Column LAD; de patiënt met een doktersbrein

Ook voor dit LAD magazine mocht ik weer een column schrijven. Dit keer een erg persoonlijk column over het moment waarop ik even patiënt werd tijdens mijn zwangerschap, maar ik de dokter in mij maar slecht kon uitschakelen. Gelukkig is het allemaal goed gekomen en inmiddels ben ik moeder van een heel lief, leuk, knap jongetje! 
Ben jij wel eens patiënt geweest terwijl je ook dokter was? Hoe ging je daarmee om?

In gesprek met een tropenarts

Na de zelfzorg zomer is het weer tijd voor een splinternieuwe blog over een heel erg leuk specialisme, namelijk de tropengeneeskunde! Ik ga in gesprek met tropenarts Lauren.
Maar eerst even dit:
Wist je dat..
– de Nederlandse opleiding tot AIGT uniek in de wereld is? Nergens anders ter wereld bestaat de combinatie van een klinische opleiding, global health cursus en buitenland training. Dit maakt een AIGT’er na afstuderen uitermate geschikt voor diverse posities in binnen- en buitenland, zowel voor klinische, wetenschappelijke als beleidsmatige functies.
– e
r een uniek boek bestaat, genaamd ‘Into the world’? Hierin worden portretten van verschillende AIGT’ers en hun visies en diverse ervaringen binnen de internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde geschetst. Wil je meer weten over wat AIGT’ers nu uiteindelijk allemaal kunnen doen in de praktijk is dit een erg illustratief en must-read boek. Je vindt het boek hier.

Lauren, jij gaat ons iets vertellen over jouw werk als tropenarts! We zijn heel benieuwd.
Tropengeneeskunde, oftewel arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde (AIGT). In de opleiding word je klaargestoomd voor diverse posities binnen global health. De eerste twee jaren van de opleiding ben je in Nederland aan het werk als arts-assistent in de kliniek. Hier ontwikkel je noodzakelijke, algemene basiskennis en vaardigheden die je nodig hebt om uiteindelijk in een low-resource setting, op verantwoorde wijze je werk als generalist te kunnen verrichten. Op regelmatige basis volg je samen met je collega AIGT’ers in opleiding uit alle andere ziekenhuizen in het land cursusdagen die inhoudelijk dieper ingaan op tropenpathologie.

Kennismaking met 2 queen mothers op een cultureel festival in Ghana. Queen mothers zijn vooraanstaande dames die zich op verschillende manieren inzetten voor o.a. ontwikkeling, gezondheidszorg of onderwijs.

Waarom heb je gekozen voor AIGT, was het een lastige keuze? 
Al van jongs af aan voelde ik een drang om andere landen, talen en culturen te ontdekken. Het idee dat de hele wereld je werkveld kon worden, sprak mij wel aan. Toen ik tijdens mijn coschappen voor het eerst naar de Tropencarrièredag ging, waar ik enthousiaste AIGT’ers over hun uiteenlopende ervaringen hoorde vertellen, was ik om. Dit wilde ik ook doen! De keuze was voor mij dan ook eigenlijk vrij snel gemaakt. Ik heb het geluk gehad dat ik mijn semi-arts stage in Ghana mocht doen. Hier kon ik echt proeven van het leven als toekomstig arts en mens in een low-resource setting. De combinatie van klinisch werk als arts en tegelijkertijd maatschappelijk actief zijn beviel mij erg goed. Dit was voor mij zo een inspirerende ervaring dat ik besloot om te solliciteren voor een opleidingsplek. Ik heb nog even getwijfeld of ik niet eerder een extra master of PhD in global health ambieerde, maar mijn wens om klinische ervaring op te doen, en tegelijkertijd mezelf te ontwikkelen binnen de public health, leidde me uiteindelijk toch naar de opleiding tot AIGT. Wie weet komt die extra master of het onderzoek er op een later moment nog wel een keer van.

Op OK met lokaal personeel in Ghana. Gelukkig zonder stroomstoring.

Hoe ziet de sollicitatie procedure voor een opleidingsplek eruit? 
Wanneer je AIGT wilt worden, kan je solliciteren bij het OIGT, het opleidingsinstituut voor internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde. Dit is een landelijk instituut. De opleiding wordt dus centraal gecoördineerd en niet regionaal, zoals bijvoorbeeld de opleiding tot chirurg of anesthesioloog. Enkele keren per jaar vinden sollicitatierondes plaats. De deadline voor het insturen van je brief en het aantal beschikbare plekken kan je op de website van het OIGT vinden. Je solliciteert gericht voor een profiel binnen de opleiding tot AIGT, afhankelijk van je persoonlijke voorkeur. Enerzijds kan kiezen tussen het klassieke profiel, waarbij de eerste twee jaren van je opleiding zullen bestaan uit 1 jaar assistentschap binnen de chirurgie en vervolgens 1 jaar binnen de gynaecologie/verloskunde. Anderzijds kan je opteren voor het moeder en kind profiel. Daarbij bestaan de eerste twee jaren van je opleiding uit een jaar assistenschap kindergeneeskunde en vervolgens ook 1 jaar gynaecologie en verloskunde.

En hoe ziet de opleiding er vervolgens dan uit? 
Wanneer je bent aangenomen krijg je de kans om een voorkeur aan te geven wat betreft geaccrediteerd ziekenhuis en/of regio waar je graag geplaatst zou willen worden. Belangrijk om te beseffen dat er een grote mate van flexibiliteit van je wordt verwacht. Men probeert zeker gehoor te geven aan persoonlijke voorkeuren, maar dit is vanwege meerdere factoren soms niet mogelijk. Ook bij het schakelen van jaar 1 naar jaar 2 van de opleiding kan het zijn dat je van kliniek (en dus mogelijk van de ene kant van het land naar de andere kant) wisselt.
Na het afronden van je tweede jaar mag je je inschrijven voor de Nederlandse Tropencursus (NTC) aan het Koninklijk Instituut van de Tropen (KIT). Dit is een intensieve cursus van 3 maanden, die ingaat op relevante thema’s binnen de global health om je nog beter uit te rusten met kennis en skills voor in de tropen. Zodra je je NTC-certificaat op zak hebt, kan het eindelijk echt beginnen: je buitenlandstage! Gedurende de laatste 6 maanden van je opleiding ben je aan het werk op een toegewezen plek in het buitenland, veelal op het Afrikaanse continent of in India. Je bent niet vrij om zelf een plek in het buitenland te zoeken voor deze stage, aangezien het opleidingsinstituut nauwe contacten heeft met de betrokken ziekenhuizen om zo de kwaliteit van de stage te kunnen waarborgen.
Concluderend duurt de volledige opleiding officieel 27 maanden: 9 maanden chirurgie of kindergeneeskunde, 9 maanden gynaecologie/verloskunde, 3 maanden NTC en 6 maanden buitenlandstage. In de praktijk doe je er gemiddeld drie jaar over. Dit komt doordat de Nederlandse ziekenhuizen je in de eerste twee jaren aannemen voor telkens 1 jaar in plaats van slechts 9 maanden. Hierdoor kan je de eerste 3 maanden wennen aan je nieuwe werkplek om vervolgens gedurende de resterende 9 maanden het maximale uit je opleidingstijd te kunnen halen.

Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen. Wat zijn de criteria?
De populariteit van de opleiding wisselt door de jaren heen en zo ook de concurentie wanneer je solliciteert. Over het algemeen zijn er wel steeds meerdere sollicitanten per beschikbare plek. Het is belangrijk dat je aantoonbare affiniteit hebt met beide vakgebieden uit het profiel waarvoor je solliciteert. Ik raad je aan om je CV na afstuderen als basisarts aan te vullen met  minstens een halfjaar klinische ervaring als ANIOS. Op deze manier geef je jezelf ademruimte om te kunnen wennen aan jezelf als arts. De opleiding is kort en daardoor best pittig. Eerdere werkervaring zal je helpen om sneller je draai te kunnen vinden als AIOS. Binnen welk vakgebied je ANIOS-ervaring wenst op te doen, is afhankelijk van je eigen interesse. Het gaat erom dat je voor jezelf uitzoekt welke competenties je graag wilt ontwikkelen voordat je in opleiding gaat (bv. stressbestendigheid, zaalwerk, teamwerk etc.). Dat kan zowel als ANIOS kindergeneeskunde, SEH, chirurgie of gynaecologie, maar wellicht ook binnen een ander specialisme. Daarnaast is het belangrijk dat je een eerdere buitenland ervaring hebt opgedaan (bv. tropen coschap of vrijwilligerswerk). Hieruit mag dan blijken dat je over skills beschikt om je mannetje te kunnen staan in diverse interculturele situaties en low-resource settingen.

Wat vind je het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst?
Heb je even? Hierover kan ik uren praten. Het allerleukste aan AIGT zijn is de vrijheid en creativiteit die ik in het vak terugvind. Je komt op bijzondere plekken terecht en ontmoet gaandeweg nog meer bijzondere mensen. Door met een open blik naar de wereld, geneeskunde en gezondheidzorg in het algemeen te kijken, leer je heel veel dingen in perspectief te plaatsen. Dit is iets wat in je latere leven, wat je ook mag gaan doen, sowieso een verworven kwaliteit is.
Als ik dan echt iets moet noemen wat ik lastig vind, is het misschien de positie die je als AIGT’er hebt in Nederland. Sinds 2014 is AIGT gelukkig een door het College Geneeskundig Specialismen (CGS) erkende profielopleiding. Dit houdt in dat er in Nederland een officiële erkenning is gekomen voor de internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde als deelgebied. Mijn voorgangers hebben hier hard voor gewerkt en het is aan onze generatie om de rol en het belang van de AIGT’er binnen onze gezondheidszorg verder te blijven versterken. Hiervoor is een lange adem nodig. Met het oog op globalisering en toenemende mobiliteit in onze wereld en maatschappij is er immers een toenemende behoefte aan experts op het gebied van zorg voor bijvoorbeeld migranten of achterstandsgroepen. Ik geloof er dan ook heilig in dat we goede stappen vooruit maken.

Samen met lokaal personeel geïnterviewd worden op de lokale radio om awareness te creëren over prematuriteit.

Aanwezigheid op een begrafenis van de vader van een vriend uit Ghana, uiteraard in gepaste klederdracht.

Draai je ook diensten? En hoe zien die diensten eruit?
Tijdens je eerste twee jaren als arts-assistent in Nederland draai je veelal mee in het dienstrooster zoals alle andere ANIOS/AIOS op je afdeling. Tijdens de buitenlandstage is de dienstbelasting afhankelijk van o.a. de plek waar je werkt, maar bijvoorbeeld ook van je leerdoelen. Hoe vaak je dienst draait en wat je inhoudelijk tijdens de diensten doet (bv. aanspreekpunt voor 1 afdeling, of voor meerdere afdelingen), kan je met je lokale opleider bespreken.

Lange diensten in tropische temperaturen betekent soms ook wel extreme vermoeidheid. Betrapt…

Hoe veel administratie heb jij? Is dat net zoveel als in het ziekenhuis? 
Zolang je in een Nederlands ziekenhuis werkt, is de hoeveelheid administratie uiteraard en helaas gelijk aan deze bij iedere andere klinische baan. Daarna varieert het van de plek waar je komt te werken en het soort werk wat je gaat doen, van klinisch werk tot projectmatig werk of research etc.

Heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze? 
Wees niet bang om een keuze te maken. Durf te doen wat goed voelt en niet wat anderen denken wat goed voor je is. Ga op ontdekking, stel je leerbaar op, probeer vanalles en je merkt vanzelf of iets echt bij je past. En zo niet, dan ga je lekker iets anders doen. Daarvoor is het nooit te laat. Zolang je op je eigen tempo vooruit gaat, bestaat er mijn inziens niet iets als ‘de boot missen’.
Ga met mensen in gesprek en stel alle vragen die je hebt. Overweeg je ook AIGT’er te worden? Meld je dan aan voor de tropencarrièredag en laat je inspireren. Meer informatie over deze dag kan je vinden via de website van TROIE, de vereniging voor AIOS AIGT. (http://troie.nl/tropen-carriere-dag/)

Zelfzorg zomer

Het is juli, de eerste helft van het jaar is voorbij gevlogen en het is tijd voor de zomer(vakantie). Een goed moment om de batterij op te laden en het eerste half jaar te evalueren. Staat mijn batterij nog op groen? Heb ik mijn doelen gehaald? Hoe zit ik in mijn vel? Wat zou ik nog graag willen voor dit jaar? En hoe zorg ik voor de welverdiende rust? Wij besteden de hele zomer aandacht aan zelfzorg met eerder gepubliceerde blogs. Doe je met ons mee?

  1. Werk-privé balans (16 juli)
    Tijd voor vakantie? Of een krappe bezetting op het werk door vakantie van collega’s? Zorg voor een goede werk-privé balans met de tips is deze blog
  2. Tips om fit te blijven tijdens de (nacht)diensten (23 juli).
    Heb jij nu meer (nacht)diensten? Zorg dan dat je fit blijft met deze tips!
  3. Alle ballen hoog houden (30 juli).
    Hoe blijf je dan ook nog een beetje gezond en fit naast al die diensten en je drukke baan? Lees hier de eerder geschreven blog.
  4. Op pad en een overvolle agenda (6 augustus)
    Ja, die agenda staat bomvol, maar zorg dat ie gevuld is met leuke dingen waar je van oplaadt! Ga naar de blog.
  5. Dokter en moeder zijn (13 augustus).
    Een tijd geleden vroeg ik twee dokters hoe zij hun werk combineren met het moederschap? Toen wist ik nog niet dat ik deze zomer zelf moeder zou worden van een fantastisch jongetje. Lees hier hen verhaal!
  6. Doelen (20 augustus).
    We zijn op de helft van het jaar, hoe staat het met jouw gestelde doelen? Lees hier hoe jij kan zorgen dat je je doelen nog haalt.

Column LAD: Wilt u gereanimeerd worden?

Vorige week verscheen alweer mijn zesde column in het tijdschrift van de Landelijke Artsenvereniging in Dienstverband (LAD). ‘Wilt u gereanimeerd worden?’ gaat over dat lastige gesprek over eventuele behandelbeperkingen wat we dagelijks voeren met onze patiënten, vaak op de spoedeisende hulp. Want hoe voer je dat gesprek? Wat willen we eigenlijk weten? En wat is nou een goede vraag om te stellen? Wat is kwaliteit van leven voor onze patiënt en hoe komen we daarachter?
Het blijft lastig en zoals je kunt lezen heb ik de oplossing nog niet gevonden.
Hoe ga jij dit gesprek aan met jouw patiënten?

In gesprek met een Arts Voortplantingsgeneeskunde

Deze week een bijzondere blog, namelijk met een Arts Voortplantingsgeneeskundunde, ook wel eens IVF-arts genoemd.
Voor mij een compleet onbekend specialisme en daarom des te leuker om hier iets over te leren. Want zoals we al vaker hebben gezien via deze website: er is als basisarts zoveel meer te kiezen dan we denken!
Ik ga in gesprek met Linda, die sinds 2016 bij dit specialisme werkt in het academische ziekenhuis te Maastricht, MUMC+.

Linda, wat leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Hoe zien jouw dagen eruit als Arts Voortplantingsgeneeskunde
Op dit moment combineer ik dagen in de kliniek met een PhD traject. Op klinische dagen doe ik in de ochtend de eicelpuncties, maak ik cyclusdagecho’s of superviseer ik de nieuwe IVF arts(en). Tussen de middag hebben we een patiëntenbespreking en is er tijd voor lunch. Daarna zijn de plaatsingen van de embryo’s, intake gesprekken, zwangerschapsecho’s of evaluatiegesprekken. Op onderzoeksdagen zie ik (onderzoeks)patiënten op een themaspreekuur, neem ik endometriumbiopten af, verwerk ik de data of ben ik bezig met het schrijven van een artikel. Daarnaast ben ik sinds kort gestart met de begeleiding van een nieuwe PhD student.

Hoe ben je eigenlijk bij de Voortplantingsgeneeskunde terecht gekomen?
Ik heb lang gedacht huisarts te willen worden. Maar tijdens het coschap merkte ik dat ik niet echt een generalist ben, het past beter bij mij om me helemaal vast te bijten op één onderwerp. Ik maakte vrij toevallig kennis met de IVF afdeling. Tijdens een korte wetenschapsstage bij de obstetrie deelde ik een kamer met een research nurse van de IVF. Ik liep een dag mee met een IVF arts die promotieonderzoek combineerde met de kliniek. De verschillende werkzaamheden spraken me enorm aan: echo’s, eicelpuncties, embryo’s plaatsen, zwangerschapsecho’s maken, en ook de mogelijkheid om als PhD student het werk als IVF arts te combineren. Je krijgt als IVF arts een inkijkje in een hele bijzondere periode in het leven van een patiënt. Die periode is gevuld met een hele mooie wens, maar gaat vaak ook gepaard met tegenslagen en spanningen. Dit maakt het werk intens, maar ook ontzettend dankbaar. Ik deed destijds de master Arts Klinisch Onderzoeker (AKO), en toen er een kans voorbij kwam om aan de slag te gaan als IVF arts – onderzoeker was de keuze dan ook snel gemaakt!

En hoe word je dan Arts Voortplantingsgeneeskunde, ook wel IVF arts?
Toen ik startte als IVF arts was er nog geen sprake van een specifieke opleiding. De sollicitatie bestond uit het schrijven van een brief en een gesprek met een IVF arts, embryoloog en gynaecoloog. Nadien leerde je het vak op de werkvloer onder supervisie van ervaren collega’s. Sinds kort is er sprake van een opleiding tot Arts Voortplantingsgeneeskunde, welke twee jaar duurt. Je wordt opgeleid in het ziekenhuis waar je als IVF arts bent aangenomen. De ingangseis voor de opleiding is je diploma als basisarts en ingeschreven staan als lid van de Vereniging van fertiliteitsartsen. Daarnaast moet je werkzaam zijn in een kliniek die de opleiding kan aanbieden en zeker niet alle ziekenhuizen hebben deze optie. Vacatures voor een baan als IVF arts komen regelmatig voorbij via de website van de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie).

Hoe ziet de huidige opleiding eruit?
In twee jaar leer je door middel van tien verschillende modules (zoals het oriënterend fertiliteitsonderzoek, endocrinologie van de voortplanting, echografie, zwangerschap, endometriose, etc.) alle aspecten van de Voortplantingsgeneeskunde kennen. Zelf voldeed ik door mijn ervaringsjaren en bezoeken aan (inter)nationale congressen aan de opleidingscriteria, en heb ik na het aanleveren van de benodigde documenten de registratie als arts Voortplantingsgeneeskunde verkregen. Iedere vijf jaar dient een herregistratie plaats te vinden.

Wat vind je het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst?  
De snelle ontwikkelingen op het gebied van artificiële reproductieve technieken en de ethische dilemma’s die daarbij ontstaan vind ik ontzettend interessant. Denk hierbij aan het toepassen van IVF/ICSI behandelingen voor wensouders met een erfelijke aandoening om te voorkomen dat deze aandoening doorgegeven wordt, oftewel PGT (pre-implantatie genetische test). Maar ook IVF/ICSI behandelingen bij transgender personen, of fertiliteitspreservatie (het invriezen van sperma- of eicellen) vanwege een maligniteit of in het kader van social freezing, waarbij je eicellen invriest om op een later moment je eventuele kinderwens te vervullen.
Daarnaast kan ik mijn klinische taken combineren met onderzoek wat een extra uitdaging geeft aan mijn baan. Het presenteren van onderzoek op congressen zorgt ervoor dat we up-to-date blijven en heeft mij al op verschillende plekken gebracht in Nederland, maar ook in Wenen, Copenhagen, Bilbao, Edinburgh, Geneve en onlangs in Los Angeles.    

Heb je als IVF arts ook dienst? En hoe ziet zo’n dienst er dan uit?
Ja, in het weekend hebben we soms dienst. We zijn dan bereikbaar en komen in huis voor echo’s, inseminaties of embryoplaatsingen. Een groot voordeel vind ik dat ik geen avond- of nachtdiensten heb als IVF arts. Ik ben 1,5 jaar geleden moeder mogen worden van ons zoontje Raf, en met een man als huisarts is het combineren van het gezinsleven met één agenda gevuld met onregelmatige diensten al best een uitdaging! Daarnaast blijft er zo in de avond ook tijd over voor ontspanning zoals een tennistraining, het lezen van een goed boek of een rondje wandelen met een vriendin.

En hoe staat het met de administratielast als IVF arts?
De administratie is denk ik vergelijkbaar met de meeste andere specialismen. Alle consulten worden genoteerd in het Landelijk Specialistisch Fertiliteits Dossier en we maken brieven om de huisarts te informeren over de voortgang van het traject.

Tot slot, heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze?  
Kom zeker een dagje mee kijken! We zijn regelmatig op zoek naar nieuwe collega’s en door een dag mee te draaien op de werkvloer krijg je meteen een goed beeld van hoe onze werkdagen eruit zien.


Enthousiast geworden na het lezen van deze blog? Laat het ons weten via instagram of mail

In gesprek met een spoedeisende hulp arts

Deze week is het weer tijd voor een ziekenhuisspecialisme! Toen we jullie via instagram vroegen wat het volgende ziekenhuisspecialisme moest worden waar een blog over zou verschijnen waren jullie vrije duidelijk: de spoedeisende hulp arts. Daarom nemen we jullie deze week mee in het veelzijdige werk van spoedeisende hulp arts Naomi. Daarnaast mogen we de pocket Acute Geneeskunde van Compendium deze week verloten. Check snel de instagram pagina om te zien hoe je mee kunt doen.


Naomi, wat ontzettend leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit als spoedeisende hulparts? 
Wat leuk dat jullie mij gevraagd hebben iets te vertellen over mijn werk. Ik ben inmiddels twee jaar klaar met de opleiding tot SEH arts. Wel ben ik nu bezig met een fellowship, een mogelijkheid die in Nederland wordt geboden om je ‘onofficieel’ verder te kunnen ontwikkelen na de opleiding tot het niveau van de vijfjarige opleiding, zoals ze die in alle landen om ons heen kennen. Dit doe ik momenteel in het ETZ in Tilburg, het tweede jaar doe ik weer in mijn opleidingsziekenhuis, het OLVG in Amsterdam. Mijn dagen zijn altijd heel wisselend, sowieso heb ik geen vastigheid in het rooster, meteen hetgeen waar je goed over na moet denken of dit bij je past als je de keuze voor de opleiding maakt. Ik switch tussen dag-, avond-, tussen- en nachtdiensten. Tijdens de dienst kan ik verschillende rollen hebben. Soms heb ik de regie waarbij ik zo veel mogelijk supervisie geef aan coassistenten en arts-assistenten, maar daarnaast ook alle communicatie met de eerste lijn (huisarts en ambulance) doe, ik schakel dan veel met de ‘oudste van dienst’, een verpleegkundige die samen met mij de logistiek van de spoedeisende hulp bewaakt. Tijdens andere diensten heb ik deze rol niet, dan zie ik zelf patiënten en ben ik vrij om supervisie aan bed te geven. De combinatie van deze twee (die overigens niet in elk ziekenhuis aanwezig is, je moet er namelijk met meerdere SEH artsen voor samen in een dienst staan) maakt dat mijn werk nog minder hetzelfde is dan het normaal gesproken al zou zijn. Ook de intensiteit van de diensten wisselt enorm. Het ene moment is er tijd voor een goede kop koffie, het volgende moment sta je alleen maar brandjes te blussen en weet je niet meer waar je het zoeken moet.

Waarom heb jij gekozen voor de spoedeisende geneeskunde? Vond je het destijds een lastige keuze?
Tijdens de studie geneeskunde werd ik vooral getrokken door de chirurgie. Dat werd tijdens mijn coschappen bevestigd, waardoor ik na het afronden van mijn coschappen eerst gekozen heb voor een baan als anios chirurgie. Ik vond dat ik daar het meeste paste, want zowel de werkzaamheden als ‘het type mens’ lagen mij goed.  Maar na twee jaar aniossen veranderde dat, de passie die ik aanvankelijk voelde voor het vak verdween en na veel gesprekken besloot ik dat als ik er niet voor 200% achter stond het niet voor mij bestemd was. Maar toen stond ik wel ineens voor een lastig vraagstuk, wat ga je dan ineens doen als je al die jaren een ander doel voor ogen hebt?! Gelukkig had ik me dat stiekem in de laatste maanden bij de chirurgie al wel afgevraagd en was ik in die periode steeds vaker op de spoedeisende hulp te vinden. Dit was niet voor consulten, maar dan stond ik bijvoorbeeld tijdens een nachtdienst mee te kijken bij een reanimatie. De diversiteit (vreselijk woord, nooit gebruiken tijdens je sollicitatie;)) van het werk van de spoedeisende hulpartsen fascineerde me en ik ben met hen in gesprek gegaan over wat het werk nou werkelijk inhield. Daarbij komt dat ik het na een buitenlands stage avontuur altijd moeilijk heb gevonden langere tijd in Nederland te zijn en zag ik in dat ik dit beroep ook heel goed in het buitenland zou kunnen uitvoeren. Ik besloot een anios plek te zoeken en kwam terecht in het OLVG in Amsterdam. Na eerst een tijd te moeten wennen aan de zeer laagdrempelige cultuur waarbij hiërarchie geen rol speelt en je continu supervisie kan vragen (totaal anders dan ik gewend was) voelde ik de passie voor het doktersvak weer terugkomen en heb ik besloten mee te solliciteren voor de opleiding. Tegenwoordig vind ik het zien van patiënten die komen voor beschouwende vakken trouwens vaak uitdagender dan de chirurgie patiënten, een leuke switch van interesse dus.

Hoe ziet de sollicitatie procedure voor een opleidingsplek eruit? Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen?
Het wordt helaas steeds moeilijker om in opleiding te komen doordat er veel meer aanbod is dan dat er opleidingsplekken zijn. De sollicitatie procedure is regionaal en er zijn acht sollicitatieregio’s. De eerste selectie vindt plaats middels brief en CV. Daarna is de procedure per regio verschillend. Ikzelf heb in de eerste ronde een speeddate sessie gehad, gevolgd door een langer gesprek in de tweede ronde. Ik denk dat het belangrijkste is dat de sollicitatiecommissie je op de werkvloer heeft gezien, dus zorg dat je een ANIOS baan vindt binnen een van de opleidingsziekenhuizen. Daarnaast is het belangrijk dat je gedurende de sollicitatieprocedure duidelijk maakt waarom jij geschikt en een aanwinst voor het vak bent. Omdat we nog een jong (bijna officieel) specialisme zijn is het belangrijk dat er mensen in opleiding komen die het vak nog verder gaan helpen ontwikkelen. Wetenschap is hierin net als bij elk andere opleiding een belangrijk punt, maar ook netwerkskills, organisatietalent en doorzettingsvermogen zijn in mijn ogen belangrijke criteria.

‘Als je de passie voelt, ga er dan gerust volledig voor!’

Hoe ziet de opleiding tot SEH arts er vervolgens dan eigenlijk uit?
De opleiding is al wat veranderd sinds ik hem heb gedaan en is binnen Nederland niet overal hetzelfde. Momenteel is het een driejarige opleiding waarbij je regionaal opgeleid wordt. Dit betekent voor de regio waarin ik ben opgeleid dat je elk jaar van de opleiding opgeleid wordt binnen een van de drie ziekenhuizen in die regio. Je mede AIOS hebben in die regio hetzelfde schema, dus zit je binnen je opleidingsjaar met je ‘peers’ in hetzelfde ziekenhuis. Binnen mijn regio wordt al opgeleid volgens het plan dat geschreven is voor het vijfjarig curriculum wat inhoudt dat je werkt met EPA’s (entrusted proffesional activities) waarbij je steeds meer zelfstandigheid vergaart. De EPA’s die je behaald hebt binnen het ene ziekenhuis neem je mee naar het volgende ziekenhuis. Omdat reeds gewerkt wordt volgens het plan van het vijfjarig curriculum, wat nu in slechts drie jaar uitgevoerd kan moet worden, ligt de lat hoog, maar weet je ook goed waar je zou kunnen eindigen qua competenties. Dit maakt dat je tijdens en na je opleiding een mooi streefdoel hebt. Ik heb ervoor gekozen dit doel niet los te laten, maar me verder te ontwikkelen binnen het fellowship netwerk dat een fellowship SEH aanbiedt in drie ziekenhuizen in Nederland (Tilburg, Zwolle en Amsterdam). Tijdens dit fellowship werk ik aan mijn eigen leerdoelen die ik samen met mijn begeleiders opstel en word ik twee keer per maand geschaduwd tijdens een dienst. Dit houdt in dat ik reflecteer op mijn eigen presteren tijdens die dienst (zowel medisch inhoudelijk als op gebied van andere competenties zoals leiderschap) en een spiegel voorkrijg van mijn coach tijdens de dienst waar we dan weer samen op reflecteren. Een ontzettend leerzaam en leuk traject dat ik iedereen die klaar is zou kunnen aanraden.

Wat vind je nou echt het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst of minst leuk?
Het leukste aan mijn baan vind ik dat geen dag hetzelfde is en dat ik nooit weet wat er op mijn pad gaat komen, maar dat is ook gelijk het lastigste aan mijn baan. Het is dus een beetje een haat-liefdeverhouding. De adrenaline van altijd met spoedeisende hulp bezig zijn en snelle beslissingen te moeten nemen is heerlijk, maar vanwege dit high pressure systeem moet je goed op jezelf letten. Ik moet voldoende momenten vinden om die hoge druk weg te laten vloeien. Ik ben van mening dat we, nu we een officieel specialisme gaan worden, goed moeten nadenken hoe we ons beroep duurzaam kunnen houden. Het feit dat je als SEH arts altijd aanwezig bent in de dienst (in tegenstelling tot de bereikbaarheidsdienst waar veel andere specialisme mee werken) maakt dat we goed moeten nadenken hoe dit ook voor oudere SEH artsen haalbaar blijft. Om nog even positief te eindigen; het is heerlijk om binnen mijn vak met vrijwel iedereen van het ziekenhuis iets te maken te hebben. Ik hou ervan om veel verschillende collega’s te hebben en ik heb er ook plezier in om met iedereen een goede dynamiek te vinden.

En hoe staat het met de administratielast?
Ik heb geen goede vergelijking met anderen in het ziekenhuis, maar vind dat wij redelijk wat overbodige administratie hebben waar wij bovendien als dokters helemaal niet goed in zijn. Een ziekenhuis is uiteindelijk ook gewoon een bedrijf waarin geld verdiend moet worden en dus zouden zaken als DBC registratie in mijn ogen beter door financiële mensen gedaan kunnen worden dan door de dokter die de helft vergeet te registreren uit tijdsnood en onvoldoende kennis van zaken.

Klinkt als een mooi vak! Heb je nog tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze?
Ga eerst een tijdje werken op de spoedeisende hulp (of elders) voordat je de keus maakt. Maar probeer je dan vooral ook buiten het stukje ‘ vind ik het leuk’ goed voor te stellen of het werk en alles dat het van je privéleven vraagt ook echt bij je past. Praat hier ook over met mensen die al klaar zijn met de opleiding. Maar als je de passie voelt ga er dan ook gerust volledig voor en geniet van alles wat het vak je te bieden heeft!

Duurzaamheid in de zorg; wat kun jij doen?

De Groene Week
Van maandag 8 mei tot en met zondag 14 mei organiseert de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) de ‘Groene week’ met het motto ‘dokters gaan voor duurzaam’. De hele week zullen er lezingen zijn in de verschillende districten zodat er ook altijd bij jou in de buurt een lezing is waar je laagdrempelig kunt aansluiten. Trots dat ik mag spreken op de avond voor regio Zwolle op dinsdag 9 mei.
Voor een overzicht van alle lezingen ga je naar de website van de KNMG, thema de groene week.

Is duurzaamheid een thema wat jou bezig houdt in je thuissituatie? Eet jij bijvoorbeeld minder of geen vlees? Neem je vaker de fiets of de trein in plaats van de auto of heb jij bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak?
En hoe houdt het je bezig tijdens je werk als co-assistent of arts-assistent? Ben je er dan ook mee bezig, of weet je dan niet zo goed waar te beginnen?
Hieronder geef ik je een aantal tips!

De getallen op een rijtje: 
De zorgsector is verantwoordelijk voor zo’n 7% van de jaarlijkse CO2 uitstoot.
De energie die gebruikt wordt in de gebouwen heeft daarvan het grootste aandeel (38%) gevolgd door de reisbewegingen van patiënten en met name medewerkers (22%). Op plaats drie staat medicatie, het produceren en verwerken nadien (18%). Daarnaast zorgt de zorgsector voor veel afval, zo’n 1,6 miljoen kg per jaar (!).

Maar wat kun jij nou doen? 
– Energie verbruik: je hebt geen invloed op hoe hoog de thermostaat staat ingesteld in jouw ziekenhuis of op jouw werkplek, maar je wél kunt doen is: je computer uitschakelen na een werkdag, het licht uitdoen in ruimtes die niet gebruikt worden en de beamer, computers én schermen uitschakelen na de overdracht (die vermoedelijk zijn gebruikt, eventueel met een videoconnectie).
– Reisbewegingen: ga op de fiets naar je werkt! Uiteraard is dat niet altijd mogelijk, omdat niet elke stad of dorp een ziekenhuis heeft en je als arts-assistent je opleiding bijna nooit in slechts één ziekenhuis volgt en dus soms ver van je woonplaats werkt. Maar is de trein een optie? Of als het een kleiner stukje betreft de bus? Of de elektrische auto of fiets? Als dat allemaal niet lukt, zijn er dan anderen waarmee je kunt carpoolen? Niet alleen duurzaam, maar ook gezellig ;). Mocht geen van bovenstaande opties een goede optie voor jou zijn, wees niet te streng en doe je best bij een van de volgende punten.
– Medicijnen: hier is winst te halen als dokter! Medicijnen moeten ontwikkeld worden, na goedkeuring moeten ze geproduceerd en vervoerd worden en helaas nadien ook heel vaak (ongebruikt) weer verwerkt/verbrandt worden. Maar wat nou als de medicijnen niet voorgeschreven worden? Dan zijn al die stappen niet nodig! Start daarom altijd met de niet medicamenteuze adviezen. Te hoge bloeddruk, schrijf je amlodipine voor of bespreek je (ook) een zoutbeperkt of zoutarm dieet? Artrose bij tevens overgewicht, schrijf je paracetamol en een NSAID voor (en wellicht ook een protonpompremmer) of neem je tijd om een gezonde leefstijl te bespreken en verwijs je patiënten voor eventuele begeleiding daarbij? Uiteraard zul je in het ziekenhuis, ondanks de niet medicamenteuze adviezen, veel medicatie voorschrijven, maar vergeet je dan niet om nieuwe medicijnen eerst voor bijvoorbeeld één of twee weken voor te schrijven? Stel dat de patiënt bijwerkingen krijgt is de kans groot dat hij of zij stopt voordat het doosje leeg is. En bespreek jij wat patiënten moeten doen met medicijnen die ze niet gebruiken? Uit onderzoek blijkt dat patiënten ze vaker weggooien of door het toilet spoelen, inleveren bij de apotheek is een betere optie. Daarnaast zijn er onderzoeken gaande om ingeleverde medicijnen te hergebruiken, maar door strenge wet- en regelgeving is dat momenteel nog geen optie.
– Afval: er wordt ontzettend veel materiaal gebruikt in het ziekenhuis, waarvan een hele hoop slechts eenmalig: zonde. Maar helaas ook iets wat je als individu niet direct kunt oplossen, maar wat jij wel kunt doen is bewust bloedonderzoek aanvragen en bewust handschoenen en isolatiemateriaal gebruiken. Ga je bij een patiënt met een isolatie indicatie naar binnen? Vraag de verpleegkundige iets of je iets kunt meenemen of doorgeven voor hem of haar (zodat de verpleegkundige niet direct daarna ook naar binnen hoeft) en zorg dat je alle vragen stelt die je wilt stellen en het lichamelijk onderzoek uitvoert waarvan jij vindt dat het nodig is. Ga je een lijn prikken of kleine ingreep doen bedenk je hoeveel spuitjes of naalden je echt nodig hebt of hoeveel gaasjes (en pak niet uit gemak een hele stapel waarvan je eigenlijk alleen de bovenste twee gebruikt). Oftewel: gebruik wegwergmaterialen bewust.

Andere opties om je steentje bij te dragen zijn een broodtrommel gebruiken in plaats van een plastic zakje, je eigen mok en waterfles meenemen in plaats van meerdere plastic bekertjes te gebruiken of vlees eens een dagje over te slaan.

Meepraten over dit onderwerp of goede tips? Stuur ons een e-mail of tag @doktersdiehetandersdoen op instagram in jouw verhaal. En houd vooral deze website in de gaten, want de komende tijd zullen we meer delen over het thema duurzaamheid.


Bronnen:
– Gupta – Een stuur voor de transitie naar duurzame gezondheidszorg (2019)
– Duurzaamheidsverslag Erasmus MC (2021)

Column LAD; De vervuilende dokter

Gelukkig mag ik ook dit jaar weer columns schrijven voor de LAD. Eerder blikte ik terug op het vorige jaar en maakte ik doelen voor het nieuwe jaar, nu vraag ik me af hoe de toekomst voor de zorg eruit gaat zien als we kijken naar het klimaat en het milieu. Vind jij duurzaamheid een belangrijk thema? Hoe draag jij je steentje bij?

Column BKV; Ik ben gewoon niet zo ambitieus

Droombaan

Er lijkt in de wereld van de dokters een nieuwe trend te zijn ontstaan of wellicht is het een nieuwe generatie: diegene die werken om te leven in plaats van andersom. De jonge dokters die hun werk-privé balans heel belangrijk vinden en heel bewust hun eigen keuzes maken. Zo zien alle ziekenhuizen de laatste tijd het aantal ANIOS teruglopen en zijn er veel jonge dokters die kiezen voor een vakgebied buiten het ziekenhuis. Iets wat absoluut niet betekent dat men minder ambitie heeft. Maar de verschuiving is wel opvallend. Vaker hoor je coassistenten en jonge dokters die zich oriënteren op de banenmarkt aangeven dat zij geen lange opleiding willen volgen met het risico op werkloosheid nadien of het feit dat er tijdens de opleiding geen tijd zou overblijven voor de leuke dingen in het leven.

De vraag is wat de oorzaak is van deze verschuiving. De Corona pandemie waarbij de wereld even stil stond? De toenemende onzekerheid op vele vlakken in ons leven, zoals de dure boodschappen, de hoge energieprijzen, krapte op de huizenmarkt en de jonge klaren die werkloos thuis zitten? Of hebben we eindelijk onze ogen geopend en zijn we erachter dat er meer is dan alleen werk?


Hoe je het ook went of keert, het ziekenhuissysteem moet mee met deze trend en zal zich moeten aanpassen. Zorgen dat de jonge dokters graag in het ziekenhuis willen werken, dit werk beter kunnen combineren met hun privéleven, meer zekerheid bieden en ruimte creëren voor autonomie. Dat is natuurlijk niet 1,2,3 geregeld. Ondertussen moet het wel werkbaar blijven voor de huidige A(N)IOS, want als AIOS weet ik: door het huidige artsen te kort wordt de dienstbelasting hoger en neemt de werkdruk toe. De diensten zullen immers toch gedraaid moeten worden. En daarmee geven we momenteel niet het juiste voorbeeld aan de coassistenten en semi-artsen. Zitten we hiermee in een neerwaartse spiraal? Wellicht.

Volg je hart

Tijd om stappen te zetten: door het ziekenhuis én door de jonge dokter. Probeer te kiezen met je hart, niet vanuit angst. Kies voor de leukste baan en niet voor het mindere alternatief met zekerheid. Maar laten we ook onze grenzen blijven aangeven en daarmee streven naar heel erg leuk werk én een heel erg fijn privéleven.

In gesprek met aios longgeneeskunde Carlijn Veldman

Deze week gaan we in gesprek met duizendpoot Carlijn Veldman. Ze is aios longgeneeskunde, actief bij Compendium Geneeskunde waarmee ze heel recent de pocket longgeneeskunde heeft uitgebracht én is bestuurlijk actief. Benieuwd naar je werkdagen als aios longgeneeskunde? Lees dan snel verder.

Wat leuk dat je iets willen vertellen over jouw werk! Vertel eens, hoe zien jouw dagen eruit als longarts in opleiding? 
Op dit moment ben ik net klaar met mijn vooropleiding en ben ik begonnen in het Martini ziekenhuis in Groningen voor de verdere opleiding tot longarts. De vooropleiding duurt fulltime twintig maanden en bestaat uit stages op de interne geneeskunde, cardiologie en intensive care. Ik ben nu in het Martini ziekenhuis begonnen op de longafdeling met mijn zaalstage. Tijdens deze stage ben je de zaalarts van de verpleegafdeling. Dit klinkt misschien niet als de spannendste stage, maar het is fijn om op deze manier mijn opgedane longkennis weer wat op te frissen. Op de zaal is bovendien veel ruimte om te oefenen met longechografie, het uitvoeren van diagnostische puncties en het plaatsen van thoraxdrains. In de ochtenden lopen we visite langs de patiënten met één keer in de week een grote visite met alle longartsen. In de middag is er tijd voor familiegesprekken, studeren, onderzoek uitvoeren, onderwijs geven aan verpleegkundigen en het oefenen van interventies. Tussen de middag hebben we vaak een onderwijsmoment of lunchen we gezellig met elkaar. Als longarts doe je nog wel supervisie van de verpleegafdeling, maar bestaat je dag natuurlijk vooral uit poliklinische spreekuren en afhankelijk van je specialisatie het uitvoeren van verrichtingen of andere aanvullende werkzaamheden.

‘De longziekten is een afgebakend specialisme, maar het is ondertussen ook ontzettend breed.’

Waarom heb je gekozen voor de longgeneeskunde, was het een lastige keuze?
Ik dacht altijd dat ik de Maag-, Darm- en Leverziekten leuk zou vinden. Maar dat coschap viel een beetje tegen. Toen ik daarna naar de longziekten ging, voelde het als thuiskomen. Dat klinkt gek, maar ik voelde me gewoon helemaal op mijn gemak. Ik heb nog even getwijfeld over de anesthesiologie, maar ik was er snel over uit dat het toch het leukste is als patiënten terugpraten. De longziekten is een afgebakend specialisme, maar het is ondertussen ook ontzettend breed: van oudere mensen met COPD tot jonge sportievelingen die worden geanalyseerd met behulp van een fietsergometrie. Veel diagnostiek doe je als longarts zelf en ik krijg veel voldoening van het uitvoeren van advance care gesprekken en palliatieve zorg. Met deze argumenten heb ik de huisartsgeneeskunde nog lang overwogen, maar op dit moment beleef ik veel werkplezier in de ziekenhuissetting.

Hoe ziet de sollicitatieprocedure voor een opleidingsplek eruit?
Het verschilt per ziekenhuis, maar de longgeneeskunde is een specialisme waar je de opleiding kan volgen in academisch ziekenhuis en in een perifeer ziekenhuis. Bij de perifere opleiding heb je een stagejaar in een academisch centrum, andersom heb je bij de academische opleiding een stagejaar in een perifeer centrum. Het landelijke opleidingsplan is gelijk voor een academisch en perifeer ziekenhuis, maar sommige ziektebeelden zul je vaker tegenkomen in een academisch ziekenhuis of andersom. Door een uitwisselingsstage of verdiepingsstage kun je de tijd in het andere centrum ook verlengen als je dat wilt. Met een verdiepingsstage verdiep je jezelf verder in een bepaald specialisme. Voor de opleiding tot longarts kun je solliciteren bij een opleidingscentrum, maar veel centra kiezen uiteindelijk een kandidaat die bij hen heeft gewerkt als anios of er zijn PhD heeft gedaan.

En hoe ziet de opleiding er vervolgens dan uit?
De opleiding duurt in totaal zes jaar indien je de opleiding fulltime doet. De eerste twintig maanden bestaan uit de vooropleiding. De vooropleiding kun je eventueel doen in een ander centrum dan waar jij je opleiding doet. Daarna doe je verschillende stages op de longgeneeskunde. In het landelijk opleidingsplan staan de volgende specialisaties beschreven: thoracale oncologie, slaapgebonden ademhalingsstoornissen, interstitiële longziekten, vasculaire longziekten/pulmonale circulatie, ernstig astma, pulmonale infectieziekten, tuberculose, palliatieve zorg, derdelijns longrevalidatie en (endoscopische) verrichtingen. Ook kun je na je opleiding nog een fellowship volgen tot longarts-intensivist. Kortom, genoeg mogelijkheden.
Gedurende je hele opleiding doe je stages binnen de verschillende specialisaties. Bij de longfunctiestage leer je bijvoorbeeld alles over de uitvoering van een longfunctieonderzoek of ergometrie en de interpretatie hiervan. Gedurende de hele opleiding is er ook aandacht voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en leer je hoe je supervisie moet uitvoeren.
Wil je meer weten over de exacte inhoud van de opleiding longziekten? Check dan eens het landelijke opleidingsplan. Daar staan ook alle verschillende stages beschreven. Dat is sowieso een tip voor elk specialisme.

Is het lastig om een opleidingsplek te bemachtigen. Wat zijn de criteria? Het afgelopen jaar waren er voor heel Nederland 39 opleidingsplekken beschikbaar voor de opleiding tot longarts. Ik denk vooral dat het wel of niet makkelijk krijgen van een opleidingsplek niet de motivatie moet zijn om voor een bepaald specialisme te kiezen. Kies vooral voor het specialisme dat jij het leukste vindt en bedenk ook vooral: als arts heb je een fantastisch diploma op zak. Met je master geneeskunde kun je van alles gaan doen zoals deze blog al meermaals heeft getoond. Mocht je in de toekomst je werk minder leuk vinden of mocht er iets gebeuren waardoor het gekozen specialisme niet meer bij je past, zijn er genoeg alternatieven die op dat moment dan misschien beter bij je passen. 

‘De opleiding tot longarts duurt fulltime 6 jaar: 20 maanden vooropleiding binnen de interne geneeskunde, cardiologie en intensive care met nadien allerlei stages binnen de longgeneeskunde.’

Wat vind je het allerleukst aan jouw baan? En wat het lastigst?
Aan het begin van de dag heb je geen idee wat je die dag weer allemaal gaat meemaken. Ik zie het als een eer dat je best dichtbij iemand anders zijn leven mag komen. Bijvoorbeeld op de lastige momenten tijdens een slecht nieuws gesprek, maar vooral ook tijdens de consulten op de polikliniek. Let bijvoorbeeld eens op de verschillende banen die mensen uitvoeren, culturele achtergronden, verstandhoudingen binnen families, wensen van patiënten, het geeft je een prachtige inkijk in de maatschappij.
Het lastigste vind ik dat je nog zo lang in onzekerheid zit over waar je in je opleiding allemaal naartoe moet of waar je na je opleiding kunt gaan werken. Er is nog altijd het jonge klaren probleem wat veel onzekerheid met zich meebrengt. Hopelijk kunnen we daar de komende jaren een goede oplossing voor vinden. Bovendien vraag je ook veel flexibiliteit van je partner. Maar ik probeer altijd maar te denken: voor alles is een oplossing. Uiteindelijk komt het allemaal wel goed.

Jij hebt naast je opleiding ook de redactie gedaan voor onder andere Compendium Geneeskunde 2.0 en de pocket Longgeneeskunde, hoe was dat om te combineren?
Tijdens het laatste deel van mijn geneeskundeopleiding heb ik onder andere meegewerkt als redactie aan de boekenreeks Compendium Geneeskunde 2.0 en verschillende pockets. Toen ik net anios was wilde ik natuurlijk ook heel graag de pocket Longgeneeskunde zelf maken. Het was een weg van de lange adem door de verschillende COVID-19 golven, maar ik denk dat we uiteindelijk met elkaar een mooie pocket hebben neergezet. De pocket bevat de basale kennis van de longgeneeskunde, speciaal voor de jonge (co)assistent. Mijn naam staat dan wel op de voorkant, maar zonder alle hulp van de auteurs, de klankbordgroep, illustratoren, grafisch designers en medisch specialisten was het natuurlijk nooit gelukt. Dus alle credits aan hen!
Het schrijven van de pocket combineren met de opleiding was soms best even pittig, maar ik denk dat je vooral extra-curriculaire activiteiten moet aanpakken waar je energie van krijgt. En natuurlijk was het zeker niet altijd hallelujah en kon ik de pocket af en toe wel even achter het behang plakken. Maar het was en blijft zo leuk om met collega’s aan zo’n mooi project te mogen werken. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik het zelf heel lastig vind om de pockets en reeks te bekijken als ze dan eindelijk af zijn. Je ziet dan toch altijd weer dingen die je anders zou doen, haha. Maar nu is het stiekem heel leuk om de pocket in het wild tegen te komen.

‘Tegen de coassistenten en jonge dokters wil ik zeggen: geniet! En blijf vooral jezelf.’

Hoe veel dienst heb je? En hoe zien die eruit?
Dat is een vraag die door aios van verschillende opleidingscentra verschillend beantwoord zal worden, want elk opleidingscentrum deelt dat weer anders in. Ik heb momenteel alleen 12-uur durende weekenddiensten, geen avond- of nachtdiensten. In mijn vooropleiding draaide ik uiteraard wel gewoon mee in het dienstrooster met weekenden, avonden en nachten. Zelf vond ik de diensten heel leerzaam en stiekem heel gezellig.

Heb je tips voor (jonge) dokters die twijfelen over hun opleidingskeuze? Tegen de coassistenten wil ik zeggen: geniet van je coschappen! Besef dat het super leuk is om elke keer in een andere keuken te mogen kijken en steeds weer nieuwe dingen te mogen leren. Ik besef heel goed dat het ook lastig kan zijn om steeds weer te wisselen, en iedere dokter wil alles net weer even anders, maar heel veel is een kwestie van smaak. Kijk dus je ogen uit en verwonder je over wat je allemaal ziet. Je zult dingen zien waar je zelf van denkt: ‘Zo wil ik worden’, maar ook dingen waarvan je denkt: ‘Zo wil ik niet worden’.
En voor de jonge assistenten geldt eigenlijk hetzelfde. Geniet en doe eerst wat werkervaring op. Laat je niet opjagen door een opleidingsplek en kijk om je heen. Voor anios zijn er hele mooie werkplekken waar je op verschillende afdelingen tegelijk werkt. Zo kun je mooi overal nog eens spieken. En laat je tijdens de nachtdienst vooral niet in de hoek zetten door een brommende specialist die vindt dat je niet had moeten bellen. Al weet ik dondersgoed dat dit makkelijker gezegd is, dan gedaan. 😉 Uiteindelijk geldt: volg je hart in je keuze voor een specialisme. Voor mij bleek longziekten het allerleukste specialisme. Vraag tijdens je coschappen of werk als anios eens aan arts-assistenten of medisch specialisten waarom ze voor het specialisme hebben gekozen. Je zult verschillende antwoorden krijgen! En tot slot, blijf lekker jezelf! Laat je niet door die soms gekke medische wereld verleiden om je anders voor te doen dan dat je bent.

Wil jij nou ook graag zo’n pocket van Compendium Geneeskunde? Ik mag er vanaf 26 februari elke week één weggeven: namelijk de pocket longgeneeskunde, acute geneeskunde, radiologie én huisartsgeneeskunde! Wat moet je doen? Kijk snel op de instagram pagina van doktersdiehetandersdoen.
Niet gewonnen? Dan zijn de pockets met 10% korting te bestellen via deze link en kortingscode Inoek10.