Duurzaamheid in de zorg; wat kun jij doen?

De Groene Week
Van maandag 8 mei tot en met zondag 14 mei organiseert de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) de ‘Groene week’ met het motto ‘dokters gaan voor duurzaam’. De hele week zullen er lezingen zijn in de verschillende districten zodat er ook altijd bij jou in de buurt een lezing is waar je laagdrempelig kunt aansluiten. Trots dat ik mag spreken op de avond voor regio Zwolle op dinsdag 9 mei.
Voor een overzicht van alle lezingen ga je naar de website van de KNMG, thema de groene week.

Is duurzaamheid een thema wat jou bezig houdt in je thuissituatie? Eet jij bijvoorbeeld minder of geen vlees? Neem je vaker de fiets of de trein in plaats van de auto of heb jij bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak?
En hoe houdt het je bezig tijdens je werk als co-assistent of arts-assistent? Ben je er dan ook mee bezig, of weet je dan niet zo goed waar te beginnen?
Hieronder geef ik je een aantal tips!

De getallen op een rijtje: 
De zorgsector is verantwoordelijk voor zo’n 7% van de jaarlijkse CO2 uitstoot.
De energie die gebruikt wordt in de gebouwen heeft daarvan het grootste aandeel (38%) gevolgd door de reisbewegingen van patiënten en met name medewerkers (22%). Op plaats drie staat medicatie, het produceren en verwerken nadien (18%). Daarnaast zorgt de zorgsector voor veel afval, zo’n 1,6 miljoen kg per jaar (!).

Maar wat kun jij nou doen? 
– Energie verbruik: je hebt geen invloed op hoe hoog de thermostaat staat ingesteld in jouw ziekenhuis of op jouw werkplek, maar je wél kunt doen is: je computer uitschakelen na een werkdag, het licht uitdoen in ruimtes die niet gebruikt worden en de beamer, computers én schermen uitschakelen na de overdracht (die vermoedelijk zijn gebruikt, eventueel met een videoconnectie).
– Reisbewegingen: ga op de fiets naar je werkt! Uiteraard is dat niet altijd mogelijk, omdat niet elke stad of dorp een ziekenhuis heeft en je als arts-assistent je opleiding bijna nooit in slechts één ziekenhuis volgt en dus soms ver van je woonplaats werkt. Maar is de trein een optie? Of als het een kleiner stukje betreft de bus? Of de elektrische auto of fiets? Als dat allemaal niet lukt, zijn er dan anderen waarmee je kunt carpoolen? Niet alleen duurzaam, maar ook gezellig ;). Mocht geen van bovenstaande opties een goede optie voor jou zijn, wees niet te streng en doe je best bij een van de volgende punten.
– Medicijnen: hier is winst te halen als dokter! Medicijnen moeten ontwikkeld worden, na goedkeuring moeten ze geproduceerd en vervoerd worden en helaas nadien ook heel vaak (ongebruikt) weer verwerkt/verbrandt worden. Maar wat nou als de medicijnen niet voorgeschreven worden? Dan zijn al die stappen niet nodig! Start daarom altijd met de niet medicamenteuze adviezen. Te hoge bloeddruk, schrijf je amlodipine voor of bespreek je (ook) een zoutbeperkt of zoutarm dieet? Artrose bij tevens overgewicht, schrijf je paracetamol en een NSAID voor (en wellicht ook een protonpompremmer) of neem je tijd om een gezonde leefstijl te bespreken en verwijs je patiënten voor eventuele begeleiding daarbij? Uiteraard zul je in het ziekenhuis, ondanks de niet medicamenteuze adviezen, veel medicatie voorschrijven, maar vergeet je dan niet om nieuwe medicijnen eerst voor bijvoorbeeld één of twee weken voor te schrijven? Stel dat de patiënt bijwerkingen krijgt is de kans groot dat hij of zij stopt voordat het doosje leeg is. En bespreek jij wat patiënten moeten doen met medicijnen die ze niet gebruiken? Uit onderzoek blijkt dat patiënten ze vaker weggooien of door het toilet spoelen, inleveren bij de apotheek is een betere optie. Daarnaast zijn er onderzoeken gaande om ingeleverde medicijnen te hergebruiken, maar door strenge wet- en regelgeving is dat momenteel nog geen optie.
– Afval: er wordt ontzettend veel materiaal gebruikt in het ziekenhuis, waarvan een hele hoop slechts eenmalig: zonde. Maar helaas ook iets wat je als individu niet direct kunt oplossen, maar wat jij wel kunt doen is bewust bloedonderzoek aanvragen en bewust handschoenen en isolatiemateriaal gebruiken. Ga je bij een patiënt met een isolatie indicatie naar binnen? Vraag de verpleegkundige iets of je iets kunt meenemen of doorgeven voor hem of haar (zodat de verpleegkundige niet direct daarna ook naar binnen hoeft) en zorg dat je alle vragen stelt die je wilt stellen en het lichamelijk onderzoek uitvoert waarvan jij vindt dat het nodig is. Ga je een lijn prikken of kleine ingreep doen bedenk je hoeveel spuitjes of naalden je echt nodig hebt of hoeveel gaasjes (en pak niet uit gemak een hele stapel waarvan je eigenlijk alleen de bovenste twee gebruikt). Oftewel: gebruik wegwergmaterialen bewust.

Andere opties om je steentje bij te dragen zijn een broodtrommel gebruiken in plaats van een plastic zakje, je eigen mok en waterfles meenemen in plaats van meerdere plastic bekertjes te gebruiken of vlees eens een dagje over te slaan.

Meepraten over dit onderwerp of goede tips? Stuur ons een e-mail of tag @doktersdiehetandersdoen op instagram in jouw verhaal. En houd vooral deze website in de gaten, want de komende tijd zullen we meer delen over het thema duurzaamheid.


Bronnen:
– Gupta – Een stuur voor de transitie naar duurzame gezondheidszorg (2019)
– Duurzaamheidsverslag Erasmus MC (2021)

Blog 18; een gloednieuw jaar!

2 januari 2022, het nieuwe jaar is begonnen! Ik wens jullie allemaal een heel erg gelukkig nieuw jaar! De blog van deze week kan natuurlijk niet over iets anders gaan dat het nieuwe jaar en alle doelen, wensen en goede voornemens die daarbij horen.

Zo’n 80% van de mensen in Nederland maakt goede voornemens blijkt uit onderzoek en daar weer 80% van denkt dit ook te gaan volhouden het hele jaar. Dit blijkt optimistisch! Populaire goede voornemens zijn: minder stress en meer tijd voor ontspanning, meer sporten, gezonder eten en afvallen.
Ik vroeg jullie natuurlijk ook via Instagram of jullie goede voornemens hadden. Daaruit blijkt dat slechts 45% van jullie goede voornemens heeft. Misschien niet geheel onlogisch als je bedenkt dat ongeveer 1 op de 4 mensen die goede voornemens ook volhoudt tot het einde van het jaar. Nog pijnlijker is dat het percentage mannen dat hun goede voornemens volhoudt groter is dan dat van vrouwen.

Slechts 1 op de 4 houdt hun goede voornemens vol tot het einde van het jaar!

Toch maak ik wel altijd goede voornemens, al noem ik ze liever wensen of doelen.
Een doelt klinkt namelijk veel krachtiger en ik krijg er direct energie van! Ik kan je vertellen dat mijn doelen voor 2021 aardig goed gelukt zijn. Mijn goede voornemens of doelen waren:
– Mijn droombaan vinden en weten bij welk specialisme mijn hart ligt
– Fit zijn en voldoende bewegen
– Ons droomhuis creëren
Vooral dat eerste doel is heel erg belangrijk (geweest) en daar is dit platform ook uitgekomen. Het voelt dan ook heel erg goed dat dit gelukt is en dat mijn volgende doel een opleidingsplek bemachtigen is!

Als je goede voornemens of doelen maakt, hoe houd je ze dan vol?
1) Maak je doel concreet. Daarom is fit zijn eigenlijk ook te vaag. Mijn nieuwe doel is dan ook minstens drie keer per week te sporten. Dat kan in de vorm van een lange wandeling, hardlopen, maar ook binnen op de tax fietsen. Nog concreter is mijn doel om met gemak 5km te kunnen lopen in 30 minuten.
2) Deel je doelen. Gedeelde smart is halve smart, vele handen maken licht werk en nog meer van dit soort gezegdes bewijzen maar weer dat alles gemakkelijker is als je het samen doet. Deel je doelen met anderen en help elkaar. Wil je meer sporten? Zoek een sportmaatje, gezelliger en je hebt direct een stok achter de deur.
3) Maak een planning! Alles wat je niet inplant gebeurt doorgaans ook niet. Hangt een beetje samen met puntje 4.
4) Verbind je goede voornemens aan je routine. Alles wat we op automatische piloot doen kost minder energie. Sport jij elke maandag en donderdag? Dan denk je daar op een gegeven moment niet meer over na en ga je gewoon, betekent dat je jezelf niet de hele dag hoeft over te halen. Zo probeer ik op twee vaste avonden in de week bezig te zijn met mijn blogs of mijn werk. Ik zoek onderwerpen op die ik nog niet voldoende begrijp, ik maak afspraken voor onderzoek wat opgezet wordt, ik werk aan een wetenschappelijk artikel of werk mijn CV bij. Hoef ik dus ook niet meer na te denken wanneer ik dat allemaal ga doen.

Noem het geen goed voornemen, maar een doel. Klinkt veel krachtiger!

Ik ben benieuwd naar jullie doelen en jullie tips om ze vol te houden. Heb je goede doelen, deel ze dan dus vooral! Dat kan met vrienden zijn, maar mag ook op social media. En als je dat doet, tag dan meteen even @doktersdiehetandersdoen. Dan houd ik mijn doelen ook weer beter vol. Samen gaat dat zeker lukken!
Heb je geen Facebook of Instagram maar wil je wel graag op de hoogte gehouden worden over nieuwe blogs? Meld je dan aan voor de mailinglist via doktersdiehetandersdoen@gmail.com.

Blog 13: Hoe voel je je zo fit mogelijk tijdens je dienst(en)?

Als je in de zog werkt hoort het erbij: diensten. Dagdienst, tussendienst, avonddienst, nachtdienst én weekenddienst, de zorg draait 24/7 door. Maar hoe zorg je nou dat je je zo goed mogelijk voelt tijdens je dienst?

Het verschilt per specialisme hoe je diensten eruit zien, maar ook je functies zorgt voor verschillen. Medisch specialisten hebben vaak bereikbaarheidsdienst, een dienst op afstand dus, waarbij ze telefonisch bereikbaar zijn voor overleg en supervisie van de patiënten die worden beoordeeld door de arts-assistent. Bij sommige specialismen is het als medisch specialist wel nodig om in het ziekenhuis te zijn tijdens de dienst. Een patiënt met een hartinfarct kan niet op afstand gedotterd worden en ook een keizersnede of blinde darm operatie kan niet telefonisch.
Als arts-assistent ben je tijdens je dienst aanwezig in het ziekenhuis en beantwoord je alle vragen van verpleegkundigen en beoordeel je patiënten op de spoedeisende hulp of opgenomen patiënten die erg ziek zijn. Daarna maak je samen met je supervisor telefonisch een plan voor je patiënt.
Ook de verpleegkundigen, physician assistents, verpleegkundig specialisten, fysiotherapeuten, voedingsassistenten et cetera zijn altijd aanwezig (en aan het werk) tijdens hun diensten en hebben geen bereikbaarheidsdienst.

Je dienst kan er dus op verschillende manieren uitzien, maar één ding hebben ze allemaal: je werkt op onregelmatige tijden en vaak als anderen vrij zijn (of slapen).

Persoonlijk vind ik diensten vaak leuk om te doen, want je ziet allerlei verschillende patiënten en dus ziektebeelden en je kunt vaak echt iets betekenen. Daarnaast leer je heel veel tijdens de dienst. De sfeer in het ziekenhuis in de avonden, nachten en weekenden is heel anders dan overdag, maar heel gemoedelijk en gezellig. Echter kunnen lange drukke diensten op onregelmatige tijden heel vermoeiend voor je lichaam zijn en dat maakt het soms best pittig. Van de onregelmatige tijden raakt je biologische klok van slag en dat maakt je slaperig, hongerig of humeurig op de gekste tijdstippen.
Belangrijke vraag is dus: hoe zorg je dat je je zo goed en fit mogelijk voelt in de dienst?

‘De zorg, en dus ook de verpleegkundigen en dokters, draait 24/7 door, dus ook als anderen vrij zijn of slapen’

Via Instagram kreeg ik heel veel tips en tricks van jullie en zelfs een artikel met evidence based tips. Hiermee ga jij de (nacht)diensten fit in en kom je er ook weer fit uit!

  1. Roteer voorwaarts.
    Dat wil zeggen dat het verstandig is om te starten met een dag- of tussendienst, daarna een avonddienst en dan pas een nachtdienst. Zo verleg je langzaam je eigen circadiane ritme. Het ideale aantal nachtdiensten achter elkaar zou wetenschappelijk drie zijn met een maximale duur van acht uur per dienst. In de praktijk is dat bij dokters vaak anders, maar zeg nou zelf: liever zeven nachten bikkelen en wat minder vaak nachtdienst dan drie nachtdiensten elke maand toch?
  2. Doe een dutje voor je nachtdienst.
    Uit onderzoek is gebleken dat ‘in het voren’ slapen effectief is en je significant minder vermoeid bent tijdens je nachtdienst. De duur van je dutje maakt niet zoveel uit, maar de beste tijd zou tussen 14.00 en 16.00 uur zijn. Een evidence based siësta is dus de ultieme tip!
  3. Zorg voor zoveel mogelijk (blauw) licht tijdens je nachtdienst.
    Blauw licht heeft van alle kleuren licht het grootste effect op onze biologische klok en meer blauw licht in je nachtdienst zorgt voor betere prestaties. Blauw licht remt namelijk de aanmaak van melatonine, het stofje dat ons slaperig maakt. Een studie laat zien dat je jezelf het beste aan blauw licht kunt blootstellen tussen 0.00 en 4.00 uur, dit zou het omgooien van je ritme gemakkelijker maken en zorgen voor een betere kwaliteit van slaap overdag. Een andere studie laat zien dat veel (blauw) licht met name belangrijk is twee uur voordat je normaal gesproken gaat slapen. Lang verhaal kort: veel licht in je nachtdienst is een goed idee.
  4. Powernap tijdens je nachtdienst.
    Tja, direct een lastig advies want dit kan natuurlijk heel vaak niet. Maar als het wél kan dan kun je het beste een dutje doen tussen 1.00 en 3.00 uur net niet langer dan 20 minuten. Het zorgt ervoor dat je alerter bent, je beter presteert en het verminderd je slaap tekort. Maar pas op, hele korte dutjes kunnen je soms juist humeurig maken terwijl het niet helpt voor je slaap tekort. Een gepland dutje werkt het beste, maar is wellicht niet erg praktisch uitvoerbaar tijdens je dienst.
  5. Drink koffie (of andere cafeïne houdende drank), maar niet meer na 1.30 uur.
  6. Vermijd grote maaltijden, eet kleine porties.
    Probeer gezonde dingen te eten, het beste kun je maaltijden eten rijk aan eiwitten en gezonde vetten. Vermijd maaltijden of dranken met veel suiker, dit zorgt voor een snelle piek en daarna een dip in je glucosespiegel en maakt je humeurig, hongerig en verstoort je ritme.
  7. Vermijd (blauw) licht in de laatste uren van je nachtdienst en op de terugweg richting huis.
    Draag bijvoorbeeld een zonnebril in de auto of op de fiets naar huis, daarmee zorg je voor een betere kwaliteit slaap overdag.
  8. Overweeg melatonine.
    De resultaten van verschillende studies verschillen, maar er lijkt een voordeel te zijn van melatonine ten opzichte van placebo als het gaat om kwaliteit en duur van je slaap overdag. Het beste kun je de melatonine 30 tot 90 minuten voordat je gaat slapen innemen.
  9. Zorg voor een donkere slaapkamer en boots hiermee de donkere nacht zo goed mogelijk na.
  10. Zorg voor een koele slaapkamer.
    Als je normaal gesproken gaat slapen koelt je lichaamstemperatuur snel af, het verliest haar warmte door perifere vasodilatatie (de bloedvaten in je voeten/benen en handen/armen gaan open staan). Deze snelle daling in temperatuur zou zorgen voor het intreden van de slaap. In een koele kamer val je dus gemakkelijk in slaap.

Als aanvulling hierop gaven vele van jullie de tip om te blijven sporten/bewegen voor je nachtdienst, veel water te drinken en vooral gezond te eten.

Samenvattend kun je dus het beste in een dienstblok voorwaarts roteren, niet te veel nachtdiensten achter elkaar draaien, voor je nachtdienst een siësta houden met tijdens je dienst ook nog een kort dutje. Je kunt het beste veel water drinken en kleine vet- en eiwitrijke porties eten en geen ongezonde snacks nuttigen. Verder is tijdens je dienst fel (blauw) licht een goed idee, maar op de weg naar huis minder. Thuis aangekomen kun je het beste zorgen voor een donkere, koele kamer om zo goed mogelijk te slapen overdag zodat je fit je volgende nachtdienst in kunt!



Ik ga deze tips zeker ter harte nemen in mijn volgende dienstblok. Heb jij iets gehad aan deze tips en voel je je beter tijdens je diensten? Deel je verhaal op Instagram en tag @doktersdiehetandersdoen