips? Gabby: Eigenlijk is het allerbelangrijkste dat je voor jezelf een goed moment kiest om moeder te worden. Die afweging kan je alleen zelf maken: zijn jij en je partner er klaar voor, is thuis alles zo ver op orde dat er een baby bij kan, wat is het handigste qua timing met een eventuele opleiding (qua stages, dienstbelasting, grote examens) en heb je een plan B en C voor de tegenvallers. Zodra je daar een idee van hebt, werkt hopelijk de natuur een beetje mee, want het is helaas niet iedereen gegeven. Voor mij was het de beste keus om het te doen tijdens mijn onderzoeksperiode waarin ik geen diensten had, ik mijn eigen tijd kon plannen en geen grote deadlines had. En de natuur werkte ook mee. Laatste tip: ontdek en bewaak je grenzen. Je verliest jezelf snel in de dagelijkse drukte, dus communiceer goed met je partner om te voorkomen dat je een burn-out krijgt. Maar laat je ook niet direct uit het veld slaan bij een uitdaging! Alles draait om balans in je energiegevers en -vreters. Cecile: Een goed moment kiezen is belangrijk, maar aan de andere kant is er geen perfect moment. Nog niet als je ANIOS bent, want tja je moet nog in opleiding komen, maar ook niet meteen nadat in de opleiding ben. Dan maar beetje aan het einde van de opleiding? Nou ja, dat is ook wel weer heel druk… Net na de opleiding is alleen ook niet handig, want dan moet je solliciteren voor een plek als specialist. Kortom; het komt nooit uit. Maar het is super leuk! En het komt wel goed. In elke fase is er wel een draai aan te geven. Dus probeer die planning ook een beetje los te laten!
Vragen of opmerkingen? Stuur een e-mail of een bericht op Instagram. Heb je geen Facebook of Instagram en wil je wel op de hoogte gehouden worden van nieuwe blogs, meld je dan nu aan voor de mailinglist.
We vertellen het allemaal aan onze patiënten: het is belangrijk om gezond te eten, voldoende te bewegen, niet te roken en niet te veel alcohol te drinken. Maar lukt het onszelf wel? Hoe blijf je gezond en fit naast een fulltime baan die vaak bestaat uit meer dan 40 uur?
Gezonde voeding Volgens het Voedingscentrum Nederland zou je elke dag ten minste één product uit alle vijf categorieën van de schijf van vijf moeten eten. En het liefst natuurlijk niet elke dag hetzelfde, maar gevarieerd! Gezond eten volgens Voedingscentrum Nederland houdt in 250 gram groente per dag en twee stuks fruit, het liefst volkoren producten, eiwitrijke voeding zoals vlees, vis, peulvruchten of eieren (en het liefst niet dagelijks vlees), voldoende zuivelproducten, een handje noten op z’n tijd, bakken en braden in zachte of vloeibare vetten zoals olijfolie, deze bevatten veel onverzadigde vetten en drink water of thee zonder suiker, het liefst zo’n 1,5 liter per dag.
Het klinkt zo gemakkelijk en we weten allemaal wel hoe het moet, maar toch is iets halen bij het personeelsrestaurant vaak nóg gemakkelijker. Je ontbijt overslaan en je lunch kopen in het ziekenhuis zodat je in de ochtend toch nog maar een keer kunt snoozen. Klinkt herkenbaar? Hier een aantal tips die niet al te veel tijd kosten naast je drukke baan op gezonder te eten:
Eet niet alleen groente bij de avondmaaltijd, maar ook tijdens je lunch of als tussendoortje. Een bakje cherrytomaatjes, (mini)komkommer, wortel of (punt)paprika. Kant-en-klaar te koop dus het kost weinig tijd en is heel gezond!
Geen tijd of zin om uitgebreid fruit te snijden zoals watermeloen of ananas? Doe diepvries fruit door je yoghurt, neem een appel, peer, banaan of mandarijn of kant-en-klaar bakje vers fruit mee naar je werkt. Scheelt tijd en net zo lekker!
Kook in de avond wat meer en neem een klein portie mee als lunch met groente en volkoren producten.
Wil je er wel (een beetje) tijd aan besteden? Maak de avond van te voren eens een volkoren wrap in plaats van die boterham met kaas elke dag, of maak een salade om mee te nemen.
Drinkt voldoende water en/of thee, en uiteraard als je het nodig hebt koffie! Tip is om een grote fles mee te nemen die je kunt vullen en bij je computer kunt zetten. Zo word je er telkens aan herinnerd om te drinken en hoef je niet telkens naar de kraan te lopen en meerdere wegwerkbekertjes te gebruiken. Met een eigen flesje drink je meer, bespaar je tijd en tevens is het beter voor het milieu!
Je ontbijt overslaan en lunch op je werk kopen zodat je wat langer in bed kunt blijven liggen. Herkenbaar?
Voldoende bewegen De Gezondheidsraad publiceerde in augustus 2017 de beweegrichtlijn. Daarin wordt geadviseerd om wekelijks 150 minuten matig intensief te bewegen (wandelen, fietsen, hardlopen et cetera) verspreid over meerdere dagen, tweemaal per week spier- en botversterkende oefeningen te doen en veel zitten te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat 52,9% van de volwassenen in 2020 dit haalden. Dat onderzoek hebben we natuurlijk herhaald bij de volgers van het Instagramaccount @doktersdiehetandersdoen en daar denkt, van de vijftig personen die meededen, zo’n 55% de beweegnorm te halen. Vergelijkbaar met de Nederlandse volwassenbevolking dus. En eerlijk is eerlijk, 150 minuten, oftewel 2,5 uur (klinkt ineens veel meer he?!) is best veel. Hoe doe je dat nou naast die drukke baan? Jullie gaven tips!
Probeer te fietsen of lopen naar je werk. Is dat te ver? Zet de auto dan niet pal voor de deur maar loop een stuk.
Probeer eens tijdens je lunchpauze (als je die hebt) een stuk te wandelen. Bij de meeste ziekenhuizen is het bereik van je sein prima rondom het ziekenhuis. Als je even buiten bent geweest ben je daarna weer helemaal fris om hard aan het werk te gaan!
Neem altijd de trap! Alle ziekenhuizen hebben een lift, maar die hoef je natuurlijk niet te nemen.
Werk je in een groot ziekenhuis dan zet je al snel een groot aantal stappen per dag en dat is gezond! En vind je het toch te weinig? Vraag aan diegene die het rooster maakt of je een weekje ingedeeld kan worden op de consulten, dan haal je die 10.000 stappen per dag zeker ;). Wil je het serieuzer aanpakken of heb je wat tijd over?
Zoek een sportmaatje! Sporten en bijkletsen met een collega of vriend(in)? Twee vliegen in één klap! Een stuk wandelen en spraakberichten naar vriendinnen versturen of tegelijkertijd je moeder bellen werkt natuurlijk ook!
Zorg voor regelmaat en plan bewegen/sporten in. We zijn nou eenmaal gewoonte dieren en houden van routine. Maandagavond je vaste sport avondje? Dan plan je de rest daar gemakkelijker omheen dan wanneer je je sporten plant in de tijd die overblijft.
Voldoende bewegen is niet hetzelfde als helemaal stuk gaan en totaal bezweet van een zware sportsessie weer thuis komen (dan zou ik er namelijk ook minder zin in hebben). Maak het makkelijk: wandel een halfuurtje met een luisterboek of muziekje, doe thuis een workout via YouTube of download de app ‘7 minute workout’ en doe dit voordat je naar je werk gaat. Kleine moeite, groot plezier! En dan nog een kleine side-note. Ik heb gelezen dat je met een half uur in een warm bad liggen ook veel kcal verbrand, ik zou zeggen: doe er je voordeel mee ;).
Niet roken Deze snappen we allemaal en lijkt me niet zo ingewikkeld. Gewoon niet doen!
Beperk alcohol Tja.. Een wijntje, (speciaal)biertje, Gin Tonic of goede cocktail met lekker weer, wie geniet daar nou niet van?! Maar erg gezond is het natuurlijk niet. Het klinkt suf ‘geniet, maar drink met mate’ maar het is natuurlijk wel de waarheid. Beperk je alcoholgebruik bijvoorbeeld tot één of twee dagen in het weekend en probeer dan niet te veel te drinken.
Zo dat waren een heleboel tips op een rijtje. Wat mij geholpen heeft de afgelopen weken is met name bewust zijn van wat je eet en bewegen/sporten inplannen. Sportkleding van te voren klaar leggen is trouwens ook een goede tip! Verder probeer ik te variëren in mijn ontbijt en lunch en maak ik het de avond van te voren klaar. Ik heb een hele lading aan vershoudbakjes gekocht en zorg zo dat ik altijd iets lekkers en gezonds bij me heb, dan ga je ook niet snacken van de honger!
Veel succes en zet ‘m op!
Nog meer tips of lekkere recepten? Maak een foto en tag @doktersdiehetandersdoen op Instagram!
Als je in de zog werkt hoort het erbij: diensten. Dagdienst, tussendienst, avonddienst, nachtdienst én weekenddienst, de zorg draait 24/7 door. Maar hoe zorg je nou dat je je zo goed mogelijk voelt tijdens je dienst?
Het verschilt per specialisme hoe je diensten eruit zien, maar ook je functies zorgt voor verschillen. Medisch specialisten hebben vaak bereikbaarheidsdienst, een dienst op afstand dus, waarbij ze telefonisch bereikbaar zijn voor overleg en supervisie van de patiënten die worden beoordeeld door de arts-assistent. Bij sommige specialismen is het als medisch specialist wel nodig om in het ziekenhuis te zijn tijdens de dienst. Een patiënt met een hartinfarct kan niet op afstand gedotterd worden en ook een keizersnede of blinde darm operatie kan niet telefonisch. Als arts-assistent ben je tijdens je dienst aanwezig in het ziekenhuis en beantwoord je alle vragen van verpleegkundigen en beoordeel je patiënten op de spoedeisende hulp of opgenomen patiënten die erg ziek zijn. Daarna maak je samen met je supervisor telefonisch een plan voor je patiënt. Ook de verpleegkundigen, physician assistents, verpleegkundig specialisten, fysiotherapeuten, voedingsassistenten et cetera zijn altijd aanwezig (en aan het werk) tijdens hun diensten en hebben geen bereikbaarheidsdienst.
Je dienst kan er dus op verschillende manieren uitzien, maar één ding hebben ze allemaal: je werkt op onregelmatige tijden en vaak als anderen vrij zijn (of slapen).
Persoonlijk vind ik diensten vaak leuk om te doen, want je ziet allerlei verschillende patiënten en dus ziektebeelden en je kunt vaak echt iets betekenen. Daarnaast leer je heel veel tijdens de dienst. De sfeer in het ziekenhuis in de avonden, nachten en weekenden is heel anders dan overdag, maar heel gemoedelijk en gezellig. Echter kunnen lange drukke diensten op onregelmatige tijden heel vermoeiend voor je lichaam zijn en dat maakt het soms best pittig. Van de onregelmatige tijden raakt je biologische klok van slag en dat maakt je slaperig, hongerig of humeurig op de gekste tijdstippen. Belangrijke vraag is dus: hoe zorg je dat je je zo goed en fit mogelijk voelt in de dienst?
‘De zorg, en dus ook de verpleegkundigen en dokters, draait 24/7 door, dus ook als anderen vrij zijn of slapen’
Via Instagram kreeg ik heel veel tips en tricks van jullie en zelfs een artikel met evidence based tips. Hiermee ga jij de (nacht)diensten fit in en kom je er ook weer fit uit!
Roteer voorwaarts. Dat wil zeggen dat het verstandig is om te starten met een dag- of tussendienst, daarna een avonddienst en dan pas een nachtdienst. Zo verleg je langzaam je eigen circadiane ritme. Het ideale aantal nachtdiensten achter elkaar zou wetenschappelijk drie zijn met een maximale duur van acht uur per dienst. In de praktijk is dat bij dokters vaak anders, maar zeg nou zelf: liever zeven nachten bikkelen en wat minder vaak nachtdienst dan drie nachtdiensten elke maand toch?
Doe een dutje voor je nachtdienst. Uit onderzoek is gebleken dat ‘in het voren’ slapen effectief is en je significant minder vermoeid bent tijdens je nachtdienst. De duur van je dutje maakt niet zoveel uit, maar de beste tijd zou tussen 14.00 en 16.00 uur zijn. Een evidence based siësta is dus de ultieme tip!
Zorg voor zoveel mogelijk (blauw) licht tijdens je nachtdienst. Blauw licht heeft van alle kleuren licht het grootste effect op onze biologische klok en meer blauw licht in je nachtdienst zorgt voor betere prestaties. Blauw licht remt namelijk de aanmaak van melatonine, het stofje dat ons slaperig maakt. Een studie laat zien dat je jezelf het beste aan blauw licht kunt blootstellen tussen 0.00 en 4.00 uur, dit zou het omgooien van je ritme gemakkelijker maken en zorgen voor een betere kwaliteit van slaap overdag. Een andere studie laat zien dat veel (blauw) licht met name belangrijk is twee uur voordat je normaal gesproken gaat slapen. Lang verhaal kort: veel licht in je nachtdienst is een goed idee.
Powernap tijdens je nachtdienst. Tja, direct een lastig advies want dit kan natuurlijk heel vaak niet. Maar als het wél kan dan kun je het beste een dutje doen tussen 1.00 en 3.00 uur net niet langer dan 20 minuten. Het zorgt ervoor dat je alerter bent, je beter presteert en het verminderd je slaap tekort. Maar pas op, hele korte dutjes kunnen je soms juist humeurig maken terwijl het niet helpt voor je slaap tekort. Een gepland dutje werkt het beste, maar is wellicht niet erg praktisch uitvoerbaar tijdens je dienst.
Drink koffie (of andere cafeïne houdende drank), maar niet meer na 1.30 uur.
Vermijd grote maaltijden, eet kleine porties. Probeer gezonde dingen te eten, het beste kun je maaltijden eten rijk aan eiwitten en gezonde vetten. Vermijd maaltijden of dranken met veel suiker, dit zorgt voor een snelle piek en daarna een dip in je glucosespiegel en maakt je humeurig, hongerig en verstoort je ritme.
Vermijd (blauw) licht in de laatste uren van je nachtdienst en op de terugweg richting huis. Draag bijvoorbeeld een zonnebril in de auto of op de fiets naar huis, daarmee zorg je voor een betere kwaliteit slaap overdag.
Overweeg melatonine. De resultaten van verschillende studies verschillen, maar er lijkt een voordeel te zijn van melatonine ten opzichte van placebo als het gaat om kwaliteit en duur van je slaap overdag. Het beste kun je de melatonine 30 tot 90 minuten voordat je gaat slapen innemen.
Zorg voor een donkere slaapkamer en boots hiermee de donkere nacht zo goed mogelijk na.
Zorg voor een koele slaapkamer. Als je normaal gesproken gaat slapen koelt je lichaamstemperatuur snel af, het verliest haar warmte door perifere vasodilatatie (de bloedvaten in je voeten/benen en handen/armen gaan open staan). Deze snelle daling in temperatuur zou zorgen voor het intreden van de slaap. In een koele kamer val je dus gemakkelijk in slaap.
Als aanvulling hierop gaven vele van jullie de tip om te blijven sporten/bewegen voor je nachtdienst, veel water te drinken en vooral gezond te eten.
Samenvattend kun je dus het beste in een dienstblok voorwaarts roteren, niet te veel nachtdiensten achter elkaar draaien, voor je nachtdienst een siësta houden met tijdens je dienst ook nog een kort dutje. Je kunt het beste veel water drinken en kleine vet- en eiwitrijke porties eten en geen ongezonde snacks nuttigen. Verder is tijdens je dienst fel (blauw) licht een goed idee, maar op de weg naar huis minder. Thuis aangekomen kun je het beste zorgen voor een donkere, koele kamer om zo goed mogelijk te slapen overdag zodat je fit je volgende nachtdienst in kunt!
Ik ga deze tips zeker ter harte nemen in mijn volgende dienstblok. Heb jij iets gehad aan deze tips en voel je je beter tijdens je diensten? Deel je verhaal op Instagram en tag @doktersdiehetandersdoen
Als jonge dokter moet je een hoop keuzes maken en dat is best lastig. Het is belangrijk dat je kiest wat je leuk vindt, maar er zijn veel meer zaken die meewegen in de uiteindelijke keuze voor een specialisme of baan. Een aantal daarvan zijn besproken in eerdere blogs zoals administratielasten, de noodzaak tot promoveren of het aantal opleidingsplekken en daarmee de kans dat jij je mag gaan specialiseren in het door jouw gekozen specialisme. Maar hoe zit met met de werkdruk en de werk-privé balans? Hoe zwaar weegt dat mee in het maken van je keuze?
Bij het ene specialisme is de werkdruk hoger dan bij het andere specialisme en op sommige plekken is er eerder sprake van een werk-privé disbalans in plaats van balans. Daar is steeds meer aandacht voor en je leest er dan ook vaker iets over in het nieuws. Zo kopte organisatie de jonge specialist in 2018 ‘1 op de 5 jonge artsen heeft burn-out klachten’ en deed organisatie de jonge dokter in 2020 een onderzoek onder bijna 630 jonge dokters waaruit blijkt dat de werkdruk hoog is en er gemiddeld wekelijks 9 uur ongecompenseerd overgewerkt wordt.
Ook de volgers van dokters die het anders doen werd gevraagd of zij wel eens burn-out klachten ervaren. Van de circa 100 reacties geeft een kleine 70% aan dit wel eens te hebben of te hebben gehad. Een te hoog percentage als je het mij vraagt.
Maar hoe komt dat dan? Leggen we het onszelf op of is het ‘het systeem’ dat het van ons vraagt?
Ik denk dat het een combinatie van beide is. Geneeskundestudenten staan er om bekend vrij streberig te zijn. Dat moet vaak ook wel om een plekje te bemachtigen, maar ook nadien nemen de meeste geen genoegen met alleen hun studie, maar volgen vele extra-curriculaire cursussen, zit een groot gedeelte in commissies, besturen of doet database werk om affiniteit met onderzoek te krijgen. Aan de andere kant zijn er weinig opleidingsplekken en zit je als jonge dokter in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van je opleiders als het gaat om zo’n opleidingsplek. Dat zal zeker invloed hebben op het accepteren van een hoge werkdruk of veel onbetaalde extra uren.
Weet jij hoe jouw lichaam tot rust komt? Ken jij je energiegevers en energievreters?
Een andere vraag is dan of een hoge werkdruk en veel extra uren slecht is? Je leert natuurlijk ook meer in extra uren, mits de begeleiding goed is, en een hoge werkdruk kan ook energie geven. Maar het is een feit dat té veel extra uren en een té hoge werkdruk niet goed zijn voor je mentale gezondheid. Je hebt het simpelweg ook nodig om op te laden en te ontspannen.
Weet jij hoe je lichaam het beste tot rust komt? Of wat voor jou energiegevers en energievreters zijn? Het is goed om dat eens in kaart te brengen en desnoods je rustmoment gewoon in te plannen.
Als ik naar mezelf kijk heb ik me echt wel eens wat overwerkt gevoeld. Ik heb nooit een burn-out gehad, en het plan is om dat zo te houden, maar er zijn zeker momenten geweest dat je weken op je tandvlees loopt. Tijdens coschappen het continu aan staan, het altijd zo goed mogelijk willen doen (ja, ook ik ben een streber), je bewust zijn van alles wat je nog niet weet en daarom veel op te zoeken of te studeren in de avonduren met daarnaast een bijbaantje voor extra inkomsten. Ik was soms zo moe van alle indrukken dat ik het gevoel had dagen te kunnen slapen. Ook tijdens mijn eerste ANIOS baan was die balans soms ver te zoeken, want je hoort de hele dag van alles wat je nog niet kunt of weet dus was er altijd wel iets te studeren. En daarnaast wilde ik natuurlijk bij elk feestje, filmavond of borrelmoment zijn! Hele leuke dingen, maar ook die kosten energie. Eigenlijk weet ik inmiddels best goed hoe ik zorg dat zaken in balans zijn en herken ik de signalen, al denk ik dat dit een blijvende uitdaging gaat zijn.
Mijn belangrijkste tips:
Ken je energievreters (hallo nachtdienstweek) en je energiegevers (ik word helemaal zen van een avondje in bad inclusief Netflix)
Maak een (realistische) planning. Bedenk wat je op een dag wilt doen en doe dat ook, dan hoef je daar alvast niet meer over na te denken.
Plan de leuke dingen waar je energie van krijgt ook in. Zo zorg je ervoor dat dat ook daadwerkelijk gebeurt en je agenda niet zo propvol is dat je niet eens tijd hebt voor een ontspannen avond wandeling, lekker lange warme douche, FaceTime avond met je beste vriendin of de vrijdagmiddag borrel met collega’s.
Ken de signalen van je lichaam dat aangeeft dat je toe bent aan rust. Zo ga ik vrijwel automatisch meer koffie drinken als ik moe ben, kan ik in de ochtend moeilijker m’n bed uit en ben ik te lui om zelf lunch klaar te maken en ga ik het standaard halen (of eet ik niet, foei). Ik heb sneller hoofdpijn en stel huishoudelijke taken (nog meer) uit. Als je de signalen sneller herkent kun je er sneller op anticiperen en komt het niet tot stress of burn-out klachten.
Nee is ook een antwoord, je kunt niet alles. Kies wat je het leukst vindt of je het meeste energie geeft!
Wees lief voor jezelf en accepteer dat er maar 24 uur in een dag zitten. Zo vond ik het eerder suf om heel vroeg te gaan slapen, inmiddels weet ik dat ik net een baby ben en 8-9 uur slaap nodig heb. Avondje om 21.00 uur naar bed? Heerlijk!
Als er één uur langer in de dag zit, wat zou jij dan doen met je tijd?
Beantwoord onderstaande vragen eens voor jezelf en probeer echt eerlijk te zijn. Wat vind jij het allerleukst om te doen? Waar krijg je energie van? Stel dat er een uur langer in de dag zat, wat zou je dan gaan doen? En wat daarvan zou je nu al kunnen doen? Welke signalen geeft jouw lichaam? Zie je ze? En als je ze ziet, luister je er dan ook naar?
Jouw signalen herkennen en hier iets mee doen is het halve werk. Zorg goed voor jezelf en geniet van het feit dat je mag werken als dokter, want dat is toch echt het mooiste beroep dat er is!
Zal ik wel of niet gaan promoveren? Een vraag waar veel jonge dokters, inclusief ikzelf, zich tegenwoordig mee bezig houden. Dit komt met name omdat er steeds meer jonge dokters zijn die promoveren. In een artikel van de NTvG uit 2018 wordt gekeken naar het aantal promovendi aan medische faculteiten tussen 1992 en 2018. Daaruit blijkt dat het aantal promoties bijna is verdrievoudigd door de jaren heen. Dat is een behoorlijke toename! Waarom promoveren er zo veel meer dokters? Maakt promoveren je een betere dokter? Hoe ziet je dag er eigenlijk uit als je promoveert? Een heleboel vragen waar ik geen antwoord op heb, maar hopelijk wel antwoord op ga krijgen. Ik ga in gesprek met Eefje van Helvoort, afgestudeerd als arts, interesse in de orthopedie en nu werkzaam als arts-onderzoeker en hopelijk over een aantal maanden gepromoveerd en dus écht dokter én expert op het gebied van knie artrose.
Eefje, vertel, hoe is het met je? En hoe zien jouw dagen eruit? Met mij gaat het goed! Ik ben sinds januari 2017 bezig met mijn promotieonderzoek naar knie artrose en hoop dit over ongeveer vijf maanden af te ronden. Promoveren duurt gemiddeld drie a vier jaar, maar door corona heb ik wat uitloop gehad. Het verdedigen van je proefschrift, dus het echte promoveren, volgt vaak wat later dan dat je onderzoek is afgerond, bij mij dus ook. Mijn promotie bestaat eigenlijk uit twee grote onderzoeken. Allereerst een grote klinische patiëntenstudie met ongeveer 300 patiënten die we twee jaar gevolgd hebben. Deze patiënten hebben allemaal artrose van hun knie en hebben allerlei onderzoeken gehad (bloedtesten, foto’s, scans et cetera) om uiteindelijk beter in beeld te krijgen wat voor soort artrose er speelt en hoe het beloop is. Momenteel wordt artrose slechts op één manier behandeld, echter is de knie artrose van een 30-jarige voetballer een heel ander soort artrose dan die van een 85-jarige patiënt. We proberen de verschillen beter in beeld te krijgen om gerichte adviezen en behandeling te kunnen geven. Daarnaast hebben we een studie opgezet waarbij we kijken naar de effectiviteit van injecties met ontstekingsremmende cytokinen in het kniegewricht. Mijn dagen zijn enorm wisselend, ik heb er dagen bij dat ik mezelf aan het einde van de dag afvraag wat ik nou eigenlijk gedaan heb haha, maar dat hoort erbij! Je start met het opbouwen van een database, ik doe een klinische studie dus heb veel patiënten gezien en gesproken. Andere dagen zit ik ook de hele dag te puzzelen op de statistiek of sluit ik mezelf op om een gedeelte van een artikel te schrijven.
Wat ga je doen als je over vijf maanden klaar bent? Ik zou graag in de consultancy gaan werken en daarbij processen in en buiten het ziekenhuis verbeteren. Ziekenhuizen huren vaker externe partijen in om bijvoorbeeld fusies of interne processen in kaart te brengen en te begeleiden, dat lijkt me heel erg tof! Promoveren en onderzoek doen vond ik erg leuk, maar dat zie ik mezelf niet voor altijd doen. Ik heb er heel veel van geleerd, maar het is soms toch echt wel heel traag, je moet veel wachten. Wachten op subsidies, wachten op goedkeuring van de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC), wachten op goedkeuring voor plaatsing van een artikel en ga zo maar door. Daar ben ik te ongeduldig voor.
Je wilt dus niet opnieuw in het ziekenhuis aan de slag? Nee, klopt. Langer geleden heb ik eigenlijk al gemerkt dat het werk in het ziekenhuis uiteindelijk toch niet mijn ding is. Ik vond de orthopedie het allerleukst, dus daar heb ik mijn laatste coschap gedaan. Al snel merkte ik dat het toch veel routine werk is en ik vind juist de complexe problemen waarbij echt nadenkwerk vereist is het leukst. Toen ik onderzoek ging doen tijdens mijn wetenschapsstage van mijn coschappen merkte ik dat ik dat heel erg leuk vond en het ziekenhuis en het directe patiëntencontact niet echt miste. De sfeer in het ziekenhuis, het ellebogenwerk om in opleiding te komen, de regeltjes en politieke spelletjes, daar pas ik gewoon niet zo goed tussen haha.
Wat vind je het leukste aan promoveren? Dat je heel erg veel van één onderwerp weet en dus echt een beetje expert bent op een bepaald gebied. En natuurlijk de congressen! Ik heb er zelf 5-10 bezocht. Het is leuk om (internationale) collega’s die met hetzelfde bezig zijn te ontmoeten en te leren kennen. Vaak zijn congressen internationaal, en dus in het buitenland, dat maakt het extra leuk. Maar ook zelf een praatje houden over datgene waar je zoveel van weet en zoveel mee bezig bent, daar krijg ik echt voldoening van.
En wat het minst leuk? De politieke spelletjes of bepaalde regeltjes. Je moet je artikel zo schrijven en je bevindingen zo presenteren dat het ergens geaccepteerd wordt, terwijl ik het liever op zou willen schrijven zoals ik dat zelf graag wil. In de wereld van het wetenschappelijk onderzoek is iedereen altijd gebrand op de p-waarde, want is een uitkomst wel statisch significant? Terwijl je je soms ook moet afvragen of iets klinisch relevant is of niet, en sommige uitkomsten die statistisch niet significant zijn kunnen toch relevant zijn.
Steeds meer jonge dokters gaan promoveren, vaak ook omdat promoveren je kans op een opleidingsplek vergroot. Op sommige plekken is het zelfs zo dat je gepromoveerd moet zijn om in opleiding te komen. Wat vind jij daarvan? Ik vind dat echt niet goed! Of je gepromoveerd bent of niet zegt niets over iemands kwaliteiten als AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist). Daarnaast heb je in een vakgroep dokters met allerlei verschillende kwaliteiten nodig. Natuurlijk is het fijn als je dokters hebt die affiniteit hebben met wetenschappelijk onderzoek, maar is het een must om specialist te worden? Ik vind van niet! Daarnaast zorgt deze trend ervoor dat mensen gaan promoveren om in opleiding te komen, niet omdat ze graag willen promoveren. Ik denk dat dat de kwaliteit van het onderzoek niet ten goede doet. Promoveren kost veel geld en tijd voor een instelling dus het moet wel echt iets toevoegen. Zo’n halfbakken, soms weinig relevant proefschrift schrijven, alleen maar omdat het goed op je CV staat als je gaat solliciteren voor een opleidingsplek, is naar mijn mening echt geen goede, maar wel steeds groter wordende trend binnen de medische wetenschap.
‘Mensen gaan tegenwoordig promoveren om in opleiding te komen, niet omdat ze willen promoveren en dat komt de kwaliteit van het onderzoek niet ten goede’
Hoe wordt de kwaliteit van een proefschrift gewaarborgd? De eisen om te promoveren verschillen volgens mij per faculteit of vakgroep. Bij mij zijn er ongeveer vier publicaties nodig. Uiteindelijk bepaalt een leescommissie of de kwaliteit hoog genoeg is om je proefschrift te mogen verdedigen, dus het is echt niet zo dat je zomaar even promoveert hoor! Maar toch denk ik dat als je iets doet omdat het volgens jou moet, en niet omdat je het wilt, je het moeilijker volhoudt, je er zelf minder voldoening uit haalt én de kwaliteit niet altijd op de eerste plaats komt.
Denk je dat je een betere dokter wordt van promoveren? Ja! Dat denk ik zeker. Je gaat analytischer denken, doet veel kennis op en leert wetenschappelijke artikelen beter lezen, begrijpen en op waarde te schatten. Je kunt wat beter tussen de regels doorlezen en begrijpt waarom zaken soms opgeschreven staan zoals ze opgeschreven zijn. Je doorziet tegen welke problemen de auteurs opgelopen zijn en waarom er gekozen wordt om iets wel of niet te benoemen, dat maakt dat je de kwaliteit beter en sneller kunt beoordelen Daarnaast leer je eigenschappen die je niet zo snel op een andere manier leert zoals wetenschappelijk Engels spreken en schrijven of een groot publiek toespreken in het Engels of juist een korte, goede pitch houden. Aan de andere kant kun je zonder te promoveren ook een hele goede dokter worden, dus naar mijn mening moet het zeker geen vereiste zijn voor een arts.
‘Ik denk dat je van promoveren een betere dokter wordt, aan de andere kant kun je zonder promoveren ook een hele goede dokter worden. Het moet geen vereiste zijn.’
En dan als laatste, welke eigenschappen moet iemand hebben om te gaan promoveren volgens jou? Allereerst moet je gaan promoveren omdat je het leuk vindt. Wat betreft eigenschappen: je moet geduldig zijn, want onderzoek doen is zoals eerder gezegd veel wachten. Je moet nieuwsgierig zijn, het naadje van de kous willen weten en nooit klaar willen zijn met leren. Daarnaast moet je je niet te snel uit het veld laten slaan, want plannen worden continu gewijzigd en er ligt geen kant-en-klaar plan, dus je moet ook flexibel zijn. Je moet er tegen kunnen dat het soms voelt alsof je niks hebt gedaan en je moet het grotere geheel kunnen zien en vooruit kunnen denken. Je moet niet gaan promoveren als je het doet voor een opleidingsplek, dan is het gewoon echt een te zware kluif, het is namelijk niet iets wat je er even bij doet. Maar in principe zou iedereen het kunnen!
Op de Instagram pagina van dokters die het anders doen vroegen we naar jullie mening over dit onderwerp. Van de bijna 100 reacties dacht 14% dat promoveren je een betere dokter maakte, 86% was het daar niet mee eens. Waar iedereen het eigenlijk wel over eens was is dat promoveren als vereiste voor een opleidingsplek geen goede trend is.
Ik ben eigenlijk erg enthousiast geworden over promoveren na mijn gesprek met Eefje. Dus wellicht is promoveren of klinisch onderzoek doen wel iets voor mij! Hoe zit dat bij jou? Zou jij willen promoveren of is het nodig om in opleiding te komen bij jouw favoriete specialisme? Laat het me weten via Email of Instagram!
Een opleidingsplek, het is iets waar bijna alle arts-assistenten in hun gedachten mee bezig zijn en waar ze keihard voor werken! Elk jaar melden 8000 à 8500 kandidaten zich aan voor de studie Geneeskunde. Via de decentrale selectie zal er ‘gestreden’ worden om circa 2700 plekken.
Dat wil zeggen dat jaarlijks ongeveer 2700 kandidaten een opleidingsplek krijgen voor de studie Geneeskunde: het eerste gouden ticket.
In de zes jaar die volgen zal er hard gestudeerd worden. Er zullen in de eerste drie jaar veel uren doorgebracht worden in de collegezaal, het skillslab, de bibliotheek om te studeren, en oké vooruit, ook in de kroeg. Maar daarnaast moet er wel een CV opgebouwd worden natuurlijk, want tja: dat doet toch iedereen en anders kom je ‘later’ nooit in opleiding. En zo jut iedereen elkaar op en zitten we in commissies, bekleden we een bestuursfunctie van de studie- of studentenvereniging en doen we onderzoek (lees: urenlang database werk waarbij gegevens uit een patiëntendossier als 0 of 1 in Excel worden genoteerd). Daarna volgen er drie jaar waarin er veel tijd doorgebracht wordt in het ziekenhuis tijdens de coschappen, maar ook daarnaast doen veel studenten onderzoek of hebben zij een medische bijbaan als triagist op de huisartsenpost of werken zij op de prikpost. Ikzelf ben absoluut geen uitzondering. Ik heb tijdens mijn bachelor met heel erg veel plezier in meerdere commissies gezeten, met iets minder plezier database werk gedaan en heb daarnaast op de huisartsenpost gewerkt. Allemaal zaken waar ik veel van geleerd heb en het meeste heel erg leuk vond om te doen! Maar, eerlijk is eerlijk, het woord CV is wel erg vaak gevallen tijdens mijn studie en het was vaak een goede reden om iets te doen. Het excelleren en ‘strijden’ om een plek te veroveren binnen de Geneeskunde wereld stopt niet na het eerste gouden ticket.
En dan komt daar dat tweede gouden ticket, wellicht nog lastiger te bemachtigen: een opleidingsplek binnen een door jouw gekozen specialisme. Bij het ene specialisme zijn er jaarlijks meer opleidingsplekken dan bij het andere specialisme. Wist jij bijvoorbeeld dat er jaarlijks 750 plekken binnen de huisartsgeneeskunde zijn, 116 voor de interne geneeskunde en slechts zes per jaar voor een opleiding tot neurochirurg? In de tabel hieronder zie je een overzicht van het geadviseerde aantal opleidingsplekken per jaar.
Tabel 1 – Overzicht jaarlijks aantal opleidingsplekken per specialisme * Bron: Capaciteitsplan 2020-2023 – Capaciteitsorgaan Utrecht
Als je als jonge dokter besluit om te gaan werken buiten het ziekenhuis heb je uiteraard op veel plekken ook een opleidingsplek nodig. Over het algemeen is de kans op een opleidingsplek buiten het ziekenhuis groter dan binnen het ziekenhuis. En de duur van de opleiding is bij banen buiten het ziekenhuis korter dan binnen het ziekenhuis. Al met al verschilt de kans op een opleidingsplek dus per specialisme, maar over het algemeen zijn er meer welwillende, slimme en hardwerkende jonge dokters dan opleidingsplekken in het ziekenhuis. Het zijn dus factoren die bij de meesten zeker meewegen in het maken van een beslissing.
Daarnaast is het bij sommige specialismen gebruikelijk om eerst te promoveren à gemiddeld vier jaar. Promoveren vergroot vaak de kans om in opleiding te komen, maar daarover lees je binnenkort meer in een aparte blog.
‘Over het algemeen zijn er meer welwillende, slimme en hardwerkende jonge dokters dan opleidingsplekken in het ziekenhuis’
Je werk voelt natuurlijk heel vaak niet als strijden voor een opleidingsplek, maar gewoon als werk, als leuk werk zelfs! Maar het is een feit dat je hard moet werken en vaak veel moeten laten voor je werk én voor een opleidingsplek. En als je die opleidingsplek dan in de wacht gesleept hebt volgt er een opleidingstijd voor de specialisme binnen het ziekenhuis van gemiddeld een kleine zes jaar. Tijdens deze zes jaar word je opgeleid tot medisch specialist. Een opleidingstijd met veel uren en veel diensten waarin je jouw gekozen specialisme en verschillende andere vakgebieden nog beter gaat leren kennen. En dan, aan het einde van die zes jaar? Dan ben je klaar! Op zoek naar een derde gouden ticket: een vaste baan. Wellicht het lastigst te bemachtigen ticket. Gelukkig ben ik daar nog niet! Maar wellicht is het wel slim om daar alvast over na te denken. Hoe zit dat bij jou? Hou jij rekening met de kans op een opleidingsplek bij het maken van jouw keuze? Of op de kans op een vaste baan voor als je ‘later’ klaar bent? Of ga jij er gewoon voor en zie je wel waar het schip strandt? Ik ben benieuwd!
Vragen of opmerkingen over deze blog? Leuk! Stuur me vooral een berichtje op Instagram of via e-mail!
Ik ben op zoek naar de mogelijkheden op de arbeidsmarkt met een doktersdiploma, maar er is heel erg veel te kiezen. Hoe maak je nou die keuze? Waar houd je allemaal rekening mee? Op deze website komt er elke week een blog online, de ene week over onderwerpen die die keuze beïnvloeden, de andere week ga ik in gesprek met een dokter die buiten het ziekenhuis werkt om een inkijkje te krijgen in een gemiddelde werkdag.
Deze week gaan we het hebben over administratie, want we kennen én hebben het allemaal. Het is vaak een belangrijk onderdeel van de werkdag, terwijl je voordat je start in een functie niet goed weet hoeveel tijd het eigenlijk kost en wat ‘de administratie doen’ dan precies inhoudt. Daarnaast vindt de ene persoon het fijn om achter de computer de zaakjes netjes op orde te hebben en wordt volledig zen van een lege inbox. Terwijl de ander er een bloedhekel aan heeft en het maar blijft uitstellen waardoor het papierwerk zich opstapelt. Wat voor type ben jij?
Voordat ik begon aan de studie Geneeskunde dacht ik dat je als dokter de hele dag aan het bed van de patiënt stond, nou dat had ik mooi mis! Administratie hoort erbij. Administratie in de vorm van dagelijkse notities in het patiëntendossier van je patiënt in het ziekenhuis of op de poli, een notitie over hoe het gaat met je patiënt, wat de bloeddruk is of hoe hoog de ontstekingswaarden zijn en wat de vervolgstap of onderzoek is, maar ook in de vorm van uitgebreide ontslagbrieven typen voor de huisarts, samenvattingen van Multi Disciplinaire Overleggen (MDO) en familiegesprekken. Daarnaast maak je medicatie opdrachten en orders voor van alles en nog op de computer. Een order om een foto te maken van hart en longen of een scan van het brein, maar ook voor bloedkweken, een urinesediment, het inbrengen van een blaaskatheter of de opdracht voor het dagelijks wegen van een patiënt. Orders, orders, orders. Het is denk ik voor mij dagelijks het meest gehoorde en uitgesproken woord.
Eerder dacht ik dat je als dokter de hele dag aan het bed van de patiënt stond, nou dat had ik mooi mis!
Voor mij begint de werkdag als arts-assistent in het ziekenhuis meestal met de overdracht waarbij alle opgenomen patiënten van die avond en nacht besproken worden door de nachtdienst gecombineerd met een onderwijsmoment. Daarna begint het visite lopen samen met de verpleegkundige over de opgenomen patiënten op de afdeling. Dit begint meestal ‘op papier’, dat wil zeggen dat zowel de verpleegkundige als ik achter de computer zitten en alle gegevens in de computer analyseren en een plan maken voor de patiënt. Dit neemt ongeveer de hele ochtend in beslag, omdat je met verschillende verpleegkundigen visite loopt. Daarna loop je langs je patiënten en ligt dan kort het plan toe, beantwoordt de vragen en doet, indien noodzakelijk, lichamelijk onderzoek. Daarna volgt de lunch gecombineerd met onderwijs (vaak achter de computer). In de middag zit je opnieuw veel achter de computer. Je krijgt dan supervisie van je supervisor, maakt ontslagbrieven voor de patiënten die met ontslag gaan, zet de ontslagmedicatie klaar, maakt alle orders van de ochtendvisite netjes af, je belt voor overleg met andere dokters in het ziekenhuis of de huisarts van de patiënt voor extra informatie en probeert bepaalde onderzoeken zoals scans met voorrang te regelen door opnieuw te bellen, je bespreekt je patiënten in MDO’s en zorg je dat de informatie in het patiëntendossier up to date is voor de avond- en nachtdienst. Vaak zijn er in de middag ook familiegesprekken waarbij patiënt en familie bijgepraat worden over de reden en het beloop van de opname. Voor mij is dat een van de leukste dingen, omdat ik dan dingen kan uitleggen en écht contact kan maken met patiënt en familie. Sinds corona wordt echter bezoek beperkt in het ziekenhuis en vindt dit vaak telefonisch plaats. Aan het einde van de dag draag je de patiënten, indien nodig, over aan de avonddienst en dan zit de werkdag er alweer op!
Als arts-assistent in het ziekenhuis, afhankelijk van het specialisme waar je in werkt, sta je ook weken op de Spoedeisende Hulp, loop je poli of sta je op de Operatie Kamer (OK), maar al met al komt er een hele hoop administratie bij kijken. Mijn werkdag bestaat voor ongeveer 80% uit administratie achter de computer, een stuk meer dan ik had verwacht. De administratielast verschilt natuurlijk wel per functie en per specialisme. Ik ben benieuwd hoe dat bij andere banen zit, want ik zou soms ook liever wat minder achter de computer zitten. Hoe zit dat bij jou? Laat het me weten via Instagram of Facebook!
In de bovenbouw op de middelbare school maakte ik de keuze voor de studie Geneeskunde, want ik wilde dokter worden en andere mensen helpen. Daarnaast was het ook erg fijn dat het duidelijk was wat je werd, namelijk dokter. Heel wat anders dan studies zoals Marketing, International Business of Economie, want tja, wat word je dan?!
Als ik daar nu op terug kijk was dat een erg naïeve gedachte, want ook als dokter zijn er vele verschillende wegen te bewandelen en vele keuzes die gemaakt moeten worden. Keuzes, keuzes en nog eens keuzes.
Tijdens de studie Geneeskunde breng je de eerste drie jaar door in de universiteitsbanken (de bachelor), de laatste drie jaar loop je coschappen in het ziekenhuis (de master). Je krijgt aan het einde van je bachelor je coschapspoor, dat wil zeggen dat er voor de gehele drie jaar coschappen precies is uitgestippeld wanneer en in welk ziekenhuis je meeloopt met een bepaald specialisme en wanneer je de huisartsgeneeskunde gaat leren kennen. Ideaal zou je zeggen, maar aan de andere kant betekent dit ook dat je zelf niet hoeft na te denken en geen keuzes hoeft te maken. Dat laatste moet wel ‘ineens’ als je klaar bent. Je bent basisarts en moet kiezen: binnen of buiten het ziekenhuis? Klinische dokter of onderzoek? Werken in een perifeer ziekenhuis (niet verbonden aan een universiteit) of academisch (wel verbonden aan een universiteit)? En welk specialisme wil ik dan eigenlijk?
De meeste kiezen ervoor om te gaan werken als Arts Niet In Opleiding tot Specialist (ANIOS), oftewel arts-assistent, in het ziekenhuis, ongeacht of zij een baan in het ziekenhuis of daarbuiten ambiëren. Maar zodra die eerste keuzes gemaakt zijn ben je nog niet klaar met kiezen. Stel dat je aan de slag bent in het ziekenhuis in het specialisme van jouw keuze, komen de volgende vragen al opborrelen: hoe kom ik in opleiding? Moet ik dan eerst promoveren of kan dat zonder promotietraject? In welke ziekenhuizen kan ik allemaal in opleiding? Is het slim om al direct in een opleidingskliniek te gaan werken, of moet ik eerst ervaring opdoen elders?
Echter zijn er ook jonge dokters die niet weten of ze in het ziekenhuis willen werken. Dat kan met verschillende zaken te maken hebben. Sommigen vinden simpelweg de eerste lijn leuker, maar sommigen kiezen hier ook voor omdat ze een betere werk-privé balans willen, minder diensten willen, de sfeer in het ziekenhuis niet fijn vinden of niet kunnen wennen aan het behandelen van slechts een stukje van de patiënt door alle superspecialismen zoals cardiologie (alleen het hart), longgeneeskunde (alleen de longen), orthopedie (alleen de botten) et cetera. Als je hebt besloten buiten het ziekenhuis te willen werken komen er misschien nóg wel meer vragen naar boven. Wat is er allemaal buiten het ziekenhuis? En hoe kom ik daar? Hoe zien je dagen er dan eigenlijk uit? Wat is je salaris dan? Hoeveel vrijheid heb ik in het maken van eigen keuzes? Kan ik ook ZZP’er worden? Welke werkervaring heb ik nodig?
Een andere categorie van jonge dokters twijfelt überhaupt over het dokterschap, maar welke opties zijn er dan? Onderzoek? Management (ja, dat is helemaal lekker vaag..)? Bestuurlijke functies (en wat houdt dat in dan?)? Iets commercieels? Een eigen bedrijf? Coaching? De farmacie?
Een hele hoop keuzes dus. Genoeg om over na te denken! Ik ga in gesprek met verschillende dokters die minder voor de hand liggende keuzes gemaakt hebben om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is met een doktersdiploma. Volgende week volgt de eerste blog en krijgen we een inkijkje in het leven van een dokter die het anders doet. Stay tuned!