Marijke Langenberg is aios Maatschappij en Gezondheid (M&G) – infectieziektebestrijding. Zij heeft geneeskunde gestudeerd in Leiden, was aios interne geneeskunde en promoveerde binnen de infectieziekten. Na 10 jaar binnen de interne geneeskunde gewerkt te hebben, heeft zij het roer om gegooid.
Wat leuk dat je ons iets wilt vertellen over jouw werk, Marijke. Wat is jouw functie en wat houdt deze functie in?
Ik ben in opleiding tot arts Maatschappij en Gezondheid met het profiel infectieziektebestrijding. Dagelijks houd ik mij bezig met verschillende onderdelen van dit profiel. Denk hierbij aan de meldingsplicht die artsen en laboratoria hebben voor bepaalde infectieziekten en het bron- en contactonderzoek (wie is er allemaal in contact gekomen met de patiënt en hoe wordt verdere verspreiding voorkomen). Daarnaast horen ook de reizigersgeneeskunde (het vóórkomen van ziekte bij reizigers, zoals vaccinaties) en het centrum seksuele gezondheid bij de infectieziektebestrijding. Het centrum seksuele gezondheid richt zich met name op voorlichting en behandeling van seksuele aandoeningen bij specifieke doelgroepen. Daarnaast zijn er vaccinatiecampagnes, zoals de HPV 18+ campagne, en worden er richtlijnen geïmplementeerd als deze vernieuwd zijn.
Ook kan ik werken als een voorzitter of adviseur tijdens overleggen, als supervisor voor basisartsen en verpleegkundigen en ga ik met mijn collega’s, zoals de deskundige infectieziektebestrijding, verpleegkundige en anios, mee naar locaties om adviezen te geven. Een voorbeeld van zo’n locatie is een AZC of verpleeghuis waar een schurft uitbraak is.
Ik werk veel op kantoor achter de computer, deels thuis en deels op locatie. Als ik uiteindelijk arts M&G ben, sluit ik ook aan bij provinciale en landelijke overleggen, waar ik politici adviseer.
Kan je vertellen hoe jouw dagen eruit zien?
Ik loop nu stage bij Veilig Thuis, daar kijk ik vooral mee en heb ik zelf wat minder taken. Tijdens mijn stage bij de GGD was dat anders. Daar begonnen we de dag met een ochtendrondje. Bij dit ochtendrondje waren verpleegkundigen, artsen en deskundigen infectieziektebestrijding aanwezig en werd er bijvoorbeeld gesproken over dringende casuïstiek of vragen over processen binnen de preventie. Eén keer per week was er een overleg waar de niet dringende casuïstiek werd besproken. Een voorbeeld van zo’n casus was dat de partner van de patiënt met een bepaalde infectieziekte werkte als kok. Dan is het van belang dat het proces van preventief handelen goed verloopt, omdat de kans op verspreiding hier een stuk hoger is. Ook wordt er tijdens zo’n overleg kritisch gekeken naar de gemaakte keuzes van andere preventieve maatregelen; kon of moest dit anders? In de tijd dat ik bij de GGD stage liep, hadden we bij uitbraken overleggen met het Outbreak Management Team (OMT) vanwege COVID-19. Ik kon dit soort overleggen bijwonen als voorzitter, maar ook als adviseur. Daarbij werkte ik aan projecten, welke ik dan implementeerde bij de GGD, zoals het ‘Vaccinaties Op Maat’ project: vaccinaties die niet in het Rijksvaccinatieprogramma zitten, maar waar iemand wel voorkeur en indicatie voor kan hebben. Daarnaast hebben we vergaderingen over nieuwe richtlijnen, welke vaak multi-interpretabel kunnen zijn. Het is dan belangrijk dat alle neuzen dezelfde kant op wijzen.
Hoe ben jij bij deze functie terecht gekomen?
Ik heb altijd gedroomd om internist-infectioloog te worden. Ik begon als anios bij de interne geneeskunde en moest enorm wennen aan de lange dagen en het verschil in de verantwoordelijkheid in vergelijking met de coschappen. Na vier jaar in opleiding te zijn geweest merkte ik dat ik eruit wilde. Ik heb mijn specialisatie uitgesteld en heb gesolliciteerd voor promotietraject. Ik heb vier jaar promotieonderzoek uitgevoerd binnen de infectieziekten. In die periode heb ik mijn gezin uitgebreid en vond ik de vrijheid van het indelen van mijn een eigen agenda heerlijk. Nadat ik mijn promotieonderzoek had afgerond twijfelde ik of ik de kliniek wel weer in wilde. Ik wist even niet hoe ik mijn gezinsleven ging combineren met de lange werkdagen en de diensten die ik moest draaien. Toch heb ik dit enkele maanden geprobeerd, maar het voelde niet meer goed. Ik ben in gesprek gegaan met mijn opleider en promoter en ben tot de conclusie gekomen dat ik wilde stoppen met de opleiding. Ik had 10 jaar binnen de interne geneeskunde gewerkt, wat moest ik nu? Gelukkig zijn er veel opties buiten het ziekenhuis en heb ik een aantal meeloopdagen kunnen regelen. Ik wist dat mijn interesse nog steeds bij infectieziekten lag. Er bleven toen twee opties over: bij de GGD gaan werken of bij de farmaceutische industrie in het kader van vaccinatieonderzoek. Uiteindelijk nam ik me voor om één jaar bij de GGD te gaan werken en het daarna weer verder te zien. Dit jaar beviel mij zo goed dat ik heb gesolliciteerd voor de opleiding.
Wat vind je het leukste aan jouw baan? En wat vind je het minst leuk?
Ik vind het erg leuk om projectmatig te werken samen met verschillende disciplines. Een voorbeeld is de HPV-vaccinatie campagne. Daar waren een verpleegkundige en ik de enige projectleden met een medische achtergrond. Er zat bijvoorbeeld ook iemand in het team die de doorstroomprocessen van de vaccinaties berekende: hoeveel mensen kan je vaccineren als je berekent hoelang het duurt om één vaccinatie te zetten? Ik leerde hier ontzettend veel van, ik had namelijk geen kennis van de andere onderdelen binnen zo’n project.
Waar ik nog erg aan moet wennen is het politieke deel van mijn werk. Wanneer ik signaleer dat er iets anders moet, probeer ik dat op de politieke agenda te krijgen. Echter zijn dit vaak preventieve maatregelen waarvan de resultaten meestal langer nodig hebben dan de politieke doorstroomtijd van vier jaar. Daarnaast is het moeilijk om van deze preventieve maatregelen al te kunnen bewijzen wat de effecten over tien jaar zijn. De politici overtuigen van het belang van deze maatregelen is dus erg lastig. Ik vind dit onderdeel niet per se het minst leuk, maar nog wel erg ingewikkeld. Ik hoor vaker van andere artsen M&G dat zij dit een lastig onderdeel van het werk blijven vinden.
Heb je patiëntencontact?
Het patiëntencontact is minimaal. Tijdens mijn stage binnen de seksuele gezondheid en reizigersgeneeskunde kon ik als achterwacht nog wel eens een patiënt zien die op het spreekuur van de verpleegkundige stond. Ik dacht dat ik dat patiëntencontact enorm ging missen, maar ik communiceer veel met de mensen binnen mijn team. Ik doe weinig werk alleen en ik heb veel interactie met mijn collega’s. Ik haal mijn voldoening uit het samenwerken met collega’s en werken aan projecten, wat ik misschien zelfs leuker vind dan direct patiëntencontact.
Hoe verloopt het opleidingstraject?
De opleiding tot arts M&G is verdeeld in twee fasen. Zowel de eerste als de tweede fase zijn twee jaar. De eerste fase is een profielopleiding, zoals infectieziekten bestrijding, jeugdarts, vertrouwensarts, etc. De tweede fase is voor elke profielopleiding hetzelfde, dit is dan ook overkoepelend. Je leert hoe je zaken kan signaleren en hoe je advies geeft. Je krijgt vakken als ‘integraal vernieuwen’ en ‘sturing en beleid’. Dit is dan wel toegespitst op jouw interessegebied, maar dat wordt overstijgend benaderd.
Binnen de opleiding heb je verschillende stages, waarbij je gebonden bent aan jouw GGD-regio. We kunnen bijvoorbeeld stage lopen bij de microbiologie, het RIVM of een keuzestage. Ook is er elke week een landelijke terugkomdag met een vaste groep waar je meer de diepte in gaat. Binnen het onderwijs is er ook ruimte voor keuzeonderwijs, dit kan alles zijn zoals het leren schrijven van wetenschappelijke artikelen of het bijwonen van congressen. Alles mag zolang het maar binnen jouw leerdoelen ligt.
Hoe kom je in opleiding tot arts M&G – infectieziekte bestrijding?
Na de coronapandemie is het wat lastiger om in opleiding te komen, omdat het vak veel aandacht heeft gekregen in het nieuws. Voor de pandemie waren er vaak plekken die niet gevuld werden, maar dat is gelukkig niet meer zo. Tijdens mijn sollicitatieprocedure zijn er voor het eerst mensen uitgeloot. Gelukkig is het aantal plekken voor de opleiding uitgebreid.
De sollicitatieprocedure verloopt landelijk en je kan twee keer per jaar solliciteren. Op basis van een motivatiebrief mag je naar de volgende ronde of niet. In deze ronde wordt een STARR-interview afgenomen; een interview waar je casus beschrijft binnen de competenties en jouw reflectie daarop. Als je dit goed afrondt, dan kom je in de landelijke loting terecht, waarbij je jouw voorkeur voor GGD-regio kan opgeven. Op basis van beschikbare plekken word je dan gekoppeld aan een GGD-regio.
En draai je diensten?
De meeste aios doen aan het begin van hun opleiding geen dienst, maar pas in de tweede fase. Vanwege mijn ervaring ben ik eerder gestart met het draaien van diensten. Tijdens een dienst ben je bereikbaar en word je gebeld als er iets is dat niet kan wachten tot de volgende werkdag, zoals hepatitis A of meningokokken. Ik geef dan advies en probeer verspreiding te voorkomen. In coronatijd ben ik vaak ’s avonds en ’s nachts gebeld voor schepen die de Rotterdamse haven in wilde varen, maar één of meerdere personen aan boord hadden met een COVID-19 infectie. Ik moest dan de beslissing nemen of ze veilig de haven in konden en of er een risico was voor de loods die aan boord moest komen. Nu heb ik gemiddeld één keer per week dienst, maar deze diensten zijn qua drukte niet te vergelijken met de ziekenhuisdiensten en zijn vanuit huis goed te doen.
Wat vind jij het grootste verschil tussen jouw werk in het sociale domein en het ziekenhuiswerk?
Ik vind met name het tempo wat lager en rustiger. Voor mijn gevoel was het in het ziekenhuis continu rennen, terwijl ik bij de GGD wat meer achterover kan en soms ook moet leunen. Bepaalde zaken hebben tijd nodig. Daar moet ik nog aan wennen. Er wordt vaak minder snel een knoop doorgehak dan in het ziekenhuis. Een ander verschil ten opzichte van het ziekenhuis, is dat er taken kunnen blijven liggen tot morgen. Er is weinig reden tot overwerken. Natuurlijk zijn er ook zaken die echt die dag gedaan moeten worden, maar dat is eerder uitzondering dan regel.
“Bij bijna elke infectieziekte heb ik wel een patiëntencasus in mijn hoofd, waardoor het belang van preventie wordt benadrukt.”
Komt jouw ervaring bij de interne geneeskunde van pas in jouw huidige baan? En kan je jouw functie uitoefenen zonder ziekenhuiservaring?
Door mijn ervaring bij de interne geneeskunde weet ik wat bepaalde infectieziekten kunnen doen en welke impact ze kunnen hebben. Bij bijna elke infectieziekte heb ik wel een patiëntencasus in mijn hoofd, waardoor het belang van preventie wordt benadrukt. Ik wil niet dat een andere patiënt ook zo’n ziekteproces moet doormaken. Door deze ervaringen kan ik goed prioriteren; ik realiseer me namelijk wat er gebeurt als ik bepaalde taken te lang uitstel. Ik kan goed inschatten hoe snel een bron- en contactonderzoek ingezet moet worden, omdat ik weet hoe fulminant een infectieziekte kan verlopen.
Ervaring als basisarts voor het starten met de opleiding is naar mijn mening niet per se nodig, je leert alles tijdens je werk, maar zonder klinische ervaring is het moeilijker voor te stellen waarom je handelt zoals je handelt. Als je nog nooit een hersenvliesontsteking hebt gezien, is het ziekteproces moeilijk in te schatten en is het daardoor moeilijker om prioriteiten te bepalen. Als je klinische ervaring op wilt doen voorafgaande aan de infectieziektebestrijding zou mijn advies zijn om bij de interne geneeskunde of op de SEH te gaan werken, want daar zie je de ziektebeelden waar je later de preventieve maatregelen voor gaat inzetten.
Heb je nog tips voor dokters die twijfelen over hun beroepskeuze?
Ik heb gemerkt dat je vanuit een baan in het ziekenhuis gemakkelijk switcht naar een baan in het sociale domein. Andersom is dat veel moeilijker heb ik in mijn omgeving ervaren. Dus als je twijfelt tussen deze twee werelden zou ik adviseren om eerst in het ziekenhuis te gaan werken en daarna pas in de sociale geneeskunde. Besef dat je altijd mag veranderen van gedachten, welke keuze je ook maakt. Dit wordt voor jezelf vaak moeilijker als je eenmaal een plek hebt, maar zeker niet onmogelijk. Twijfel niet aan jezelf, denk niet dat je faalt als je toch een andere keuze wilt maken: het leven verandert. Ik heb het altijd leuk gehad bij de interne geneeskunde, maar ik heb uiteindelijk gekozen voor iets wat beter bij mijn leven op dat moment paste. Als je twijfelt, zoek dan iemand op die je vertrouwt en praat erover. Laat iemand met je meedenken, je hoeft het niet alleen te doen.