Blog 11: Werk-privé balans

Als jonge dokter moet je een hoop keuzes maken en dat is best lastig. Het is belangrijk dat je kiest wat je leuk vindt, maar er zijn veel meer zaken die meewegen in de uiteindelijke keuze voor een specialisme of baan. Een aantal daarvan zijn besproken in eerdere blogs zoals administratielasten, de noodzaak tot promoveren of het aantal opleidingsplekken en daarmee de kans dat jij je mag gaan specialiseren in het door jouw gekozen specialisme. Maar hoe zit met met de werkdruk en de werk-privé balans? Hoe zwaar weegt dat mee in het maken van je keuze? 

Bij het ene specialisme is de werkdruk hoger dan bij het andere specialisme en op sommige
plekken is er eerder sprake van een werk-privé disbalans in plaats van balans. Daar is steeds meer aandacht voor en je leest er dan ook vaker iets over in het nieuws. Zo kopte organisatie de jonge specialist in 2018 ‘1 op de 5 jonge artsen heeft burn-out klachten’ en deed organisatie de jonge dokter in 2020 een onderzoek onder bijna 630 jonge dokters waaruit blijkt dat de werkdruk hoog is en er gemiddeld wekelijks 9 uur ongecompenseerd overgewerkt wordt. 

Ook de volgers van dokters die het anders doen werd gevraagd of zij wel eens burn-out klachten ervaren. Van de circa 100 reacties geeft een kleine 70% aan dit wel eens te hebben of te hebben gehad. Een te hoog percentage als je het mij vraagt. 


Maar hoe komt dat dan? Leggen we het onszelf op of is het ‘het systeem’ dat het van ons vraagt? 

Ik denk dat het een combinatie van beide is. Geneeskundestudenten staan er om bekend vrij streberig te zijn. Dat moet vaak ook wel om een plekje te bemachtigen, maar ook nadien nemen de meeste geen genoegen met alleen hun studie, maar volgen vele extra-curriculaire cursussen, zit een groot gedeelte in commissies, besturen of doet database werk om affiniteit met onderzoek te krijgen. 
Aan de andere kant zijn er weinig opleidingsplekken en zit je als jonge dokter in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van je opleiders als het gaat om zo’n opleidingsplek. Dat zal zeker invloed hebben op het accepteren van een hoge werkdruk of veel onbetaalde extra uren. 

Weet jij hoe jouw lichaam tot rust komt? Ken jij je energiegevers en energievreters?

Een andere vraag is dan of een hoge werkdruk en veel extra uren slecht is? Je leert natuurlijk ook meer in extra uren, mits de begeleiding goed is, en een hoge werkdruk kan ook energie geven. Maar het is een feit dat té veel extra uren en een té hoge werkdruk niet goed zijn voor je mentale gezondheid. Je hebt het simpelweg ook nodig om op te laden en te ontspannen.

Weet jij hoe je lichaam het beste tot rust komt? Of wat voor jou energiegevers en energievreters zijn? Het is goed om dat eens in kaart te brengen en desnoods je rustmoment gewoon in te plannen. 


Als ik naar mezelf kijk heb ik me echt wel eens wat overwerkt gevoeld. Ik heb nooit een burn-out gehad, en het plan is om dat zo te houden, maar er zijn zeker momenten geweest dat je weken op je tandvlees loopt. Tijdens coschappen het continu aan staan, het altijd zo goed mogelijk willen doen (ja, ook ik ben een streber), je bewust zijn van alles wat je nog niet weet en daarom veel op te zoeken of te studeren in de avonduren met daarnaast een bijbaantje voor extra inkomsten. Ik was soms zo moe van alle indrukken dat ik het gevoel had dagen te kunnen slapen. Ook tijdens mijn eerste ANIOS baan was die balans soms ver te zoeken, want je hoort de hele dag van alles wat je nog niet kunt of weet dus was er altijd wel iets te studeren. En daarnaast wilde ik natuurlijk bij elk feestje, filmavond of borrelmoment zijn! Hele leuke dingen, maar ook die kosten energie. 
Eigenlijk weet ik inmiddels best goed hoe ik zorg dat zaken in balans zijn en herken ik de signalen, al denk ik dat dit een blijvende uitdaging gaat zijn.

Mijn belangrijkste tips:

  •  Ken je energievreters (hallo nachtdienstweek) en je energiegevers (ik word helemaal zen van een avondje in bad inclusief Netflix) 
  • Maak een (realistische) planning. Bedenk wat je op een dag wilt doen en doe dat ook, dan hoef je daar alvast niet meer over na te denken. 
  • Plan de leuke dingen waar je energie van krijgt ook in. Zo zorg je ervoor dat dat ook daadwerkelijk gebeurt en je agenda niet zo propvol is dat je niet eens tijd hebt voor een ontspannen avond wandeling, lekker lange warme douche, FaceTime avond met je beste vriendin of de vrijdagmiddag borrel met collega’s.
  • Ken de signalen van je lichaam dat aangeeft dat je toe bent aan rust. Zo ga ik vrijwel automatisch meer koffie drinken als ik moe ben, kan ik in de ochtend moeilijker m’n bed uit en ben ik te lui om zelf lunch klaar te maken en ga ik het standaard halen (of eet ik niet, foei). Ik heb sneller hoofdpijn en stel huishoudelijke taken (nog meer) uit. Als je de signalen sneller herkent kun je er sneller op anticiperen en komt het niet tot stress of burn-out klachten. 
  • Nee is ook een antwoord, je kunt niet alles. Kies wat je het leukst vindt of je het meeste energie geeft! 
  • Wees lief voor jezelf en accepteer dat er maar 24 uur in een dag zitten. Zo vond ik het eerder suf om heel vroeg te gaan slapen, inmiddels weet ik dat ik net een baby ben en 8-9 uur slaap nodig heb. Avondje om 21.00 uur naar bed? Heerlijk! 

Als er één uur langer in de dag zit, wat zou jij dan doen met je tijd?

Beantwoord onderstaande vragen eens voor jezelf en probeer echt eerlijk te zijn. Wat vind jij het allerleukst om te doen? Waar krijg je energie van? Stel dat er een uur langer in de dag zat, wat zou je dan gaan doen? En wat daarvan zou je nu al kunnen doen? Welke signalen geeft jouw lichaam? Zie je ze? En als je ze ziet, luister je er dan ook naar? 

Jouw signalen herkennen en hier iets mee doen is het halve werk. Zorg goed voor jezelf en geniet van het feit dat je mag werken als dokter, want dat is toch echt het mooiste beroep dat er is!

Blog 5: Een opleidingsplek bemachtigen

Een opleidingsplek, het is iets waar bijna alle arts-assistenten in hun gedachten mee bezig zijn en waar ze keihard voor werken!
Elk jaar melden 8000 à 8500 kandidaten zich aan voor de studie Geneeskunde. Via de decentrale selectie zal er ‘gestreden’ worden om circa 2700 plekken.

Dat wil zeggen dat jaarlijks ongeveer 2700 kandidaten een opleidingsplek krijgen voor de studie Geneeskunde: het eerste gouden ticket. 

In de zes jaar die volgen zal er hard gestudeerd worden. Er zullen in de eerste drie jaar veel uren doorgebracht worden in de collegezaal, het skillslab,  de bibliotheek om te studeren, en oké vooruit, ook in de kroeg. Maar daarnaast moet er wel een CV opgebouwd worden natuurlijk, want tja: dat doet toch iedereen en anders kom je ‘later’ nooit in opleiding. En zo jut iedereen elkaar op en zitten we in commissies, bekleden we een bestuursfunctie van de studie- of studentenvereniging en doen we onderzoek (lees: urenlang database werk waarbij gegevens uit een patiëntendossier als 0 of 1 in Excel worden genoteerd). Daarna volgen er drie jaar waarin er veel tijd doorgebracht wordt in het ziekenhuis tijdens de coschappen, maar ook daarnaast doen veel studenten onderzoek of hebben zij een medische bijbaan als triagist op de huisartsenpost of werken zij op de prikpost.
Ikzelf ben absoluut geen uitzondering. Ik heb tijdens mijn bachelor met heel erg veel plezier in meerdere commissies gezeten, met iets minder plezier database werk gedaan en heb daarnaast op de huisartsenpost gewerkt. Allemaal zaken waar ik veel van geleerd heb en het meeste heel erg leuk vond om te doen! Maar, eerlijk is eerlijk, het woord CV is wel erg vaak gevallen tijdens mijn studie en het was vaak een goede reden om iets te doen. Het excelleren en ‘strijden’ om een plek te veroveren binnen de Geneeskunde wereld stopt niet na het eerste gouden ticket.

En dan komt daar dat tweede gouden ticket, wellicht nog lastiger te bemachtigen: een opleidingsplek binnen een door jouw gekozen specialisme. Bij het ene specialisme zijn er jaarlijks meer opleidingsplekken dan bij het andere specialisme. Wist jij bijvoorbeeld dat er jaarlijks 750 plekken binnen de huisartsgeneeskunde zijn, 116 voor de interne geneeskunde en slechts zes per jaar voor een opleiding tot neurochirurg? In de tabel hieronder zie je een overzicht van het geadviseerde aantal opleidingsplekken per jaar.

Tabel 1 – Overzicht jaarlijks aantal opleidingsplekken per specialisme
* Bron: Capaciteitsplan 2020-2023 – Capaciteitsorgaan Utrecht

Als je als jonge dokter besluit om te gaan werken buiten het ziekenhuis heb je uiteraard op veel plekken ook een opleidingsplek nodig. Over het algemeen is de kans op een opleidingsplek buiten het ziekenhuis groter dan binnen het ziekenhuis. En de duur van de opleiding is bij banen buiten het ziekenhuis korter dan binnen het ziekenhuis. Al met al verschilt de kans op een opleidingsplek dus per specialisme, maar over het algemeen zijn er meer welwillende, slimme en hardwerkende jonge dokters dan opleidingsplekken in het ziekenhuis. Het zijn dus factoren die bij de meesten zeker meewegen in het maken van een beslissing.

Daarnaast is het bij sommige specialismen gebruikelijk om eerst te promoveren à gemiddeld vier jaar. Promoveren vergroot vaak de kans om in opleiding te komen, maar daarover lees je binnenkort meer in een aparte blog.

‘Over het algemeen zijn er meer welwillende, slimme en hardwerkende jonge dokters dan opleidingsplekken in het ziekenhuis’

Je werk voelt natuurlijk heel vaak niet als strijden voor een opleidingsplek, maar gewoon als werk, als leuk werk zelfs! Maar het is een feit dat je hard moet werken en vaak veel moeten laten voor je werk én voor een opleidingsplek. En als je die opleidingsplek dan in de wacht gesleept hebt volgt er een opleidingstijd voor de specialisme binnen het ziekenhuis van gemiddeld een kleine zes jaar. Tijdens deze zes jaar word je opgeleid tot medisch specialist. Een opleidingstijd met veel uren en veel diensten waarin je jouw gekozen specialisme en verschillende andere vakgebieden nog beter gaat leren kennen. En dan, aan het einde van die zes jaar? Dan ben je klaar! Op zoek naar een derde gouden ticket: een vaste baan. Wellicht het lastigst te bemachtigen ticket. Gelukkig ben ik daar nog niet! Maar wellicht is het wel slim om daar alvast over na te denken.
Hoe zit dat bij jou? Hou jij rekening met de kans op een opleidingsplek bij het maken van jouw keuze? Of op de kans op een vaste baan voor als je ‘later’ klaar bent? Of ga jij er gewoon voor en zie je wel waar het schip strandt? Ik ben benieuwd!

Vragen of opmerkingen over deze blog? Leuk! Stuur me vooral een berichtje op Instagram of via e-mail!