Een dag bij de huisarts – korte column – 1

Ik kende meneer T al een tijdje, hij kwam zo nu en dan op het spreekuur. Hij had een aantal jaar voor zijn zieke moeder gezorgd en was zelfs bij haar ingetrokken. Enkele jaren geleden is zij overleden en sindsdien is meneer T alleen. Hij trekt zich terug en houdt sociale contacten af. De een zou hem een kluizenaar noemen, de ander vindt dat hij zichzelf verwaarloost. Meneer T zelf vindt het wel prima zo, zolang hij maar af en toe op mijn spreekuur mag komen om over zijn gezondheid te praten. Meneer T is een vriendelijke man, die het waardeert als ik over zijn eenzaamheid begin. Ik respecteer het wanneer hij alle oplossingen weigert die ik aandraag om deze eenzaamheid te verminderen. We spreken over het leven en onze vertrouwensband versterkt met elk contact.
Het is een verrassing als ik meneer T eerder op mijn spreekuur zie dan verwacht. Hij had de hele nacht al buikpijn gehad, maar wilde per se door mij beoordeeld worden. In het ziekenhuis bleek hij een darmafsluiting door een zeldzame darmtumor te hebben. Allerlei onderzoeken en gesprekken met specialisten volgden; er werd een prachtig behandelplan opgesteld. En meneer T? Die was op dat moment het meest geholpen door het ‘simpele’ advies van de huisarts om twee keer per dag een half zakje vezels te nemen. De angst voor opnieuw een afsluiting was groot, maar een heel zakje in één keer gaf hem veel diarree. ‘Dank u dat u er bent en naar mijn zorgen wil luisteren’. Wat is het toch mooi, zo’n vertrouwensband.

Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan – Annemiek

Deze rubriek vertelt de verhalen van artsen die buiten hun comfortzone zijn gestapt door iets te doen wat zij ontzettend spannend vonden, maar juist daarom zo belangrijk om door te zetten. Denk hierbij aan een carrière switch, werk naast het dokterschap, maar ook de eerste keer een (nacht)dienst draaien of een ingreep doen. Hopelijk geven deze verhalen jou dat zetje om een sprong in het diepe te wagen of juist dat ene dat zo spannend is te doen.

Deze week het verhaal van Annemiek. Zij was in opleiding tot cardioloog, maar besloot over te stappen naar de opleiding tot huisarts. Het niet op je plek voelen in een bepaalde opleiding of op een bepaalde werkplek kan enorm lastig zijn. Het laat je twijfelen over eerdere keuzes, je toekomst en misschien wel jezelf. Wat moet je doen als je deze twijfels hebt? Annemiek vertelt hoe zij dit ervaren heeft.

Annemiek:
‘Op de neurologie na vond ik al mijn coschappen leuk. Ik had plezier in het patiëntencontact en de (patho-)fysiologie van de bijbehorende ziektebeelden. Ik merkte ook dat een goede werksfeer en fijne collega’s ervoor zorgde dat ik het ergens naar mijn zin kon hebben. Al snel kwam ik tot de conclusie dat ik meer een beschouwend type ben, maar dat ik het ook leuk vind om praktisch te kunnen handelen. Tijdens mijn master geneeskunde heb ik voor het eerst kennis gemaakt met het specialisme cardiologie. In mijn vierde en vijfde jaar liep ik een coschap bij dit specialisme en in mijn zesde jaar mijn wetenschappelijke en semi-arts stage. Ik had er dus al een flink aantal uur cardiologie op zitten toen ik afstudeerde als arts. Ik wilde graag promotieonderzoek doen, maar ik zag het niet zitten om vier jaar uit de kliniek te gaan. Uiteindelijk kon ik als anios cardiologie aan de slag en tegelijkertijd starten met een promotietraject. Dit leek me een ideale combinatie voor de komende jaren. Echter, na een jaar bleek er geen geschikte kandidaat te zijn voor aios cardiologie en kreeg ik deze plek aangeboden. Hier ontstonden mijn eerste twijfels, maar ik wist dat ik graag in het ziekenhuis wilde gaan werken en dit was een mooie kans, dus ben ik ervoor gegaan. 

Als ik achteraf naar dit moment terugkijk, denk ik niet dat ik de keuze voor de cardiologie heel bewust heb gemaakt. Ik had het naar mijn zin, maar ik heb nooit heel goed overwogen of dit vak ook op de lange termijn bij me zou passen. Na eerst een jaar opleiding cardiologie, begon ik met mijn vooropleiding bij de interne geneeskunde. Hier werd al iets meer duidelijk dat de cardiologie mogelijk geen goede match voor mij was. Ik vond de werksfeer bij de interne geneeskunde fijner, merkte dat ik bepaalde fysiologie en ziektebeelden interessanter vond en kreeg ik meer tijd om de patiënt in zijn geheel te kunnen behandelen. Ik wilde zowel het somatische als het psychische deel van de patiënt aandacht geven; wat betekent een ziekte voor mijn patiënt? Daar was binnen de cardiologie naar mijn mening weinig ruimte voor. Ik ervaarde daarnaast ook veel stress: diensten die altijd langer waren dan gepland, continu bezig met leven of dood en ontelbare telefoontjes. Ik had het gevoel dat ik de hele dag aan moest staan. Stages die andere aios cardiologie erg leuk vonden, vond ik juist niet leuk en dat maakte me ook aan het twijfelen of ik wel een echte aios cardiologie was (voor zover die bestaat). Daarnaast waren er ook andere factoren die in deze periode meespeelde: ik had mijn eerste kindje gekregen, ik was mijn promotieonderzoek aan het afronden en ik merkte dat de banenmarkt niet veelbelovend was. 

Ik ben veel gaan praten toen ik merkte dat de twijfels meer en serieus werden. Vooral met mensen buiten de cardiologie: de opleider van de interne geneeskunde, een coach, mijn man en andere familie die belangrijk voor me was. Wat me opviel was dat niemand eigenlijk snapte waar mijn twijfels vandaan kwamen. Deze mensen dachten dat ik moe was van het harde werken en de flinke periode waar ik even doorheen moest. Door deze gesprekken verdween de keuze om wel of niet door te gaan als aios cardiologie naar de achtergrond. Toen ik verder in de opleiding kwam en vaardigheden moest leren waar ik helemaal geen plezier in had, vroeg ik mezelf af; waar ben ik mee bezig? Ik wilde mijn kinderen helemaal niet het voorbeeld geven dat je kostte wat kost moet doorgaan met iets waar je aan begonnen bent en dat was wel wat ik op dat moment aan het doen was. Dat was voor mij het moment dat ik de keuze maakte om te stoppen. Ik heb hierover nog met mijn coach gesproken, wat mijn besluit alleen maar bevestigde. 

” En toch voelde het als een opluchting toen ik de keuze eenmaal had gemaakt. “

Uiteindelijk heb ik er ruim drie jaar over gedaan om een definitief besluit te nemen. Die periode was bij vlagen heel zwaar, maakte me onzeker en ik voelde me soms eenzaam. Dit kwam onder andere doordat mijn omgeving mij niet echt steunde en mijn gedachtes niet goed begrepen. Ook is het lastig om dit onderwerp met je opleider te bespreken. Maar terugkijkend is het ook een belangrijke periode in mijn leven geweest; ik heb mijzelf beter leren kennen, ben dokter geworden, heb veel ervaring opgedaan en ik zou deze periode ook echt niet hebben willen missen. Ik weet nog goed toen ik zeker wist dat ik ging stoppen met de cardiologie, dat ik op weg naar huis heb moeten huilen. Het voelde een beetje als rouw: ik moest iets gaan loslaten wat een hele poos mijn leven was en waar ik als klein meisje al van droomde: dokter worden in het ziekenhuis en dat beeld moest ik bijstellen Daarnaast had ik er natuurlijk veel tijd en energie in had gestoken en waar ik zo veel geleerd had als dokter en als mens. En toch voelde het als een opluchting toen ik de keuze eenmaal had gemaakt.

Ik ben tijdens de periode van twijfel gaan zoeken naar wat ik wel wilde. Ik wilde namelijk niet stoppen voordat ik iets anders had. Ik heb de interne geneeskunde overwogen, maar uiteindelijk is het huisartsengeneeskunde geworden. De vrijheid van het vak, dichtbij huis kunnen werken, het belang van goede communicatieve vaardigheden en het echt naast de patiënt kunnen staan, is iets waar ik energie van krijg. Tot op de dag van vandaag bevalt het me erg goed. Ik ben ook blij met alle ervaringen die ik in het ziekenhuis heb opgedaan, maar ook wat ik in die periode over mezelf heb geleerd; wat ik echt belangrijk vind in mijn werk en mijn leven ernaast. 

Mijn tip: blijf dichtbij jezelf: wat vind jij leuk om te doen? Waar krijg jij energie van? Hoe zie je je baan passen in de rest van je leven? Dit kan per fase in je leven veranderen, want jij kan zelf als mens ook veranderen, en dat is oké.’

Blog 17; in gesprek met een huisarts in opleiding

Een blog over huisartsgeneeskunde kan natuurlijk niet ontbreken! Een van de meest gekozen specialisme, zo’n 30% van alle dokters wordt uiteindelijk huisarts. Sommige weten dat al vroeg in de opleiding, sommige kiezen voor de huisartsopleiding na een aantal jaar als basisarts in het ziekenhuis gewerkt te hebben en zelfs een aantal switcht tijdens hun opleidingstijd tot specialist in het ziekenhuis! Het huisartsenvak bestaat al eeuwenlang, maar heeft pas sinds 1971 een gerichte opleiding die drie jaar duurt na de Geneeskunde opleiding. Dat betekent dat de huisartsopleiding dit jaar zijn 50-jarig jubileum viert!
Ik ga deze week in gesprek met huisarts in opleiding Faizah. Een stoere dokter die van actie houdt, maar ook van écht communiceren met patiënten.


Faizah, wat leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit?
Wat leuk dat ik wat mag vertellen over mijn werk! Ik ben HAIO (huisarts in opleiding) en werk parttime, dat wil zeggen één dag per week les en drie dagen per week op mijn werkplek. Die werkplek is in het eerste en derde jaar de huisartsenpraktijk, het tweede jaar bestaat uit stages op de spoedeisende hulp, de chronische zorg (bijvoorbeeld het verpleeghuis) en de psychiatrie. Ik heb zojuist mijn stage psychiatrie afgerond en ben daarmee aanbeland in het laatste jaar van mijn opleiding welke ik volg bij een huisartsenpraktijk in Eindhoven. Op de dagen in de praktijk doe ik spreekuur, rijd ik visites, doe ik ingrepen en pleeg ik telefoontjes. Daarnaast heb ik dagelijks een leergesprek van ongeveer een uur met mijn opleider waarin we ingewikkelde patiënten casus bespreken, of onderwerpen waarover ik nog kennis wil opdoen, manieren van communicatie, hoe je samenwerking met bijvoorbeeld de assistentes het beste aanpakt enzovoorts. Tijdens de lesdag ben ik van half 10 tot half 5 op de opleiding. De lessen variëren, van kennis tot wetenschap en van heftige gebeurtenissen delen met elkaar tot consulten bekijken, er komt van alles aan bod. Daarnaast zijn de lesdagen ook erg gezellig, ik heb altijd erg leuke groepsgenoten en na de lessen gaan we regelmatig nog even richting het terras voor een drankje.

Wanneer wist je dat je huisarts wilde worden?
Pfoe, dat is een hele weg geweest! Een van mijn laatste coschappen deed ik op de spoedeisende hulp omdat ik nog geen idee had wat ik wilde doen. Ik vond bijna alle coschappen erg leuk en wilde een combinatie van denken en doen. Op de spoedeisende hulp zei één van de huisartsen in opleiding daar al dat ze mij huisarts zag worden. Ik wist dat allemaal nog niet zo zeker, ik had tijdens mijn huisartsen coschap niet zo’n klik met mijn begeleider wat dit coschap erg kleurde. Daarnaast zijn bijna alle coschappen in het ziekenhuis waardoor je toch geneigd bent om alleen maar over een specialisatie in het ziekenhuis na te denken. Na de spoedeisende hulp heb ik een coschap bij de anesthesie gedaan, dit was direct een match! De fysiologie begrijpen vond ik fantastisch, het was de juiste combinatie van denken en doen, samenwerken is erg belangrijk en je komt af en toe acute problematiek tegen. Daarnaast vond ik anesthesiologen ontzettend leuke mensen waar ik mezelf wel tussen zag staan, kortom ik was eruit! Ik zat helemaal op mijn plek.
Ik ben ik op de intensive care gaan werken van een groot perifeer ziekenhuis, wat een logische stap is om in opleiding te komen tot anesthesist. Ook daar zat ik helemaal op mijn plek, ik heb daar heel fijn gewerkt, leuke collega’s (soms iets te leuk, ik ben daar mijn huidige vriend tegengekomen haha 😉), maar ik merkte dat ik wat miste. Ik vond het heerlijk als ik wat meer tijd had in bijvoorbeeld het weekend om eens naast de patiënt te zitten en te praten met die patiënt. Wat betekent zo’n ingrijpende IC-opname voor deze patiënt? Hoe beleeft hij of zij dit? Ook gesprekken over wel of niet behandelen bleven mij bij, hier haalde ik veel voldoening uit. Ik begon te twijfelen en een aantal verpleegkundigen op de IC vertelde me dat ze me zo goed vonden in communicatie en het zonde vonden als ik anesthesie ging doen (je patiënten slapen natuurlijk het grootste deel van de tijd). Ook merkte ik dat ik graag in Brabant wilde blijven, ik was mijn leven aan het opbouwen wat betreft woonplek en vrienden. Ik bewonder het altijd heel erg als mensen het hele land doorverhuizen voor hun werk, dat is niet aan mij besteed, en is wel iets wat erbij kan horen bij een specialisatie in het ziekenhuis. De anesthesie opleiding bijvoorbeeld zit alleen in de academische ziekenhuizen en Nieuwegein, en als je eenmaal klaar bent moet je vaak op zoek naar werk als specialist waarbij verhuizen soms noodzakelijk is. Huisartsen zitten overal, de opleiding was in de buurt en er is veel werkgelegenheid. Dat bij elkaar maakte dat ik koos voor het huisartsenvak.

Heb je daarna nooit meer getwijfeld?
O, zeker wel! Ik ben zelfs begonnen aan de opleiding tot anesthesioloog!
Toen ik weer een instabiele patiënt op de IC had kreeg ik daar zoveel adrenaline van waardoor ik weer twijfelde en uiteindelijk voor de anesthesie koos. Ik besloot een knoop door te hakken en solliciteerde voor de opleiding tot anesthesioloog in Zuid-Limburg. Een week na mijn sollicitatiegesprek ging het mis. Ik kreeg een ernstige ooginfectie waarbij een bacterie van de ene op de andere nacht mijn hoornvlies aangetast en ernstig beschadigd had. Ik werd opgenomen in hetzelfde ziekenhuis als waar ik had gesolliciteerd en zag nagenoeg niets meer met mijn linkeroog. Het was onduidelijk of dat ooit nog terug zou komen. Een week met intensieve behandeling in het academische ziekenhuis volgde met veel emotie en verdriet. Het zou drie maanden gaan duren voordat ik wist of mijn zicht zou terugkeren. Ik was plotseling bezig met vragen als ‘kan ik überhaupt nog wel als arts werken?’ ‘Kan ik ooit nog autorijden?’. Toen ik eenmaal weer thuis was werd ik gebeld dat ik was aangenomen. Ik mocht eerst als ANIOS (Arts Niet In Opleiding tot Specialist) aan de slag, als dat goed zou bevallen zou ik een paar maanden later in opleiding gaan tot anesthesioloog. Omdat ik bang was dat ze me niet meer zouden aannemen met mijn slechte oog heb ik hier niks over gezegd. Achteraf had ik dit natuurlijk anders moeten aanpakken, maar door alle emotie is het erg lastig om alles te overzien op zo’n moment.
In de donkere, natte wintermaanden begon ik dagelijks aan mijn reis richting het zuiden (een uur heen en een uur terug ) en de lange dagen (contract van 48 uur plus alle vergaderingen en onderwijs). Ik zat elke ochtend huilend in mijn auto, ik zag links niets, alle lampen waren halo’s, het was donker en het was doodeng om weer in de auto te stappen, maar ik zette door want ik wilde de opleidingsplek zo graag! Na zes weken kon ik niet meer, ik had er geen rekening mee gehouden dat plotseling slecht zicht zoveel energie kostte, kijken doe je immers de hele dag en mijn hersenen waren niet gewend aan het slechte oog en de halo’s. Ik ging naar de bedrijfsarts en werd ziek gemeld. Verschrikkelijk vond ik dat, maar het zette me wel aan het denken over wat echt belangrijk is: heb ik dit allemaal over voor de anesthesie? word ik hier gelukkig van? Ik belde de inmiddels huisarts op die ik op de spoedeisende hulp had leren kennen en ging met haar in gesprek en liep een dag mee op de huisartsenpraktijk. Bij de anesthesie mocht ik terugkomen als ik was opgeknapt en wilden ze me een opleidingsplek geven. Ik stond voor een erg moeilijke beslissing. Moest ik een opleidingsplek ‘weggooien’ voor het onbekende (ik wist natuurlijk niet of ik zou worden aangenomen bij de huisartsopleiding)? En ik voelde me schuldig tegenover al die mensen die anesthesist wilden worden. Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en ben ik voor de huisartsenopleiding gegaan, daar ben ik nog steeds heel erg blij mee!

Dat klinkt als een lastige tijd!
Ja, dat was het zeker. Het voelde een tijd alsof mijn gezondheid de beslissing voor mij heeft gemaakt en dat vond ik lastig. Nu zie ik het ziek zijn als het moment waarop ik tijd had om te realiseren wat nu écht belangrijk is voor mij in mijn werk. Communicatie met de patiënt, laagdrempelige zorg dichtbij huis en een band opbouwen met mijn patiënten!

Wat fijn dat je nu zo goed op je plek zit! Welke eigenschappen denk jij dat je nodig hebt om een goede huisarts te zijn?
Ik denk dat de communicatie key is in het huisartsenvak! Je anamnese is je belangrijkste tool. Hier wordt dan ook veel aandacht aan besteed tijdens de opleiding. Daarnaast is het belangrijk dat je je goed kan inleven in je patiënt en empathie kan tonen. Ook moet je snel kunnen schakelen, elke 10 of 15 minuten een andere patiënt, een spoedpatiënt tussendoor, telefoontjes. Het overzicht houden is hierbij erg belangrijk.

‘Het leukst is de band met de patiënt, je komt bij mensen thuis en bent betrokken in het hele gezin!’

Hoe ziet de sollicitatie procedure voor een opleidingsplek eruit?
De sollicitatie is landelijk geregeld, je solliciteert dus niet op één plek maar voor de huisartsopleiding in het algemeen. Je stuurt een motivatiebrief en je CV op. Als je door deze selectie komt maak je een toets, de LHK. Dit is te vergelijken met de VGT (Voortgangstoets), die je elke 3 a 4 maanden maakt tijdens je geneeskunde opleiding, maar dan iets korter gelukkig haha. Als je de toets haalt volgen er twee gesprekken. Deze gesprekken zijn anders dan “normale” sollicitatiegesprekken, er wordt naar casussen gevraagd die je hebt meegemaakt op verschillende domeinen zoals samenwerken of communicatie. Je analyseert dan wat er gebeurde, wat er goed ging, maar vooral wat je er voor leerpunt uithaalt. Zelfreflectie en je kwetsbaar durven opstellen zijn hierbij erg belangrijk. Dat laatst was een verademing voor mij aangezien dit veel meer bij me past dan de mentaliteit die er vaak in het ziekenhuis heerst waarbij je geen “zwakheden” mag laten zien.

Maar kan je dan ook aan de andere kant van het land geplaatst worden voor de opleiding? Er zijn 8 opleidingsinstituten in Nederland, waarvan sommige nog dependances hebben in bijvoorbeeld Eindhoven of Zeeland. Je mag je voorkeur aangeven en ze proberen je te plaatsen op de plek van voorkeur, maar dat lukt natuurlijk niet altijd.

Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen. Wat zijn de criteria?
Het tijdperk van “ik kan altijd nog huisarts worden als iets anders niet lukt” is een beetje voorbij denk ik. Er zijn 750 plekken per jaar verdeeld over twee startmomenten (maart en september). Er solliciteren vaak meer dan 500 artsen per ronde voor dus ongeveer 375 plekken, dus niet iedereen wordt aangenomen. Echter is de kans op een opleidingsplek wel groter dan in het ziekenhuis. Toen ik solliciteerde voor de anesthesie waren er 4 plekken waar 40 kandidaten voor waren.
Wat betreft criteria: je hebt niet perse ervaring nodig, maar ik adviseer altijd om ervaring op te doen, bij welk specialisme dan ook. Je eerste echte doktersbaan is al spannend genoeg, laat staan dat je er meteen een opleiding naast moet doen. Het is fijn om eerst de tijd te hebben om dokter te leren zijn. Rijden leer je ook veel beter nadat je je rijbewijs al hebt gehaald 😉. Mijn advies zou zijn om ervaring op te doen in het verpleeghuis of bij de psychiatrie, dit wordt erg gewaardeerd tijdens de sollicitatie. Spoedeisende hulp kan ook erg handig zijn, hier zie je natuurlijk ook patiënten van allerlei specialismen. Maar eigenlijk is elke ervaring handig, van interne geneeskunde tot kindergeneeskunde en van gynaecologie tot urologie, alles komt voorbij in de huisartsenpraktijk!

Is je salaris anders dan dat van een ANIOS in het ziekenhuis?
Ja dat scheelt wel iets. Vanaf de intensive care is mijn salaris helaas bergafwaarts gegaan haha. Ik kon maximaal 2 ervaringsjaren opgeven toen ik aan de huisartsopleiding begon, dus ik werd wat hoger ingeschaald, maar ik verdien ongeveer €500 euro minder dan in het ziekenhuis, maar dat vind ik niet erg!

Wat vind je het allerleukst aan huisarts (in opleiding) zijn?

Het allerleukste vind ik de band met de patiënt! Tijdens mijn coschappen en op de IC heb ik niet kunnen ervaren hoe het voelt om langdurig contact te hebben met een patiënt en vertrouwen te krijgen waarbij de patiënt je alles vertelt en je alles mag vragen. Hier haal ik de meeste voldoening uit. Je komt bij mensen thuis en bent vaak betrokken bij het hele gezin. Als iemand overlijdt vind ik het wel zwaarder dan op de intensive care, daar kende je de patiënt niet echt en iemand ziet er vaak niet meer uit zoals op de foto’s van voordat ze ziek werden. Nu bouw je een band op met de patiënt en zorg je maanden intensief voor iemand. Het is erg mooi en waardevol om hier onderdeel van te kunnen zijn en om dit op een prettige manier voor patiënt en familie te laten verlopen.

Draai je ook diensten? En hoe zien die diensten eruit?
Jazeker! In je eerste en derde jaar zit je in een huisartsenpraktijk en draai je diensten op de huisartsenpost. Dit moeten er in totaal 20 per jaar zijn, en kan een avond-, nacht- of weekenddienst zijn. Tijdens het tweede jaar ga je naar de SEH en draai je gewoon mee in het dienstrooster.

‘Mijn tip: praat erover en onderzoek je twijfel!’

Wat zijn jouw toekomstplannen? Waar sta je over 10 jaar?
In de toekomst wil ik in eerste instantie graag waarnemen. Dit geeft vrijheid wat betreft je uren en diensten, wat met een jong gezin makkelijk te combineren is. Over een eigen praktijk heb ik nog wat twijfels. Aan de ene kant lijkt het me erg fijn om zorg te leveren zoals je dat zelf graag wilt, aan de andere kant ben ik totaal geen ondernemer. Investeren in je collega’s vind ik wel interessant, maar het financiële stuk niet. Gelukkig is het steeds gebruikelijker om een praktijkmanager te hebben. Nog genoeg om over na te denken. Ik zie mezelf wel een aanvullende kaderopleiding doen, urogynaecologie vind ik erg interessant en verdieping van mijn vak zou me denk ik meer passen dan het ondernemerschap.

Heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze?
Goede vraag.. Ik denk dat het belangrijk is om te bedenken hoe je je werk in jouw leven ziet en wat de belangrijke dingen voor jou zijn in het leven. En vooruit denken kan helpen, al is dit erg lastig. Als je 25 bent en net afstudeert kan die baan waarbij je 60 uur per week werkt helemaal geen probleem zijn, maar 10 jaar later, als je een gezin hebt, hoe zie je dit dan voor je? Hierdoor zie je steeds meer dokters die in opleiding waren tot specialist of zelfs al klaar met de opleiding toch switchen van baan en bijvoorbeeld de huisartsenopleiding doen.
Oh en praat erover en onderzoek je twijfel! Helaas wordt dat met name in het ziekenhuis niet gedaan is mijn ervaring. Jammer dat twijfel een taboe is, ik denk dat dit heel normaal is en dat ook specialisten wel eens twijfelen aan hun vak. Ik heb recent nog goede gesprekken gehad toen ik de intensivisten met wie ik een aantal jaar heb gewerkt weer tegen kwam op de spoedeisende hulp. Toen ik mijn verhaal vertelde waren zij ook wat meer open. Ook zij twijfelden weleens en ook zij werden niet altijd gelukkig van hun werk, hier wordt alleen helaas vaak niet over gepraat.


Op de hoogte blijven van alle nieuwe blogs? Volg dokters die het anders doen op instagram of meld je aan voor de mailinglist door een mail te sturen!