In gesprek met een spoedeisende hulp arts

Deze week is het weer tijd voor een ziekenhuisspecialisme! Toen we jullie via instagram vroegen wat het volgende ziekenhuisspecialisme moest worden waar een blog over zou verschijnen waren jullie vrije duidelijk: de spoedeisende hulp arts. Daarom nemen we jullie deze week mee in het veelzijdige werk van spoedeisende hulp arts Naomi. Daarnaast mogen we de pocket Acute Geneeskunde van Compendium deze week verloten. Check snel de instagram pagina om te zien hoe je mee kunt doen.


Naomi, wat ontzettend leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit als spoedeisende hulparts? 
Wat leuk dat jullie mij gevraagd hebben iets te vertellen over mijn werk. Ik ben inmiddels twee jaar klaar met de opleiding tot SEH arts. Wel ben ik nu bezig met een fellowship, een mogelijkheid die in Nederland wordt geboden om je ‘onofficieel’ verder te kunnen ontwikkelen na de opleiding tot het niveau van de vijfjarige opleiding, zoals ze die in alle landen om ons heen kennen. Dit doe ik momenteel in het ETZ in Tilburg, het tweede jaar doe ik weer in mijn opleidingsziekenhuis, het OLVG in Amsterdam. Mijn dagen zijn altijd heel wisselend, sowieso heb ik geen vastigheid in het rooster, meteen hetgeen waar je goed over na moet denken of dit bij je past als je de keuze voor de opleiding maakt. Ik switch tussen dag-, avond-, tussen- en nachtdiensten. Tijdens de dienst kan ik verschillende rollen hebben. Soms heb ik de regie waarbij ik zo veel mogelijk supervisie geef aan coassistenten en arts-assistenten, maar daarnaast ook alle communicatie met de eerste lijn (huisarts en ambulance) doe, ik schakel dan veel met de ‘oudste van dienst’, een verpleegkundige die samen met mij de logistiek van de spoedeisende hulp bewaakt. Tijdens andere diensten heb ik deze rol niet, dan zie ik zelf patiënten en ben ik vrij om supervisie aan bed te geven. De combinatie van deze twee (die overigens niet in elk ziekenhuis aanwezig is, je moet er namelijk met meerdere SEH artsen voor samen in een dienst staan) maakt dat mijn werk nog minder hetzelfde is dan het normaal gesproken al zou zijn. Ook de intensiteit van de diensten wisselt enorm. Het ene moment is er tijd voor een goede kop koffie, het volgende moment sta je alleen maar brandjes te blussen en weet je niet meer waar je het zoeken moet.

Waarom heb jij gekozen voor de spoedeisende geneeskunde? Vond je het destijds een lastige keuze?
Tijdens de studie geneeskunde werd ik vooral getrokken door de chirurgie. Dat werd tijdens mijn coschappen bevestigd, waardoor ik na het afronden van mijn coschappen eerst gekozen heb voor een baan als anios chirurgie. Ik vond dat ik daar het meeste paste, want zowel de werkzaamheden als ‘het type mens’ lagen mij goed.  Maar na twee jaar aniossen veranderde dat, de passie die ik aanvankelijk voelde voor het vak verdween en na veel gesprekken besloot ik dat als ik er niet voor 200% achter stond het niet voor mij bestemd was. Maar toen stond ik wel ineens voor een lastig vraagstuk, wat ga je dan ineens doen als je al die jaren een ander doel voor ogen hebt?! Gelukkig had ik me dat stiekem in de laatste maanden bij de chirurgie al wel afgevraagd en was ik in die periode steeds vaker op de spoedeisende hulp te vinden. Dit was niet voor consulten, maar dan stond ik bijvoorbeeld tijdens een nachtdienst mee te kijken bij een reanimatie. De diversiteit (vreselijk woord, nooit gebruiken tijdens je sollicitatie;)) van het werk van de spoedeisende hulpartsen fascineerde me en ik ben met hen in gesprek gegaan over wat het werk nou werkelijk inhield. Daarbij komt dat ik het na een buitenlands stage avontuur altijd moeilijk heb gevonden langere tijd in Nederland te zijn en zag ik in dat ik dit beroep ook heel goed in het buitenland zou kunnen uitvoeren. Ik besloot een anios plek te zoeken en kwam terecht in het OLVG in Amsterdam. Na eerst een tijd te moeten wennen aan de zeer laagdrempelige cultuur waarbij hiërarchie geen rol speelt en je continu supervisie kan vragen (totaal anders dan ik gewend was) voelde ik de passie voor het doktersvak weer terugkomen en heb ik besloten mee te solliciteren voor de opleiding. Tegenwoordig vind ik het zien van patiënten die komen voor beschouwende vakken trouwens vaak uitdagender dan de chirurgie patiënten, een leuke switch van interesse dus.

Hoe ziet de sollicitatie procedure voor een opleidingsplek eruit? Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen?
Het wordt helaas steeds moeilijker om in opleiding te komen doordat er veel meer aanbod is dan dat er opleidingsplekken zijn. De sollicitatie procedure is regionaal en er zijn acht sollicitatieregio’s. De eerste selectie vindt plaats middels brief en CV. Daarna is de procedure per regio verschillend. Ikzelf heb in de eerste ronde een speeddate sessie gehad, gevolgd door een langer gesprek in de tweede ronde. Ik denk dat het belangrijkste is dat de sollicitatiecommissie je op de werkvloer heeft gezien, dus zorg dat je een ANIOS baan vindt binnen een van de opleidingsziekenhuizen. Daarnaast is het belangrijk dat je gedurende de sollicitatieprocedure duidelijk maakt waarom jij geschikt en een aanwinst voor het vak bent. Omdat we nog een jong (bijna officieel) specialisme zijn is het belangrijk dat er mensen in opleiding komen die het vak nog verder gaan helpen ontwikkelen. Wetenschap is hierin net als bij elk andere opleiding een belangrijk punt, maar ook netwerkskills, organisatietalent en doorzettingsvermogen zijn in mijn ogen belangrijke criteria.

‘Als je de passie voelt, ga er dan gerust volledig voor!’

Hoe ziet de opleiding tot SEH arts er vervolgens dan eigenlijk uit?
De opleiding is al wat veranderd sinds ik hem heb gedaan en is binnen Nederland niet overal hetzelfde. Momenteel is het een driejarige opleiding waarbij je regionaal opgeleid wordt. Dit betekent voor de regio waarin ik ben opgeleid dat je elk jaar van de opleiding opgeleid wordt binnen een van de drie ziekenhuizen in die regio. Je mede AIOS hebben in die regio hetzelfde schema, dus zit je binnen je opleidingsjaar met je ‘peers’ in hetzelfde ziekenhuis. Binnen mijn regio wordt al opgeleid volgens het plan dat geschreven is voor het vijfjarig curriculum wat inhoudt dat je werkt met EPA’s (entrusted proffesional activities) waarbij je steeds meer zelfstandigheid vergaart. De EPA’s die je behaald hebt binnen het ene ziekenhuis neem je mee naar het volgende ziekenhuis. Omdat reeds gewerkt wordt volgens het plan van het vijfjarig curriculum, wat nu in slechts drie jaar uitgevoerd kan moet worden, ligt de lat hoog, maar weet je ook goed waar je zou kunnen eindigen qua competenties. Dit maakt dat je tijdens en na je opleiding een mooi streefdoel hebt. Ik heb ervoor gekozen dit doel niet los te laten, maar me verder te ontwikkelen binnen het fellowship netwerk dat een fellowship SEH aanbiedt in drie ziekenhuizen in Nederland (Tilburg, Zwolle en Amsterdam). Tijdens dit fellowship werk ik aan mijn eigen leerdoelen die ik samen met mijn begeleiders opstel en word ik twee keer per maand geschaduwd tijdens een dienst. Dit houdt in dat ik reflecteer op mijn eigen presteren tijdens die dienst (zowel medisch inhoudelijk als op gebied van andere competenties zoals leiderschap) en een spiegel voorkrijg van mijn coach tijdens de dienst waar we dan weer samen op reflecteren. Een ontzettend leerzaam en leuk traject dat ik iedereen die klaar is zou kunnen aanraden.

Wat vind je nou echt het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst of minst leuk?
Het leukste aan mijn baan vind ik dat geen dag hetzelfde is en dat ik nooit weet wat er op mijn pad gaat komen, maar dat is ook gelijk het lastigste aan mijn baan. Het is dus een beetje een haat-liefdeverhouding. De adrenaline van altijd met spoedeisende hulp bezig zijn en snelle beslissingen te moeten nemen is heerlijk, maar vanwege dit high pressure systeem moet je goed op jezelf letten. Ik moet voldoende momenten vinden om die hoge druk weg te laten vloeien. Ik ben van mening dat we, nu we een officieel specialisme gaan worden, goed moeten nadenken hoe we ons beroep duurzaam kunnen houden. Het feit dat je als SEH arts altijd aanwezig bent in de dienst (in tegenstelling tot de bereikbaarheidsdienst waar veel andere specialisme mee werken) maakt dat we goed moeten nadenken hoe dit ook voor oudere SEH artsen haalbaar blijft. Om nog even positief te eindigen; het is heerlijk om binnen mijn vak met vrijwel iedereen van het ziekenhuis iets te maken te hebben. Ik hou ervan om veel verschillende collega’s te hebben en ik heb er ook plezier in om met iedereen een goede dynamiek te vinden.

En hoe staat het met de administratielast?
Ik heb geen goede vergelijking met anderen in het ziekenhuis, maar vind dat wij redelijk wat overbodige administratie hebben waar wij bovendien als dokters helemaal niet goed in zijn. Een ziekenhuis is uiteindelijk ook gewoon een bedrijf waarin geld verdiend moet worden en dus zouden zaken als DBC registratie in mijn ogen beter door financiële mensen gedaan kunnen worden dan door de dokter die de helft vergeet te registreren uit tijdsnood en onvoldoende kennis van zaken.

Klinkt als een mooi vak! Heb je nog tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze?
Ga eerst een tijdje werken op de spoedeisende hulp (of elders) voordat je de keus maakt. Maar probeer je dan vooral ook buiten het stukje ‘ vind ik het leuk’ goed voor te stellen of het werk en alles dat het van je privéleven vraagt ook echt bij je past. Praat hier ook over met mensen die al klaar zijn met de opleiding. Maar als je de passie voelt ga er dan ook gerust volledig voor en geniet van alles wat het vak je te bieden heeft!

Duurzaamheid in de zorg; wat kun jij doen?

De Groene Week
Van maandag 8 mei tot en met zondag 14 mei organiseert de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) de ‘Groene week’ met het motto ‘dokters gaan voor duurzaam’. De hele week zullen er lezingen zijn in de verschillende districten zodat er ook altijd bij jou in de buurt een lezing is waar je laagdrempelig kunt aansluiten. Trots dat ik mag spreken op de avond voor regio Zwolle op dinsdag 9 mei.
Voor een overzicht van alle lezingen ga je naar de website van de KNMG, thema de groene week.

Is duurzaamheid een thema wat jou bezig houdt in je thuissituatie? Eet jij bijvoorbeeld minder of geen vlees? Neem je vaker de fiets of de trein in plaats van de auto of heb jij bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak?
En hoe houdt het je bezig tijdens je werk als co-assistent of arts-assistent? Ben je er dan ook mee bezig, of weet je dan niet zo goed waar te beginnen?
Hieronder geef ik je een aantal tips!

De getallen op een rijtje: 
De zorgsector is verantwoordelijk voor zo’n 7% van de jaarlijkse CO2 uitstoot.
De energie die gebruikt wordt in de gebouwen heeft daarvan het grootste aandeel (38%) gevolgd door de reisbewegingen van patiënten en met name medewerkers (22%). Op plaats drie staat medicatie, het produceren en verwerken nadien (18%). Daarnaast zorgt de zorgsector voor veel afval, zo’n 1,6 miljoen kg per jaar (!).

Maar wat kun jij nou doen? 
– Energie verbruik: je hebt geen invloed op hoe hoog de thermostaat staat ingesteld in jouw ziekenhuis of op jouw werkplek, maar je wél kunt doen is: je computer uitschakelen na een werkdag, het licht uitdoen in ruimtes die niet gebruikt worden en de beamer, computers én schermen uitschakelen na de overdracht (die vermoedelijk zijn gebruikt, eventueel met een videoconnectie).
– Reisbewegingen: ga op de fiets naar je werkt! Uiteraard is dat niet altijd mogelijk, omdat niet elke stad of dorp een ziekenhuis heeft en je als arts-assistent je opleiding bijna nooit in slechts één ziekenhuis volgt en dus soms ver van je woonplaats werkt. Maar is de trein een optie? Of als het een kleiner stukje betreft de bus? Of de elektrische auto of fiets? Als dat allemaal niet lukt, zijn er dan anderen waarmee je kunt carpoolen? Niet alleen duurzaam, maar ook gezellig ;). Mocht geen van bovenstaande opties een goede optie voor jou zijn, wees niet te streng en doe je best bij een van de volgende punten.
– Medicijnen: hier is winst te halen als dokter! Medicijnen moeten ontwikkeld worden, na goedkeuring moeten ze geproduceerd en vervoerd worden en helaas nadien ook heel vaak (ongebruikt) weer verwerkt/verbrandt worden. Maar wat nou als de medicijnen niet voorgeschreven worden? Dan zijn al die stappen niet nodig! Start daarom altijd met de niet medicamenteuze adviezen. Te hoge bloeddruk, schrijf je amlodipine voor of bespreek je (ook) een zoutbeperkt of zoutarm dieet? Artrose bij tevens overgewicht, schrijf je paracetamol en een NSAID voor (en wellicht ook een protonpompremmer) of neem je tijd om een gezonde leefstijl te bespreken en verwijs je patiënten voor eventuele begeleiding daarbij? Uiteraard zul je in het ziekenhuis, ondanks de niet medicamenteuze adviezen, veel medicatie voorschrijven, maar vergeet je dan niet om nieuwe medicijnen eerst voor bijvoorbeeld één of twee weken voor te schrijven? Stel dat de patiënt bijwerkingen krijgt is de kans groot dat hij of zij stopt voordat het doosje leeg is. En bespreek jij wat patiënten moeten doen met medicijnen die ze niet gebruiken? Uit onderzoek blijkt dat patiënten ze vaker weggooien of door het toilet spoelen, inleveren bij de apotheek is een betere optie. Daarnaast zijn er onderzoeken gaande om ingeleverde medicijnen te hergebruiken, maar door strenge wet- en regelgeving is dat momenteel nog geen optie.
– Afval: er wordt ontzettend veel materiaal gebruikt in het ziekenhuis, waarvan een hele hoop slechts eenmalig: zonde. Maar helaas ook iets wat je als individu niet direct kunt oplossen, maar wat jij wel kunt doen is bewust bloedonderzoek aanvragen en bewust handschoenen en isolatiemateriaal gebruiken. Ga je bij een patiënt met een isolatie indicatie naar binnen? Vraag de verpleegkundige iets of je iets kunt meenemen of doorgeven voor hem of haar (zodat de verpleegkundige niet direct daarna ook naar binnen hoeft) en zorg dat je alle vragen stelt die je wilt stellen en het lichamelijk onderzoek uitvoert waarvan jij vindt dat het nodig is. Ga je een lijn prikken of kleine ingreep doen bedenk je hoeveel spuitjes of naalden je echt nodig hebt of hoeveel gaasjes (en pak niet uit gemak een hele stapel waarvan je eigenlijk alleen de bovenste twee gebruikt). Oftewel: gebruik wegwergmaterialen bewust.

Andere opties om je steentje bij te dragen zijn een broodtrommel gebruiken in plaats van een plastic zakje, je eigen mok en waterfles meenemen in plaats van meerdere plastic bekertjes te gebruiken of vlees eens een dagje over te slaan.

Meepraten over dit onderwerp of goede tips? Stuur ons een e-mail of tag @doktersdiehetandersdoen op instagram in jouw verhaal. En houd vooral deze website in de gaten, want de komende tijd zullen we meer delen over het thema duurzaamheid.


Bronnen:
– Gupta – Een stuur voor de transitie naar duurzame gezondheidszorg (2019)
– Duurzaamheidsverslag Erasmus MC (2021)

Column LAD; De vervuilende dokter

Gelukkig mag ik ook dit jaar weer columns schrijven voor de LAD. Eerder blikte ik terug op het vorige jaar en maakte ik doelen voor het nieuwe jaar, nu vraag ik me af hoe de toekomst voor de zorg eruit gaat zien als we kijken naar het klimaat en het milieu. Vind jij duurzaamheid een belangrijk thema? Hoe draag jij je steentje bij?

Column BKV; Ik ben gewoon niet zo ambitieus

Droombaan

Er lijkt in de wereld van de dokters een nieuwe trend te zijn ontstaan of wellicht is het een nieuwe generatie: diegene die werken om te leven in plaats van andersom. De jonge dokters die hun werk-privé balans heel belangrijk vinden en heel bewust hun eigen keuzes maken. Zo zien alle ziekenhuizen de laatste tijd het aantal ANIOS teruglopen en zijn er veel jonge dokters die kiezen voor een vakgebied buiten het ziekenhuis. Iets wat absoluut niet betekent dat men minder ambitie heeft. Maar de verschuiving is wel opvallend. Vaker hoor je coassistenten en jonge dokters die zich oriënteren op de banenmarkt aangeven dat zij geen lange opleiding willen volgen met het risico op werkloosheid nadien of het feit dat er tijdens de opleiding geen tijd zou overblijven voor de leuke dingen in het leven.

De vraag is wat de oorzaak is van deze verschuiving. De Corona pandemie waarbij de wereld even stil stond? De toenemende onzekerheid op vele vlakken in ons leven, zoals de dure boodschappen, de hoge energieprijzen, krapte op de huizenmarkt en de jonge klaren die werkloos thuis zitten? Of hebben we eindelijk onze ogen geopend en zijn we erachter dat er meer is dan alleen werk?


Hoe je het ook went of keert, het ziekenhuissysteem moet mee met deze trend en zal zich moeten aanpassen. Zorgen dat de jonge dokters graag in het ziekenhuis willen werken, dit werk beter kunnen combineren met hun privéleven, meer zekerheid bieden en ruimte creëren voor autonomie. Dat is natuurlijk niet 1,2,3 geregeld. Ondertussen moet het wel werkbaar blijven voor de huidige A(N)IOS, want als AIOS weet ik: door het huidige artsen te kort wordt de dienstbelasting hoger en neemt de werkdruk toe. De diensten zullen immers toch gedraaid moeten worden. En daarmee geven we momenteel niet het juiste voorbeeld aan de coassistenten en semi-artsen. Zitten we hiermee in een neerwaartse spiraal? Wellicht.

Volg je hart

Tijd om stappen te zetten: door het ziekenhuis én door de jonge dokter. Probeer te kiezen met je hart, niet vanuit angst. Kies voor de leukste baan en niet voor het mindere alternatief met zekerheid. Maar laten we ook onze grenzen blijven aangeven en daarmee streven naar heel erg leuk werk én een heel erg fijn privéleven.

In gesprek met aios longgeneeskunde Carlijn Veldman

Deze week gaan we in gesprek met duizendpoot Carlijn Veldman. Ze is aios longgeneeskunde, actief bij Compendium Geneeskunde waarmee ze heel recent de pocket longgeneeskunde heeft uitgebracht én is bestuurlijk actief. Benieuwd naar je werkdagen als aios longgeneeskunde? Lees dan snel verder.

Wat leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit als longarts in opleiding? 
Op dit moment ben ik net klaar met mijn vooropleiding en ben ik begonnen in het Martini ziekenhuis in Groningen voor de verdere opleiding tot longarts. De vooropleiding duurt fulltime twintig maanden en bestaat uit stages op de interne geneeskunde, cardiologie en intensive care. Ik ben nu in het Martini ziekenhuis begonnen op de longafdeling met mijn zaalstage. Tijdens deze stage ben je de zaalarts van de verpleegafdeling. Dit klinkt misschien niet als de spannendste stage, maar het is fijn om op deze manier mijn opgedane longkennis weer wat op te frissen. Op de zaal is bovendien veel ruimte om te oefenen met longechografie, het uitvoeren van diagnostische puncties en het plaatsen van thoraxdrains. In de ochtenden lopen we visite langs de patiënten met één keer in de week een grote visite met alle longartsen. In de middag is er tijd voor familiegesprekken, studeren, onderzoek uitvoeren, onderwijs geven aan verpleegkundigen en het oefenen van interventies. Tussen de middag hebben we vaak een onderwijsmoment of lunchen we gezellig met elkaar. Als longarts doe je nog wel supervisie van de verpleegafdeling, maar bestaat je dag natuurlijk vooral uit poliklinische spreekuren en afhankelijk van je specialisatie het uitvoeren van verrichtingen of andere aanvullende werkzaamheden.

‘De longziekten is een afgebakend specialisme, maar het is ondertussen ook ontzettend breed.’

Waarom heb je gekozen voor de longgeneeskunde, was het een lastige keuze?
Ik dacht altijd dat ik de Maag-, Darm- en Leverziekten leuk zou vinden. Maar dat coschap viel een beetje tegen. Toen ik daarna naar de longziekten ging, voelde het als thuiskomen. Dat klinkt gek, maar ik voelde me gewoon helemaal op mijn gemak. Ik heb nog even getwijfeld over de anesthesiologie, maar ik was er snel over uit dat het toch het leukste is als patiënten terugpraten. De longziekten is een afgebakend specialisme, maar het is ondertussen ook ontzettend breed: van oudere mensen met COPD tot jonge sportievelingen die worden geanalyseerd met behulp van een fietsergometrie. Veel diagnostiek doe je als longarts zelf en ik krijg veel voldoening van het uitvoeren van advance care gesprekken en palliatieve zorg. Met deze argumenten heb ik de huisartsgeneeskunde nog lang overwogen, maar op dit moment beleef ik veel werkplezier in de ziekenhuissetting.

Hoe ziet de sollicitatieprocedure voor een opleidingsplek eruit?
Het verschilt per ziekenhuis, maar de longgeneeskunde is een specialisme waar je de opleiding kan volgen in academisch ziekenhuis en in een perifeer ziekenhuis. Bij de perifere opleiding heb je een stagejaar in een academisch centrum, andersom heb je bij de academische opleiding een stagejaar in een perifeer centrum. Het landelijke opleidingsplan is gelijk voor een academisch en perifeer ziekenhuis, maar sommige ziektebeelden zul je vaker tegenkomen in een academisch ziekenhuis of andersom. Door een uitwisselingsstage of verdiepingsstage kun je de tijd in het andere centrum ook verlengen als je dat wilt. Met een verdiepingsstage verdiep je jezelf verder in een bepaald specialisme. Voor de opleiding tot longarts kun je solliciteren bij een opleidingscentrum, maar veel centra kiezen uiteindelijk een kandidaat die bij hen heeft gewerkt als anios of er zijn PhD heeft gedaan.

En hoe ziet de opleiding er vervolgens dan uit?
De opleiding duurt in totaal zes jaar indien je de opleiding fulltime doet. De eerste twintig maanden bestaan uit de vooropleiding. De vooropleiding kun je eventueel doen in een ander centrum dan waar jij je opleiding doet. Daarna doe je verschillende stages op de longgeneeskunde. In het landelijk opleidingsplan staan de volgende specialisaties beschreven: thoracale oncologie, slaapgebonden ademhalingsstoornissen, interstitiële longziekten, vasculaire longziekten/pulmonale circulatie, ernstig astma, pulmonale infectieziekten, tuberculose, palliatieve zorg, derdelijns longrevalidatie en (endoscopische) verrichtingen. Ook kun je na je opleiding nog een fellowship volgen tot longarts-intensivist. Kortom, genoeg mogelijkheden.
Gedurende je hele opleiding doe je stages binnen de verschillende specialisaties. Bij de longfunctiestage leer je bijvoorbeeld alles over de uitvoering van een longfunctieonderzoek of ergometrie en de interpretatie hiervan. Gedurende de hele opleiding is er ook aandacht voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en leer je hoe je supervisie moet uitvoeren.
Wil je meer weten over de exacte inhoud van de opleiding longziekten? Check dan eens het landelijke opleidingsplan. Daar staan ook alle verschillende stages beschreven. Dat is sowieso een tip voor elk specialisme.

Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen. Wat zijn de criteria? Het afgelopen jaar waren er voor heel Nederland 39 opleidingsplekken beschikbaar voor de opleiding tot longarts. Ik denk vooral dat het wel of niet makkelijk krijgen van een opleidingsplek niet de motivatie moet zijn om voor een bepaald specialisme te kiezen. Kies vooral voor het specialisme dat jij het leukste vindt en bedenk ook vooral: als arts heb je een fantastisch diploma op zak. Met je master geneeskunde kun je van alles gaan doen zoals deze blog al meermaals heeft getoond. Mocht je in de toekomst je werk minder leuk vinden of mocht er iets gebeuren waardoor het gekozen specialisme niet meer bij je past, zijn er genoeg alternatieven die op dat moment dan misschien beter bij je passen. 

‘De opleiding tot longarts duurt fulltime 6 jaar: 20 maanden vooropleiding binnen de interne geneeskunde, cardiologie en intensive care met nadien allerlei stages binnen de longgeneeskunde.’

Wat vind je het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst?
Aan het begin van de dag heb je geen idee wat je die dag weer allemaal gaat meemaken. Ik zie het als een eer dat je best dichtbij iemand anders zijn leven mag komen. Bijvoorbeeld op de lastige momenten tijdens een slecht nieuws gesprek, maar vooral ook tijdens de consulten op de polikliniek. Let bijvoorbeeld eens op de verschillende banen die mensen uitvoeren, culturele achtergronden, verstandhoudingen binnen families, wensen van patiënten, het geeft je een prachtige inkijk in de maatschappij.
Het lastigste vind ik dat je nog zo lang in onzekerheid zit over waar je in je opleiding allemaal naartoe moet of waar je na je opleiding kunt gaan werken. Er is nog altijd het jonge klaren probleem wat veel onzekerheid met zich meebrengt. Hopelijk kunnen we daar de komende jaren een goede oplossing voor vinden. Bovendien vraag je ook veel flexibiliteit van je partner. Maar ik probeer altijd maar te denken: voor alles is een oplossing. Uiteindelijk komt het allemaal wel goed.

Jij hebt naast je opleiding ook de redactie gedaan voor onder andere Compendium Geneeskunde 2.0 en de pocket Longgeneeskunde, hoe was dat om te combineren?
Tijdens het laatste deel van mijn geneeskundeopleiding heb ik onder andere meegewerkt als redactie aan de boekenreeks Compendium Geneeskunde 2.0 en verschillende pockets. Toen ik net anios was wilde ik natuurlijk ook heel graag de pocket Longgeneeskunde zelf maken. Het was een weg van de lange adem door de verschillende COVID-19 golven, maar ik denk dat we uiteindelijk met elkaar een mooie pocket hebben neergezet. De pocket bevat de basale kennis van de longgeneeskunde, speciaal voor de jonge (co)assistent. Mijn naam staat dan wel op de voorkant, maar zonder alle hulp van de auteurs, de klankbordgroep, illustratoren, grafisch designers en medisch specialisten was het natuurlijk nooit gelukt. Dus alle credits aan hen!
Het schrijven van de pocket combineren met de opleiding was soms best even pittig, maar ik denk dat je vooral extra-curriculaire activiteiten moet aanpakken waar je energie van krijgt. En natuurlijk was het zeker niet altijd hallelujah en kon ik de pocket af en toe wel even achter het behang plakken. Maar het was en blijft zo leuk om met collega’s aan zo’n mooi project te mogen werken. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik het zelf heel lastig vind om de pockets en reeks te bekijken als ze dan eindelijk af zijn. Je ziet dan toch altijd weer dingen die je anders zou doen, haha. Maar nu is het stiekem heel leuk om de pocket in het wild tegen te komen.

‘Tegen de coassistenten en jonge dokters wil ik zeggen: geniet! En blijf vooral jezelf.’

Hoe veel dienst heb je? En hoe zien die eruit?
Dat is een vraag die door aios van verschillende opleidingscentra verschillend beantwoord zal worden, want elk opleidingscentrum deelt dat weer anders in. Ik heb momenteel alleen 12-uur durende weekenddiensten, geen avond- of nachtdiensten. In mijn vooropleiding draaide ik uiteraard wel gewoon mee in het dienstrooster met weekenden, avonden en nachten. Zelf vond ik de diensten heel leerzaam en stiekem heel gezellig.

Heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze? Tegen de coassistenten wil ik zeggen: geniet van je coschappen! Besef dat het super leuk is om elke keer in een andere keuken te mogen kijken en steeds weer nieuwe dingen te mogen leren. Ik besef heel goed dat het ook lastig kan zijn om steeds weer te wisselen, en iedere dokter wil alles net weer even anders, maar heel veel is een kwestie van smaak. Kijk dus je ogen uit en verwonder je over wat je allemaal ziet. Je zult dingen zien waar je zelf van denkt: ‘Zo wil ik worden’, maar ook dingen waarvan je denkt: ‘Zo wil ik niet worden’.
En voor de jonge assistenten geldt eigenlijk hetzelfde. Geniet en doe eerst wat werkervaring op. Laat je niet opjagen door een opleidingsplek en kijk om je heen. Voor anios zijn er hele mooie werkplekken waar je op verschillende afdelingen tegelijk werkt. Zo kun je mooi overal nog eens spieken. En laat je tijdens de nachtdienst vooral niet in de hoek zetten door een brommende specialist die vindt dat je niet had moeten bellen. Al weet ik dondersgoed dat dit makkelijker gezegd is, dan gedaan. 😉 Uiteindelijk geldt: volg je hart in je keuze voor een specialisme. Voor mij bleek longziekten het allerleukste specialisme. Vraag tijdens je coschappen of werk als anios eens aan arts-assistenten of medisch specialisten waarom ze voor het specialisme hebben gekozen. Je zult verschillende antwoorden krijgen! En tot slot, blijf lekker jezelf! Laat je niet door die soms gekke medische wereld verleiden om je anders voor te doen dan dat je bent.

Wil jij nou ook graag zo’n pocket van Compendium Geneeskunde? Ik mag er vanaf 26 februari elke week één weggeven: namelijk de pocket longgeneeskunde, acute geneeskunde, radiologie én huisartsgeneeskunde! Wat moet je doen? Kijk snel op de instagram pagina van doktersdiehetandersdoen.
Niet gewonnen? Dan zijn de pockets met 10% korting te bestellen via deze link en kortingscode Inoek10.

In gesprek met een arts en ondernemer Veerle Smit

Deze week een bijzondere blog, namelijk met een arts die naast dokter ook ondernemer is. Ik ga in gesprek met Veerle Smit, mede-oprichtster van de zeer succesvolle Compendium boeken reeks. Ze heeft gestudeerd aan de VU in Amsterdam en rondde haar master af in 2020. Nadien heeft ze gewerkt in de huisartsenpraktijk, bij kind & jeugdpsychiatrie en sinds enkele maanden is ze fulltime bezig met ondernemen.

Wat leuk dat je iets wilt vertellen over het leven als dokter én ondernemer. Hoe ben jij begonnen met ondernemen?
In het tweede jaar van mijn studie kregen Romée (Snijders, mede-oprichtster van Compendium red.) en ik door dat we een goed overzicht van alle leerstof misten. Daar liepen we met name tegenaan als we ons voorbereidden op de vierjaarlijkse voortgangstoets. We bedachten dat we deze samenvatting zelf zouden ontwikkelen en wilden dat met z’n tweeën doen. Al snel bleek dat een iets te ambitieus plan, want het kostte veel tijd! We hebben direct hulp gevraagd en zo is Compendium 1.0 ontstaan: vier boeken met complete samenvattingen ontwikkelt door circa 100 geneeskundestudenten en specialisten. Compendium 2.0 is zelfs met een team van 350 studenten, artsen & specialisten ontwikkelt! Zo is het eigenlijk allemaal begonnen en dat loopt nog steeds heel goed. Later in onze opleiding, tijdens onze coschappen, kwamen we er namelijk achter dat een samenvatting voor in je witte jas ook wel heel erg handig is. Zo ontstonden de pockets. Nog wat later bleek een super korte samenvatting van een vakgebied ook heel erg fijn: de flashcards!
Momenteel zijn we daar vooral druk mee bezig met onze flashcards, zo lanceerde we 22 september onze nieuwste flashcards: Cardiologie & Longgeneeskunde. De laatste pockets die verschenen zijn Radiologie, Longgeneeskunde en Huisartsgeneeskunde. Hier vind je een overzicht van alle producten van Compendium en met kortingscode INOEK10 krijg je zelfs 10% korting!

Wat stoer dat jullie dit gewoon gedaan hebben! Waar ben je naast Compendium nog meer druk mee?
Naast Compendium houd ik me bezig met Dokters op hakken en stichting Zorgmakers. Dokters op hakken hebben Romée en ik overgenomen van aios Urologie Tahnee de Vringer, Daar promoten we gelijke kansen voor vrouwen binnen de geneeskunde. Vrouwelijke dokters zijn er inmiddels namelijk erg veel, maar de hogere bestuurlijke functies worden nog veelal bekleed door mannen. We promoten die kans gelijkheid door succesvolle vrouwelijke artsen te interviewen die fungeren als rolmodel voor anderen.
Stichting Zorgmakers heb ik opgezet samen met arts Sarah van der Lely en zorgbestuurder Rob van der Kolk, om de ondernemendheid van zorgmedewerkers te promoten. Ik ben ervan overtuigd dat we de zorg kunnen verbeteren met de mensen die daadwerkelijk in de zorg werken en dat vele oplossingen al beschikbaar zijn. Het wiel hoeft echt niet telkens opnieuw uitgevonden te worden. We bieden een platform voor zorgmedewerkers om een probleem waar men tegenaan liep en wat inmiddels intern is opgelost te delen zodat andere ziekenhuizen en zorgmedewerkers de oplossing kunnen kopiëren. Zo helpen we elkaar en verbeteren we uiteindelijk de zorg. Het is goed dat de mensen op de werkvloer betrokken worden, maar zich ook betrokken en verantwoordelijk voelen. Die ondernemendheid in de vorm van: ik zie een probleem en ik ga ermee aan de slag, dat moeten we stimuleren. Oplossingen zullen dan uiteindelijk ook veel breder gedragen worden. Ik geloof dat de zorg alleen gemaakt kan worden als we ons allemaal een zorgmaker voelen, durf dus ondernemend te zijn. Benieuwd naar de problemen waarvoor reeds oplossingen zijn bedacht, neem snel een kijkje op het platform!

En daarnaast geef je ook nog advies! Hoe is dat zo gekomen?
Al jaren werd ik overladen met vragen van vrienden en vrienden van vrienden over een idee, bedrijf of project dat ze hebben. Op een gegeven moment gaf ik zoveel mensen advies die ik niet persoonlijk kende, dat ik begonnen ben met “Advies- & Inspiratiegesprekken”. Ik geef dan advies over heel veel verschillende dingen. Zo verzin ik soms binnen een seconde een goede slogan of plan voor promotie tijdens een congres, maar werk ik ook samen met ondernemers hun 10-jaarplan uit. Ik denk graag strategisch mee en ben dan voor mensen een fijne sparringpartner omdat ik niet snel een idee te groot of te ambitieus vind. Ik ben eerder degene die vraagt: “Kan je er niet nog een nul achter zetten?”. Een Advies & inspiratiegesprek is 60-90 minuten. Soms zijn mensen na een gesprek al zo geholpen dat ze weer zelf aan de slag gaan, soms willen ze en langer traject aangaan en zich bijvoorbeeld elke maand of kwartaal laten adviseren. Ik ben vrij flexibel want ik vind niks leuker dan meedenken over nieuwe ideeën haha.

Voor alle Compendium producten klik hier en krijg 10% korting met kortingscode INOEK10

Op Instagram zag ik dat je ook vaker spreekt!
Klopt! Spreken doe ik over allerlei dingen. Zo gaf ik laatst een talk aan aios psychiatrie die bijna klaar waren met de opleiding en een summer school hadden over je eigen praktijk starten. Zo geef ik talks genaamd “EHBO”, waarbij de “O” voor ondernemen staat, doe ik inspiratiesessies als de Paarse Krokodil van Zorgmakers ergens wordt gelanceerd of vertel ik ons Compendium verhaal op congressen of ondernemers events. Het is altijd super leuk om een tegengeluid in de zorg te laten horen waarbij ondernemen als iets positiefs gezien wordt en ik hoop altijd dat de vijf jaar jongere versie van mijzelf in de zaal zit die zich door mijn verhaal iets minder alleen voelt.

Wat een prachtige initiatieven! Ben jij altijd zo ondernemend geweest?
Ik kom niet uit een ondernemersgezin en had ook niet gedacht dat het zo zou lopen. Maar als ik terugkijk op hoe ik was als kind herken ik toch wel dat ondernemerschap. Koninginnedag was mijn lievelingsfeestdag als klein kind, dan zat ik klaar op mijn kleedje om mijn spulletjes te verkopen haha, dus ergens heeft het er dus toch zeker altijd in gezeten.

En hoe heb je jezelf het ondernemerschap eigen gemaakt?
Het belangrijkste in het ondernemerschap is zelfvertrouwen, het gevoel dat het uiteindelijk wel op z’n pootjes terecht komt. En je moet je verantwoordelijk voelen en zorgen dat de dingen gebeuren. Ik ben het gewoon gaan doen en al doende leer je. Maar ik heb er ook veel boeken over gelezen en cursussen gevolgd. Ik ben altijd ambitieus geweest en stel altijd doelen voor mezelf. Zo was mijn doel afgelopen jaar om twee boeken per maand te lezen, dat lukte dus deed ik er een schepje bovenop. Zo is een van mijn huidige doelen om elke week een boek te lezen en ook dat lukt tot nu toe! Dé tip hiervoor is trouwens Storytel haha.

‘Steek je kop boven het maaiveld uit en denk groot!’

En wat zijn je doelen in het doktersvak? Of blijf je fulltime ondernemen?
Dat weet ik eigenlijk nog niet! Kindergeneeskunde heeft langere tijd in het lijstje gestaan, maar dat was uiteindelijk toch niet wat ik zocht. Momenteel twijfel ik tussen huisartsgeneeskunde, psychiatrie en fulltime ondernemen. Of een combinatie natuurlijk. Bij zowel de huisartsgeneeskunde als de psychiatrie heb ik daarom een tijd gewerkt en nu ben ik sinds enkele maanden dus fulltime aan het ondernemen. Ik heb besloten dat ik dat een jaar ga doen en daarna kan ik goed kiezen tussen de drie opties. Inmiddels ben ik er al wel achter dat je niet alleen kiest voor het specialisme, maar ook voor het leven dat daarbij komt kijken. En uiteindelijk moet je kiezen waar je blij van wordt, waar jouw hart sneller van gaat kloppen.

Wat is jullie grote doel voor Compendium?
Wij willen alles bieden wat een geneeskundestudent tot aan een pensionado nodig heeft om zijn of haar vak goed uit te kunnen oefenen. En dan wereldwijd. Je moet groot dromen!

Wat vind je lastig aan ondernemen?
Hmm.. Ik merk dat er toch een beetje een negatief stigma zit op het ondernemerschap binnen de zorg. Commercieel zijn of iets commercieels doen wordt als een lelijk woord gezien binnen de zorg. Ik heb Compendium lang ‘een project’ genoemd, terwijl het al snel een groot en succesvol bedrijf was. Het is jammer dat er vaak zo tegenaan gekeken wordt want ondernemen kan de zorg ook echt verbeteren. Nou hoeft niet iedereen ondernemer te worden, maar ondernemend zijn is in mijn ogen alleen maar goed.

Als je een tip mag geven aan de lezers, wat zou dat dan zijn?
Op het moment dat je een idee hebt, maar het gevoel hebt dat je niemand om je heen hebt die daarin gelooft zorg dan dat je andere mensen om je heen verzameld die het wel een goed idee vinden. Denk niet, doordat anderen er niet in geloven dat het een slecht idee is, maar steek je kop boven het maaiveld uit. En ohja: denk groot! 😉


Interview DJS; Weloverwogen beslissen

Voor ‘De Jonge Specialist’ is Inoek geïnterviewd over deze website. Waarom ze hiermee gestart is en wat haar overwegen waren tot haar keuze voor een specialisme. Inoek beschrijft wat er voor haar nodig was om een weloverwogen beslissing te nemen. Hoe neem jij een weloverwogen beslissing?

Column LAD; Administratie in orde(r)?

De administratie last als dokter is hoog. We brengen met z’n allen veel tijd door achter de computer, want alles dient genoteerd te worden en zonder order krijg je niets geregeld voor je patiënt. Enkele weken geleden kwam over dit onderwerp mijn derde column uit, welke ik mocht schrijven voor de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Wat vind jij van de administratie last? Welke zaken of orders vind jij overbodig?

In gesprek met een AIOS Arts voor Verstandelijk Gehandicapten

Deze week ga ik in gesprek met dr. Renée Blom, zij is in opleiding tot arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG). Voor vele een onbekend specialisme, en precies daarom is het zo leuk om er meer van te weten te komen! Wat wist je bijvoorbeeld dat..
* Er in Nederland zo’n 142.000 mensen zijn met een verstandelijke beperking? Om dit in perspectief te plaatsen; in 2021 waren er in Nederland 290.000 mensen met dementie.
* Nederland het enige land ter wereld is met dit specialisme en dat dit pas sinds 2000 bestaat?
* Een huisarts poliklinisch kan verwijzen naar een arts voor verstandelijk gehandicapten?

Renée Blom

Renée, wat leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit als Arts voor Verstandelijk Gehandicapten in opleiding? 
Mijn dagen zien er meestal heel afwisselend uit! Ik werk op de medische dienst van een instelling waar cliënten met een verstandelijke beperking wonen. De cliënten die daar wonen variëren van jong tot oud en van mensen met een licht verstandelijke beperking tot een ernstige meervoudige beperking. Doordat de mensen binnen de instelling wonen en niet per definitie ziek zijn, noemen wij hen dan meestal ook niet patiënten maar cliënten of bewoners.
Op een gemiddelde dag heb ik spreekuur, maar ik doe ook visites bij cliënten voor wie het lastiger is om naar de medische dienst te komen. Verder heb ik regelmatig overleg met alle disciplines betrokken rondom een cliënt (zoals gedragsdeskundigen, fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, verwanten) in de vorm van een MDO. Ook werk ik om de week een dag voor een kinderdagcentrum voor kindjes met een verstandelijke beperking. Verder heb ik af en toe poli waarbij mensen worden gezien die niet wonen binnen een instelling, maar waar wel behoefte is aan de expertise van een Arts VG (zoals bijvoorbeeld de Down poli in het MUMC).

Waarom heb je gekozen voor Arts voor Verstandelijk Gehandicapten, was het een lastige keuze? 
Ik heb altijd al affiniteit gehad met de doelgroep, doordat mijn moeder werkt als activiteitenbegeleidster voor mensen met een verstandelijke beperking. Tijdens mijn geneeskunde opleiding heb ik dan ook een keuzeblok en mijn sociale coschap in deze richting gevolgd. Later in de opleiding heb ik nog de ambitie gehad om kinderarts te worden. Echter tijdens mijn semi-artsstage merkte ik hoe hoog de werkdruk is binnen de kindergeneeskunde en hoe moeilijk het kan zijn om een opleidingsplek te kunnen krijgen. Ook twijfelde ik of ik uiteindelijk echt in het ziekenhuis zou willen werken. Toen ik vervolgens een vacature voor basisarts binnen de gehandicaptenzorg tegenkwam, werd ik hier wel heel nieuwsgierig naar. Met het idee dat ik altijd weer terug kon naar het ziekenhuis ben ik dat toen gaan doen. Vervolgens heb ik het ziekenhuis nooit meer echt gemist en vond ik het specialisme waar ik naar op zoek was!
Binnen het werk als Arts voor Verstandelijk Gehandicapten vind ik nu eigenlijk alles wat ik leuk vind.

Wat houdt het vak precies in?
We zijn er in principe voor alle mensen met een verstandelijke beperking. In Nederland zijn dit zo’n 142.000 mensen, die dus een IQ hebben onder de 70. Binnen deze groep heeft ongeveer de helft een lichte verstandelijke beperking en de andere helft een matige, tot ernstige of zeer ernstige verstandelijke beperking. De oorzaak van deze verstandelijke beperking kan met de huidige technieken bij 80% van de mensen verklaard door een genetische afwijking. Soms zijn dit bekende afwijkingen zoals het syndroom van Down, maar vaak zijn dit ook zeldzame syndromen waarbij allerlei orgaansystemen betrokken kunnen zijn. Kennis van deze syndromen is dan ook belangrijk binnen ons vakgebied omdat je dan weet of je bijvoorbeeld alert moet zijn op cardiale problematiek of visusproblemen. Soms kan een verstandelijke beperking ontstaan door hersenschade rond de geboorte of op latere leeftijd (niet aangeboren hersenletsel), waarbij epilepsie en/of spasticiteit weer meer voorkomt. Een andere groep binnen ons werk zijn de cliënten met een lichte verstandelijke beperking, die in de steeds moeilijker wordende maatschappij tegenwoordig minder goed mee kunnen komen. Binnen deze groep spelen soms ook dingen als psychiatrische stoornissen of verslaving. Soms laten cliënten ook gedragsproblemen zien zoals agressiviteit of automutilatie waarbij we dan meekijken of dit een lichamelijke oorzaak kan hebben.
We zijn eigenlijk een soort generalistische specialist. We kijken naar het hele plaatje rondom een cliënt, maar hebben daarbij hele specifiek kennis over zaken als epilepsie, genetica, revalidatiegeneeskunde, psychiatrie e.d. Op deze vlakken werken we samen met andere specialisten. Zo komt er binnen de instelling elke paar maanden een neuroloog, revalidatiearts, psychiater, internist, reumatoloog en klinisch geneticus langs die dan spreekuur doet op locatie.
Een deel van de mensen met een verstandelijke beperking woont niet binnen een zorginstelling, maar bijvoorbeeld bij ouders thuis. Deze mensen hebben allemaal een eigen huisarts, maar voor een huisarts kan het soms lastig zijn om de zorg rondom een specifiek syndroom of gedragsproblemen op zich te nemen. Voor deze groep mensen zijn we poliklinisch te betrekken op verwijzing van de huisarts. Ook zijn er voor veel syndromen speciale expertisecentra binnen de academische ziekenhuizen waar meestal ook een Arts Verstandelijk Gehandicapten aan verbonden is.

‘We zijn eigenlijk een soort generalistische specialist met specifieke kennis over syndromen en alles dat daarbij hoort’

Hoe ziet de sollicitatieprocedure voor een opleidingsplek eruit? 
De sollicitatieprocedure bestaat als uit het schrijven van een motivatiebrief en aanleveren van CV. Vervolgens word je uitgenodigd voor het sollicitatiegesprek wat volgens de STAR-methode wordt uitgevoerd. Hierbij wordt dus specifiek ingegaan op situaties die je hebt meegemaakt en hoe je hierop kunt reflecteren. Als je vervolgens bent aangenomen wordt gekeken op welke locatie er een opleidingsplek beschikbaar is om geplaatst te kunnen worden.

En hoe ziet de opleiding er vervolgens dan uit? 
De opleiding duurt in totaal 3 jaar en is georganiseerd vanuit het Erasmuc MC in Rotterdam. Er is een wekelijkse onderwijsdag op maandag en deze is de ene week fysiek in Rotterdam en de andere week digitaal. In het eerste en het derde jaar van de opleiding ben je werkzaam binnen een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking onder supervisie van je opleider. In het tweede jaar ben je een geheel jaar bezig met het doen van stages binnen aangrenzende vakgebieden (zoals psychiatrie, klinische genetica, revalidatie, epilepsiezorg, ouderengeneeskunde). Deze stages mag je zelf uitkiezen zodat ze aansluiten op jouw interesses en leerdoelen.
De opzet van de opleiding lijkt dus erg op die van de huisartsenopleiding, echter is de inhoud heel anders. We leren vooral over alle zaken die specifiek komen kijken bij mensen met een verstandelijke beperking, zoals kennis over syndromen, epilepsie, bewegingsproblemen, gedragsproblemen enz.
Ik volg de opleiding fulltime, maar er bestaat ook de mogelijkheid om deze parttime te volgen. Het is nog een jong specialisme (het is erkent sinds 2000), dus daarmee is het nog volop in ontwikkeling. Er zijn veel mogelijkheden om je verder te specialiseren in een specifieke richting maar het is ook mogelijk om heel breed te blijven werken.
Een PhD traject is ook een optie! Dit wordt een AIOTO traject genoemd waarbij je de opleiding afwisselt met het doen van onderzoek. Dit is dan een gecombineerd traject van 5 tot 6 jaar waarbij de AIOS in blokken om en om werkt aan het onderzoek en stukken van de opleiding doorloopt. Vaak zijn er vanuit het Erasmus MC of vanuit het Radboud UMC lopende onderzoeken vanuit waar een PhD kandidaat wordt gezocht.

Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen. Wat zijn de criteria? 
In principe is dit niet heel lastig. Doordat het een erg onbekend specialisme is, worden de opleidingsplekken helaas elk jaar nog niet helemaal opgevuld. Er zijn geen specifieke criteria om te kunnen solliciteren. Wel is het natuurlijk een pré als je al wat ervaring hebt met de doelgroep.
 
Wat vind je het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst?  
Het allerleukste vind ik het contact met de cliënten. Zij zijn heel puur in hun reactie en altijd eerlijk. Dus ik kan best wel eens te horen krijgen dat ik bijvoorbeeld een rare trui aan heb, maar vervolgens ook dat ze blij zijn met mij als dokter. Doordat ik langdurig betrokken ben bij de cliënten, leer ik hen goed kennen en dit helpt mij vervolgens om ook te kunnen zien wanneer het minder goed met hen gaat. De communicatie met de cliënten kan soms een uitdaging zij, want een deel van de cliënten kan bijvoorbeeld niet praten. Daardoor kunnen zij hun klachten niet verbaal uiten en kan het soms een hele zoektocht zijn om te achterhalen waarom iemand bijvoorbeeld pijnklachten lijkt te uiten. Daarin is het dan belangrijk om goed te luisteren naar de begeleiding van de woongroep, andere betrokken disciplines en verwanten om alle kleine signalen te verzamelen. Vervolgens ga je samen puzzelen naar de oorzaak van de klachten en hoe je de cliënt het beste kunt helpen.
Verder vind ik de afwisseling erg leuk. We zorgen dus voor alle mensen met een verstandelijke beperking, dus dit maakt dat we ons met veel verschillende dingen bezighouden. Het ene moment kun je bijvoorbeeld een gesprek voeren met iemand met een licht verstandelijke beperking en slaapproblemen, het andere moment word je geroepen bij iemand in een epileptisch insult of begeleid je iemand in de terminale fase.

Draai je ook diensten? En hoe zien die diensten eruit?
Dit verschilt per locatie. Op sommige plekken draaien de artsen diensten in de vorm van bereikbaarheidsdienst. Er is dan een verpleegkundige voorwacht en je bent dan oproepbaar vanuit huis. Op de locatie waar ik momenteel werk is er een overeenkomst met de huisartsenpost, waardoor zij worden benaderd in de avond-nacht en weekenden. Wel zijn we als Arts VG voor de HAP bereikbaar voor specifieke vragen waar zij minder ervaring mee hebben (zoals epilepsie, gedragsproblemen e.d.).

Hoe veel administratie heb jij? Is dat net zoveel als in het ziekenhuis? 
Dit verschilt nogal per dag. Voor de cliënten die wonen binnen de instelling waar ik werkzaam ben, hoef ik geen brieven of iets dergelijks te maken. Daarvan hoef ik alleen mijn notities van een consult of visite te noteren. Wel hebben we ook wat administratieve taken die voortkomen doordat de cliënten binnen de instelling wonen, zoals het invullen van zaken in het zorgplan of opstellen van verklaringen voor aanvragen voor hulpmiddelen.

Heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze? 
Mijn tip zou vooral zijn om te gaan kijken bij alle specialismen die je interessant lijken om zo een breed beeld van de opties te krijgen. Daarbij is het inhoudelijke natuurlijk belangrijk, maar denk ook na over de randvoorwaarden zoals werktijden, dienstbelasting e.d. Ook zou ik bij deze mensen wel willen aanmoedigen om ook te denken aan de specialismen buiten het ziekenhuis!