
Onder de noemer ´Zorg die anders kan´ zullen we op deze website verschillende mensen spreken en initiatieven belichten die laten zien dat zorg vaak efficiënter, leuker, makkelijker of gewoon anders kan. Deze week ga ik in gesprek met Egid van Bree over verduurzaming van de zorg en veranderenergie. Hij heeft geneeskunde gestudeerd in Maastricht en is ondertussen werkzaam als arts-onderzoeker in het LUMC, waar hij zich bezighoudt met duurzaamheid van eHealth. Hij is daarnaast actief als stuurgroeplid van de Groene Zorg Alliantie.
Egid vertelt: “Ik denk dat mijn interesse voor het thema verduurzaming van de zorg al is ontstaan tijdens mijn bachelor. Ik raakte toen betrokken bij een internationale studentenorganisatie die zich onder andere bezighield met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Toen ik daarna weer verder ging met geneeskunde, verbaasde het mij dat duurzaamheid in onze opleiding nog helemaal geen topic leek te zijn; het ging ineens alleen nog maar over ziektes en het genezen daarvan.
Één casus uit mijn eerste coschap chirurgie is me altijd bijgebleven: een demente dame van in de negentig die haar heup had gebroken. Zonder enige twijfel werd besloten dat ze zou worden geopereerd. Dat ze een paar dagen later zou overlijden hadden we vooraf misschien niet kunnen weten, maar er was überhaupt niet gesproken over een andere optie dan opereren. Het zette mij aan het denken: waarom bevragen we niet wat kritischer wat we aan het doen zijn? Waarom wordt er bij het aanvragen van diagnostiek altijd zo makkelijk gezegd: ‘Baadt het niet, dan schaadt het niet’? Ondertussen werd duurzaamheid in de maatschappij een steeds groter thema, dus waarom dan niet in de zorg? Thuis plastic scheiden, maar op het werk alles in een grote container gooien waarna alles wordt verbrand. Dat stootte mij – en een hoop andere zorgprofessionals – tegen het zere been.
Tijdens mijn coschappen zag ik online een vacature voorbijkomen voor het bestuur van De Geneeskundestudent. Op hun website zag ik dat er een werkgroep duurzaamheid bestond. Als ik nu op mijn sollicitatiebrief terugkijk, lijkt het eigenlijk meer op een betoog over wat zij allemaal met het thema duurzaamheid zouden moeten doen. De conclusie van het sollicitatiegesprek was dan ook: “Dan kom je het zelf toch doen?”. En zo geschiedde. Vanuit die positie kwam ik steeds meer mensen tegen die zich ook met dit thema bezighielden en vormden we een beweging van (toekomstige) zorgprofessionals die met vergelijkbare frustraties en vragen rondliepen.
“Veranderenergie werkt aanstekelijk en het is inspirerend om te zien dat er steeds meer mensen gewoon vanuit zichzelf ergens mee beginnen.”
Vanuit die groep mensen is twee jaar geleden op een organische manier de Groene Zorg Alliantie ontstaan. Het gaf energie om te zien hoe ieder al bezig was met het verduurzamen van de zorg en om elkaar te versterken. Wat begon met ongeveer 10 groepjes, is inmiddels uitgegroeid tot meer dan 100 green teams en 40 landelijke commissies. Veranderenergie werkt aanstekelijk en het is inspirerend om te zien dat er steeds meer mensen gewoon vanuit zichzelf ergens mee beginnen. Wij proberen al die initiatieven als Groene Zorg Alliantie dan weer met elkaar te verbinden. Zo organiseren we bijvoorbeeld één keer per jaar het Groene Zorg Festival met als slogan “vieren dat het anders kan”. Online wisselen we zoveel mogelijk kennis en ervaringen met elkaar uit, maar denken ook na over manieren om de veranderenergie zo goed mogelijk te gebruiken. De kracht zit erin dat iedereen mee mag doen. Er zijn geen harde eisen om een green team of commissie op te starten, als je maar een bijdrage levert aan gezondheidsbevordering en verduurzaming van de zorg.
Een duurzame zorgsector is meerledig. Enerzijds moeten we de voetafdruk van de zorgsector zelf verkleinen. Dat kunnen we doen door ons kritischer af te vragen welke dingen die we nu doen eigenlijk weinig tot geen toegevoegde waarde hebben, maar wel een milieu impact. Daarbij kun je kijken naar het aanvragen van onnodige diagnostiek, overbehandeling met medicatie of operaties, maar ook naar het afval dat we als sector creëren en hoe we daarmee omgaan. Aan de andere kant gaat verduurzaming van de zorg ook om het bevorderen van een gezonde leefomgeving, want klimaatverandering heeft onverbiddelijk gezondheidsgevolgen. Waarom mag er nog reclame worden gemaakt voor fossiele bedrijven, terwijl we weten dat door schadelijke deeltjes in de lucht mensen ziek worden? En waarom vinden we het normaal om een patiënt die geopereerd is aan darmkanker daarna weer rood vlees voor te schotelen in het ziekenhuis in plaats van een plantaardige optie?
Als Groene Zorg Alliantie zijn we dan ook niet alleen bezig met het verbinden van vergroenende initiatieven, maar proberen we ook actief aan te jagen. Daarbij denken we na over hoe we op strategische plekken de stem van zorgprofessionals het beste kunnen vertegenwoordigen. Wie zijn goede gesprekspartners? En wat zijn nieuwe plekken waar we als zorgprofessionals over het gezondheidsbelang van klimaatactie moeten laten horen? Zo geven we ook input op het mondiale klimaatbeleid en organiseren we een zorgblok tijdens de klimaatmars.
“De dokter van de toekomst bestaat nog niet en we kunnen zelf bepalen hoe die eruit gaat zien.”
Ook als geneeskundestudent of als beginnend arts kun je aan deze verandering bijdragen als je merkt dat dit iets is waar jij je graag voor wil inzetten. Bewustwording van de relatie tussen duurzaamheid en de zorg begint namelijk al tijdens onze opleiding. Je kan jezelf bevragen: ‘Waar in mijn onderwijs krijg ik iets te horen over de gezondheidseffecten van klimaatverandering? En krijg ik handvatten om me in te zetten voor leefstijl- of gedragsverandering?’ Ik denk dat er een mooie rol voor studenten ligt om hier eigenaarschap in te pakken en te zeggen: ‘Ik vind dit belangrijk en ik wil jullie helpen om dit te veranderen.’ Daarnaast zit je als coassistent of ANIOS in een unieke positie doordat je veel verschillende werkplekken ziet. Met een frisse blik kom je iedere keer weer in een nieuwe setting terecht. Tijdens onze opleiding leren we over vectorziektes, ziektes die door bepaalde organismen (vectoren) verspreid worden. Ik zie ons als studenten ook als vectoren in de zorg, maar dan om duurzame oplossingen te verspreiden van de ene naar de andere afdeling; van ziekenhuis A naar ziekenhuis B.
Vaak wordt er gesproken over de arts van de toekomst en nagedacht over hoe die eruit zou moeten zien. Het is daarbij belangrijk om je te realiseren dat er nu nog niemand is die precies invulling geeft aan dat toekomstbeeld. De dokter van de toekomst bestaat nog niet en we kunnen zelf bepalen hoe die eruit gaat zien. Dat kan lastig zijn, maar biedt ook kansen. We moeten ons eigen pad creëren en ik geloof er erg in dat dat het beste gaat door de dingen te doen die ons energie geven; of dat nou duurzaamheid is of iets anders. Als je doet wat je energie geeft, heb je de kracht om te veranderen.”